dubbele uit - is voor de KS van bijzonder grote betekenis geweest. Zij verschaffe de
kartografen, zonder vertragende administratieve beslommeringen en drukkende
overheadkosten, tegen een betrekkelijk gering bedrag (gemiddeld kostten de
Mededelingen in de afgelopen 10 jaar /250,— per aflevering inclusief cliche's,
omslag en verzendkosten) een communicatiemiddel dat in betrekkelijk körte tijd
aanzien verwierf. Bij de fusie der geografische verenigingen werden de afspraken
met de TAG-Redactie per 1 januari 1967 door het Geografisch Tijdschrift over-
genomen, met dien verstände dat het aantal beschikbare pagina's op 80 (5 vel)
werd vastgelegd.
Bij het doorbladeren van de bijna 700 pagina's Kartografie, die in deze 10 jaren
in 40 TAG- en GT-afleveringen zijn versehenen, valt het op dat het merendeel der
daarin voorkomende berichten en artikelen zieh op 1. historisch- en 2. topografisch-
kartografisch terrein beweegt, met inbegrip van wat volgens de Oostenrijkse karto-
graaf pillewizer tot 3. topografisch-thematische kartografie behoort. Daar de
sectoren 2. en 3. voornamelijk worden bestreken door de overheid, kan men stellen
dat de Mededelingen zieh in de eerste plaats ontwikkeld hebben tot het orgaan
van de Nederlandse overheidskartografie.
Het behoort tot de zwakke zijde der Mededelingen dat daarin de thematische
kartografie, in de beperkte zin des woords, dus de chorografisch-thematische
kaarten volgens de terminologie van pillewizer, nauwelijks of niet vertegen-
woordigd is. Het zou onbillijk zijn de subredactie, jarenlang gevormd door het
Westfriese eenmansbedrijf *dr. koeman n.v.' hiervan een verwijt te maken.
Van den beginne heeft het KS-bestuur zieh gerealiseerd dat het oogstrisico in een
land waar de productiefactoren niet optimaal zijn, groot zou wezen. Het was
bekend dat ongunstige opbrengsten en kwaliteitsafwijkingen dienden te worden
ingecalculeerd en dat de subredacteur zieh op deze woeste gronden extra moeite
zou moeten getroosten enige oogst binnen te halen. Voor een systematisch redactie-
beleid, waarbij achtereenvolgens verschillende deelterreinen der kartografie, dus
ook de thematische kartografie, aan de orde komen, is de tijd ook nu nog niet
rijp. Terzijde zij opgemerkt dat ook in gevestigde periodieken als de Kartographi
sche Nachrichten tot dusver aan de thematische kartografie minimale aandacht
wordt besteed.
AI spoedig bleken de Mededelingen met hun specialistische artikelen, geser-
veerd in traditionale opmaak op vaste verschijningsdata niet het aangewezen
medium om de communicatie met de leden tot stand te brengen. In 1962 werd
daarom besloten tot uitgave van een informeel, eenvoudig uitgevoerd huisorgaan,
het Kaartbulletin. In Oktober 1961 zag de eerste aflevering van dit nieuwe perio-
diek, aanvankelijk onder redactie van Drs. J. e. romein, het licht. „Wij willen -
aldus romein in zijn voorwoord het Kaartbulletin het karakter geven van een
briefwisseling tussen Nederlandse kaartmakers. In een brief kan men wat vrijer
zijn in zijn bewoordingen, in zijn kritiek, in zijn denkbeeiden dan in een weten-
schappelijk artikel". Hoewel sommigen zieh sceptisch opstelden tegenover deze
versnippering van krachten over twee tijdschriften, is Kaartbulletin, sedert 1964
onder de voortvarende redactie van de heren A. J. karssen, a. ras en a. h. verroen
vier maal per jaar verschijnend, om zijn ongedwongen toon en rijk gevarieerde
inhoud bijzonder in de smaak gevallen. Het is overigens opmerkelijk dat
inhoudelijk gesproken, de grenzen tussen Kaartbulletin en Mededelingen de
neiging vertonen te vervagen. Met artikelen van geudeke, schokkenkamp, verroen
387
K.N.A.GGeografisch Tijdschrift II (1968)