n°g gee" homogene weergave der gegevens worden bereikt, daar men op de kaart van Parijs de categorie der kleinste ondernemingen moest weglaten, teneinde over- lading van het blad te voorkomen. Anderzijds is juist op deze kaart gestreefd naar een maximum aan informatie, doordat men bij de Signaturen door de kleur de aard der industrieen, door de vorm het vestigingstype (hoofdzetel, filiaal, pro- ductiepunt) en door de grootte de omvang aantal werknemers) heeft voorgesteld en daarmede aan deze Signaturen een maximum aan informatieve lading heeft meegegeven. Tot de geslaagde synthetische bladen moeten m.i. gerekend worden blad 32.5 (Occupation du sol), 62.5 (Types de communes agricoles) en vooral het half- schematische blad X (Schema directeur), dat op zeer indringende wijze de ver- wachte ontwikkelingstendenzen in de ruimtelijke ordening binnen de Region schetst. Een voorbeeld van een tegelijk compact en doorzichtig relatieschema vormt 43.5 (F'ux de migrants quotidiens). Daarentegen moet blad 73.1 (Types de quartiers et de zones industriels), dat betrekking heeft op de stad Parijs, m.i. als geheel mislukt worden beschouwd. Op deze kaart heeft men getracht de diverse industriewijken van Parijs te typeren door in verschillend gekleurde verticale balken, waarvan de breedte evenredig is met het respectieve aantal werknemers, de industriele struc- tuur der wijken weer te geven, terwijl een horizontale balk, eveneens van relatieve breedte, dan nog weer de in die wijk belangrijkste afzonderlijke industrie aanduidt. Het geheel vormt een zeer onoverzichtelijk en - zelfs door de ervaren gebruiker van dit soort kaarten - nauwelijks te interpreteren geheel, kleurig doch weinig vei helderend. Hier is het 'qui trop embrasse mal etreint' van toepassing. Bij de analytische bladen merendeels kartogrammen zijn er een aantal die op- vallen door de trefzekere keuze der in beeld gebrachte gegevens. Een voortreffelijk voorbeeld hiervan vormt het overigens wränge blad (31.4) waar op bijna lakonieke wijze in kartogrammen per arrondissement wordt weergegeven, hoeveel woningen in Parijs al dan niet zijn voorzien van eigen waterleiding, van badgelegenheid, w.c., centrale verwarming enz., culminerend in een kartogram „Inconfort des'loge- ments Onaandoenlijk blank (Index 0) steken de welvarende westelijke en zuid- westelijke arrondissementen af tegen de in dit opzicht ontstellend onderbedeelde wijken in het noordoosten en noorden. Hier spreekt het kartogram duidelijker taal dan lange teksten en gecompliceerde tabellen. Kritiek op detailpunten mag evenwel de erkenning niet verhinderen, dat wij in de At/as de pariset de la Region parisienne te doen hebben met een hoogst belangrijk en bovendien in opzet en uitvoering veelszins voortreffelijk werkstuk der themati sche kartografie. Dat op een deelgebied der kartografie, waarop theoretisch en praktisch de meeste wegen nog moeten worden gebaand en een enigszins samen hangend en algemeen geaccepteerd patroon van regels en methoden zieh nog nau welijks altekent, reeds een werkstuk van zö hoge kwaliteit en veelzijdigheid tot stand kon komen is ronduit verheugend en kan niet anders dan bevruchtend wer ken op pogingen die, naar verwacht mag worden, zullen worden ondernomen om ook voor andere stedelijke regio's (voor Nederland valt met name te denken aan Amsterdam!) tot dergelijke kartografische inventariseringen en karakteriseringen te komen. De ruimtelijke ordening, die soms niet ontkomt aan de neiging zieh al te zeer te verliezen in pragmatisch-technische problemen, zou met een dergelijke breed-opgezette achtergrondinformatie ten zeerste gediend zijn. 438 De Atlas de Paris et de la Region parisienne K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1968 | | pagina 64