EU <80
HS 80-120
verleiders zijn en ze zijn maar al te vaak misbruikt met onzuivere bedoelingen
(WRIGHT 1942).
Van de associatieve of zelfs suggestieve waarde van kleuren maakt de thematisch-
kartograaf in ruime mate gebruik. Ook de Atlas van Nederland bevat er vele voor-
beelden van, zoals de kaart van de verhouding grasland (groen) tegenover bouw-
land (bruin, de kleur van versgeploegde aarde) en de beide kaarten van de grond-
waterstanden, waarop de gebieden met hoge waterstanden (natte grond) in blauwe
en die met läge waterstanden (droge grond) in gele tinten zijn afgebeeld.
Een ander voorbeeld van associatieve kleuren vindt men op het blad met de vier
kaartjes van de beroepsbevolking werkzaam in resp. de landbouw, de industrie, de
handel en de 'overige diensten' (d.w.z. bestuur, onderwijs, gezondheidszorg etc.).
Voor de landbouwbevolking lopen de kleuren van bleek-geel naar groen, wat men
vanzelf associeert met groene gewassen, voor de industrie van bleek-geel naar rood,
een herinnering aan het vuur dat vanouds als krachtbron diende. Voor de handel
zou ik achteraf gezien in plaats van aan paars de voorkeur hebben gegeven aan
blauw, door zijn associatie met water en scheepvaart, maar deze kleur is voor de
overige diensten gebruikt.
Een volkomen tegengestelde oplossing was vereist voor de vier kaartjes op het
blad kerkelijke gezindte (en hetzelfde geldt voor die van de politieke gezindte). Alle
vier kaartjes hebben precies dezelfde kleur-opeenvolging (van licht oker naar vio-
let), niet alleen omdat ze dan beter vergelijkbaar zijn, maar ook omdat een kleuron-
derscheid onwillekeurig een waarde-oordeel zou suggereren (welke kerk of partij
zou graag door zwart of vaal-grijs zijn voorgesteld?).
Kleuren bieden echter nog subtielere mogelijkheden. Zelfs bij het gebruik van een
enkele kleur in verschillende intensiteit kunnen uit identieke gegevens toch ver
schwende kaarten worden gemaakt al naar de sprongen waarmee men de intensi-
Thematische kaarten in de Atlas van Nederland
425
Uli 120-160
>160
Fig 3 Verbruik van water geleverd door waterleidingbedrijven, per voorziemngsgeb.ed in hters
per hoofd per dag (1 1 200 000). Geeft gedifferentieerd beeld bij kleine voorzienings-
gebieden, doch is nietszeggend bij grote voorzieningsgebieden.
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)