m De nieuwe kaart van Amsterdam op schaal 1: 10000 In 1964 werd de bekende kaart van Amsterdam 1 10 000 in 4 bladen - na voor- afgaande bijwerking - nog eenmaal herdrukt. Eerder was al vastgesteld dat dit de laatste maal zou zijn en dat voortaan in de behoefte aan een meerkleurige wand- kaart van Amsterdam zou worden voorzien door de vervaardiging van een geheel nieuwe kaart 1 10 000. (Zie T.A.G. 1962, pp. 297-304). Hiertoe werd besloten om verschillende redenen. De bestaande calques waren door veel corrigeren en herhaald reproduceren niet meer bruikbaar. De wijze van generaliseren bij het tekenen van de oudere stadswijken bleek in de nieuwe tuin- steden niet te handhaven, zodat de eenduidigheid in betekenis van het kaartbeeld verloren was gegaan. Toen bovendien in verband met een reorganisatie tevens het gehele kaartvervaardigingsprogramma aan een nadere beschouwing werd onder- worpen, viel o.m. het besluit tot de vervaardiging van een geheel nieuwe kaart van Amsterdam op schaal 1 10 000. De oude kaart was in 1928 ontstaan en op de klassieke manier met de tekenpen, direct op de juiste schaal, getekend. De nieuwe kaart 1 10 000 ontstaat uit gegraveerde bladen 1 5 000, die na fotografische verkleining tot bladen 1 10 000 worden gemonteerd. De nieuwe kaart van Amsterdam 1 10 000 heeft een beeldformaat per blad van 60 cm x 76 cm: zij bestaat uit 9 bladen. Het totale beeldformaat van de wand- kaart is dus 1,80 m X 2,28 m. De bladen 1 10 000 worden samengesteld uit telkens 4 bladen 1 5 000. De bladen van de kaart 1 10 000 worden in verschil lende uitgaven voor verkoop aan het publiek beschikbaar gesteld. De meeste be- langstelling gaat hierbij uit naar de uitgave in 10 kleuren. Van de bladen 1 5 000 worden ook kaarten gedrukt, in maximaal 4 kleuren. Dit is evenwel niet voor alle 36 (9 x 4) bladen het geval. De bladen die uitsluitend landelijke (in tegenstelling tot stedelijke) topografie (of water) bevatten worden niet gedrukt. Naar de kaart 1 5 000, die dus als een bijprodukt van de kaart 1 10 000 ontstaat is vraag bij ambtelijke diensten; de publieke belangstelling voor deze kaart is minder groot. De voornaamste bron van gegevens voor het graveren van de bladen 1 5 000 is de kaart van Amsterdam 1 1 000. Op gedrukte bladen of op lichtdrukken van de calques van deze kaart wordt de generalisatie aangegeven. Hierbij is o.m. gesteld dat op de kaart 1 10 000 twee evenwijdige lijnen met een onderlinge afstand van 0,4 mm nog goed te onderscheiden moeten zijn. Bij het generaliseren op de bladen 1 1 000 moet deze afstand dus 4 mm zijn. Gevelwanden van smalle Stegen moeten hierdoor op groter onderlinge afstand dan de betreffende kaartschaal aangeeft, worden getekend. Zestien van deze bladen worden na verkleining tot 1 5 000 op een heldere film gemonteerd. Dit komt overeen met een blad van de kaart 1 5 000. Deze montage wordt op een Stabilene graveerblad gekopieerd, nadat dit blad van een gevoelige laag is voorzien. Bij ontbreken van bladen van de kaart 1 1 000 wordt gebruik gemaakt van ons door de Topografische Dienst beschikbaar gestelde kopieen van de basisgravure 1 12 500. Op lichtdrukken van vergrotingen tot 1 5 000 van P. J. BAKKER ir. p. j. bakker, Hoofd van de Afdeling Landmeten en Kartografie der Gemeente Amsterdam. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1968 | | pagina 66