Ervaringen met thematische kaarten in de Atlas van Nederland 1
Behorenthematisehe kaartenwel tot het domein van de kartografie?
Deze vraag zou grote verwondering wekken op een Symposium dat gewijd is aan de
thematische kartografie. Toch is de vraag geheel te vergelijken met de vraag of
wetenschappelijke artikelen tot het terrein van de letterkunde behoren. Beide im
mers, thematische kaart en artikel, hebben tot doel een aantal gegevens uit de een
ot andere wetenschap op een zo duidelijk mogelijke wijze aan de lezer mede te de-
len. Niettemin zal het antwoord op de eerste vraag bevestigend, op de tweede meest-
al ontkennend zijn. Vanwaar dit verschil? Het komt doordat slechts weinigen heb
ben geleerd zieh in kartografische vormen uit te drukken, terwijl van iedereen wordt
verwacht zieh in woorden en zinnen te kunnen uiten, al moet gezegd worden dat
het resultaat daarvan vaak weinig bevredigend is. In feite is ook het schrijven van
een wetenschappelijke mededeling, en meer nog van een populair-wetenschappelijk
artikel of boek, een kunst die geleerd moet worden. Een voortreffelijk Engels au-
teur op dit gebied zegt hiervan 2; „Het is feitelijk een van de meest fascinerende
hteraire vormenHet voortdurend zoeken naar de juiste beeldspraak om het
literaire equivalent op te roepen van de wetenschappelijke, of andere realiteit
maakt het tegelijk moeilijk en fascinerend".
Dit nu geldt evenzeer voor de thematische kartografie als men het woord literair
door het woord kartografisch vervangt. De kartograaf is hier niet, zoals bij de topo-
grafische kartografie, alleenheerser, maar stelt zieh in dienst van een andere weten
schap. Hij moet vöör alles doorgronden wat die wetenschap aan de lezer duidelijk
wil maken en dan zoeken naar de juiste 'beeldspraak', in dit geval 'kaartspraak' om
dit tot uiting te brengen. Elke thematische kaart moet dan ook het resultaat zijn
van de samenwerking van wetenschapsman en kartograaf.
De orgamsatie van de Atlas van Nederland (zie pannekoek 1963) is daarvan een
afspiegeling. Het materiaal wordt geleverd door de deskundigen uit de verschillende
wetenschappen, die in subcommissies zijn verenigd, de vormgeving geschiedt in
overleg met de kartografen van de atlas, de technische uitvoering tenslotte ligt ge
heel in handen van de beroepskartografen.
Er zijn weinig kaartwerken die een zo grote verscheidenheid aan thematische
kaarten bevatten als de nationale atlassen. Nu de Atlas van Nederland voor ruim
2/5 is voltooid, hebben de medewerkers dan ook een aanzienlijke ervaring op dit ge
bied verkregen. Wil deze ervaring nut hebben voor kartografen en kaartgebruikers,
dan is het nodig dat deze een kijkje nemen in de kartografische keuken en kennisma-
ken met de moeilijkheden waarmee de samenstellers hebben geworsteld. Lang niet
altijd beseffen de kaartgebruikers immers waarom een bepaalde oplossing is geko-
zen, hoe het ook anders had gekund, of dat een andere oplossing achteraf gezien
A. J. PANNEKOEK*
(some) errors could have been avoided only by not making
the map.
J. k. wright, 1942.
PROF. DR. A. j. PANNEKOEK, voorzitter van de redactie-commissie van de Atlas van Nederland.
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)