1956 met spandoeken begroet, bij de oprichtingsvergadering te Delft waren de
financiele middelen niet toereikend om de bedienden van het Laboratorium voor
Geodesie van onze waardering te doen blijken.
De formulering van de doelstelling van de Sectie in het Huishoudelijk Reglement
mocht voorts weinig moeilijkheden opleveren, de omzetting van de daarin besloten
desiderata in een aanvaardbare praktijk bleek in een land, waar kartograten op
geen enkel niveau volgens uniforme richtlijnen werden opgeleid, geen eenvoudige
zaak. De heterogene samenstelling van het ledenbestand, gerecruteerd uit de
groot- en kleinschalige kartografie, en bestaande uit tekenaars, redacteuren,
technici en kaartgebruikers, elk met hun eigen vakinteressen en praktijkwensen,
vereiste een genuanceerd verenigingsbeleid. Reeds bij de aanvang was het duidelijk
dat dit beleid behalve pragmatisch gericht op de vervolmaking van de kartogra
fische arbeidsprestatie, tevens gekenmerkt diende te zijn door meer ideele concep-
ties en motieven, en dat het op een hoger plan brengen van de Kartografie het
Leitmotiv van de KS diende te zijn.
In het dienstenpakket dat aan de leden van de KS werd aangeboden nemen de
z.g. Studiedagen een belangrijke plaats in. Zieh bewust van haar educatieve taak
organiseert het Bestuur jaarlijks voor groepen van 40-60 deelnemers vakspecialis-
tische cursussen waarbij aan de hand van referaten, praktische oefeningen, werk-
besprekingen en demonstraties telkens een bepaald onderwerp aan de orde wordt
gesteld. Achtereenvolgens werden in de loop der jaren behandeld: 1. Reliefscha-
duwing, 2. Generalisatie, 3. Kaart en Kleur, 4. Kaartschrift en kaartbelettering,
5. De thematische kartografie, 6. Kaart en terrein en 7. Het aanbrengen van het
kaartschrift, terwijl in dit lustrumjaar het thema Kaartprojecties op het programma
Staat. Hoewel de kennistekorten, mede als gevolg van de snelle ontwikkeling op
technisch terrein, van dien aard zijn dat er aan onderwerpen voor deze studiedagen
voorlopig geen gebrek is, kost de keuze van het thema en de organisatie het bestuur
toch telkenmale veel hoofdbrekens. Het verdient aanbeveling de instelling te over-
wegen van een vaste commissie uit de praktijk, die adviseert inzake onderwerpen,
periodiciteit der studiedagen en organisatievorm. Een dergelijke commissie zou
zieh tevens kunnen bezighouden met de vraag of het rendement der studiedagen
wel optimaal is.
Uit de aard der zaak heeft het KS-bestuur nimmer de pretentie gehad de onder
werpen uitputtend te behandelen. De Sectie kan slechts als katalysator optreden,
stilzwijgend aannemend dat de vervolgactie in de vorm van eigen Studie der deel
nemers niet uitblijft. In de praktijk is echter gebleken dat juist deze follow up veelal
moeilijk te verwezenlijken is, onder meer als gevolg van het feit dat in de tijdschrif-
ten betrekkelijk weinig van deze zo zorgvuldig voorbereide dagen is terug te vinden.
Het verdient aanbeveling in de toekomst de tijdens de studiedagen gehouden
referaten inclusief de aangeboden oefenstof, telkens gebundeld in een extra afleve-
ring van het Kaartbulletin te doen verschijnen, zoals de Textbände waarin de resul-
taten van de Duitse studiedagen te Niederdollendorf worden vastgelegd. i Voorts
wäre te overwegen deelnemers in Staat te stellen een testimonium te verwerven
voor het met vrucht volgen van studiedagen.
Terwijl de Studiedagen in de eerste plaats zijn gericht op de verwerving van
bekwaamheden en technische vaardigheden die de kartografische werkkring ver
eist, zijn de jaarlijkse Kartografendagen - de tweede modus van dienstverlening-
in de eerste plaats bedoeld de kartografie als leverancier van diensten aan de
Tien jaren Kartografische Sectie 1958- 68)
385
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)
