Atlassen
Het gehele kartografische produktieproces van ontwerp en redaktie, via teken-
kamer, waar de tekenoriginelen worden vervaardigd, naar reproduktie-atdeling,
waar de eindoriginelen tot stand komen, is zeer arbeidsintensiefondanks allerhande
hulpmiddelen en apparaten is de kartografie nog overwegend hoofd- en handwerk.
Het drukken, d.w.z. het vermenigvuldigen maakt de zaak commercieel pas interes
sant. De kartografie zelf kan men beschouwen als stukproduktie, door het drukken
komen we op het terrein van de massaproduktie. Het is duidelijk dat de hoge
voorbereidingskosten steeds minder gaan teilen naarmate de oplage groter wordt.
Dit is uiteraard ook de grondgedachte die achter licentie-uitgaven of co-produkties
zit. Men spreekt van co-produktie als hetzelfde boek of atlas in verschillende
talen verschijnt. Een voorbeeld hiervan is De Grote Wereldatlas die in 1961 bij
J. B. Wolters in Groningen verscheen. Dit was een licentie-uitgave van de Grosse
Bertelsmann Weltatlas-, naast de Duitse en de Nederlandse versie versehenen ook
nog, vrijwel identieke, edities in zes andere talen. Het zwarte schritt is in ledere
versie anders, de overige kleuren blijven ongewijzigd. Deze handatlas is vooral
bekend om zijn consequente toepassing van het principe dat aardrijkskundige
namen voor ieder land gegeven moeten worden in de daar gebruikelijke vorm.
Een iets lossere vorm van co-produktie vinden we bij de Oesterreichischer Mittel
schulatlas en de daaruit ontwikkelde schoolatlassen zoals o.a. de Engelse Faber
Atlas en de Duitse Atlas zur Erdkunde. De vervaardiging gebeurt bij het Geogra
phisches Institut Ed. Holzel in Wenen, de redaktionele voorbereiding vindt in de ver
schillende landen plaats. Het nationale gedeelte moet voor ieder land apart ge-
maakt worden, maar verder put iedere deelnemer naar eigen behoefte uit het
bestaande materiaal. Juist dit herhaaldelijk gebruiken van teken- en eindoriginelen
maakt de uitgaven commercieel mogelijk. De Atlas van Nederland en de Wereld,
in 1959 door J. M. Meulenhoff te Amsterdam uitgegeven is ook een loot van deze
stam.
1959 was een belangrijk jaar voor de schoolkartografie want naast het verschijnen
van de Meulenhoff-atlas moet genoemd worden het feit dat J. B. Wolters een ver-
nieuwde Bos-atlas uitgaf, de 40e druk, voor het eerst bewerkt door dr. f. j.
ormeling. De Bos-atlas zou men kunnen beschouwen als het bekendste en meest
succesrijke produkt van de Nederlandse commerciele kartografie: de eerste druk
verscheen in 1877, de 45e druk in 1967, terwijl het miljoenste exemplaar in het voor-
jaar van 1968 geprodueeerd werd. Beide schoolatlassen gaven bij hun verschijnen
en bij hun verdere herdrukken aanleiding tot uitvoerige besprekingen en commen-
taren, zowel van kartografische als van didactische aard.
Op het gebied van schoolatlassen moet nog van twee zaken melding gemaakt
worden. Eerst de activiteiten van de uitgeverij De Brug-Djambatan te Amsterdam2,
die vöör 1958 al schoolatlassen voor Indonesie, Birma, Ceylon en Irak het ver
schijnen en daarna nog twee atlassen voor Maleisie. Vervolgens moet genoemd
worden de Atlas Nasional tentang Indonesia dan seluruh dunia, vervaardigd door
het Cartografisch Instituut Bootsma, Den Haag en uitgegeven door Ganaco N.V.
te Djakarta in 1960. In deze atlas werd door J. e. romein e.a. op originele wijze
geexperimenteerd met kleuren, kaartprojekties en lay-out E
Als we ons nu wenden tot atlassen voor een groter publiek dan zien we op dit
terrein ook bewerkingen van buitenlandse atlassen verschijnen zoals in 1962 The
463
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)