Het gebruik van cartogrammen bij het regionale onderzoek Inleiding In de correspondentie over deze bijdrage is aanvankelijk voor het onderwerp ook gebruik gemaakt van de aanduiding - thematische kaarten - en van - planologie Op mijn voorkeur voor de uiteindelijk gekozen termen wil ik, voorafgaande aan de verdere behandeling, even ingaan. Het gaat er bij kaarten (topografische en thematische), zowel als bij cartogram men om, een visueel beeld te geven van de ruimtelijke samenhangen van de ver- schijnselen, die in een bepaald gebied (territorium) aan de orde zijn. Ik stel mij bij de gekozen volgorde afbeeldingen voor met een toenemende abstractie t.o.v. het visuele beeld, dat men vanuit de lucht zou waarnemen. De topografische kaart styleert, vereenvoudigt en maakt keuzen, maar in be- perkte mate; de thematische kaart licht uit hetgeen zieh voordoet een bepaald aspect dat in het bijzonder naar voren gehaald wordt - de relatie met de topografie blijft echter van een vrij groot belang; het cartogram veronderstelt de topogra fische samenhang in hoofdzaken bekend en hanteert de techniek van diagrammen binnen een samengesteld geheel van regionale eenheden, die alleen met hun grenzen zijn aangeduid. Tot deze laatste categorie zou ik mij willen beperken. Mijn voorkeur voor de aanduiding - regionaal onderzoek - boven - planologie - hangt met het bovenstaande samen. Binnen de pianologische sfeer kan het om twee soorten afbeeldingen in ruimtelijk verband gaan. In de eerste plaats om de eigen- lijke pianologische kaarten, de bestemmings- en structuur-plannen. Hierbij gaat het om de nauwkeurige topografische aanduiding van terreinen met een bepaalde bestemming en om enkele topografische gegevens in de ondergrond, die de orien- tatie mogelijk maken. Het zijn dus, in de bovengegeven indeling, thematische kaar ten. Ook cartogrammen worden in de pianologische sfeer gebruikt, maar dan in het kader van toelichting en onderzoek en daar zie ik geen wezenlijk verschil met het gebruik in de sfeer van het regionale onderzoek in het algemeen. Enkele algemene voorwaarden Van bijzonder belang voor het volgende is m.i. dat het bij cartogrammen gaat om een visuele aanduiding of aanvulling om een visueel hulpmiddel bij het vormen en overbrengen van bepaalde inzichten. Om in dit opzicht te voldoen moet het cartogram aan tenminste twee voorwaarden voldoen a. het topografische raamwerk, dat slechts met enkele grenzen is aangegeven, moet bij de lezer een zekere vulling - een zekere inhoud kunnen oproepen, die niet nader is aangegeven; b. het individuele diagram moet zo eenvoudig zijn, dat het in een oogopslag, in gedifferentieerde veelvuldigheid, is te overzien. Ik wil dit met enkele voorbeelden toelichten. D. DE BOER drs. d. de boer, Directeur Econ. Technol. Instituut Gelderland, Arnhem. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II 1968)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1968 | | pagina 78