merk längs de te kaarteren objecten voert. Deze objecten worden eveneens ruimte-
hjk waargenomen, waardoor het mogelijk is het meetmerk tijdens het kaarteren
voortdurend op de grond' te houden. Om aan deze noodzakelijke voorwaarde
te voldoen is veel ervaring aan stereokaarteerapparaten onontbeerlijk. De bewe-
gingen van het meetmerk worden geregistreerd door een teken- of graveerstift.
Het resultaat van een stereokaartering is, zoals duidelijk zal zijn, een lijnenbeeld.
Zo'n lijnenbeeld kan men dus van een geaccidenteerd terrein längs fotogramme-
trische weg alleen door middel van een stereokaarteerapparaat verkrijgen (situatie
en hoogtelijnen).
De stereokaartering van gebieden met een grote topografische dichtheid is vaak
een tijdrovende zaak en de apparatuur is erg kostbaar, hoewel hierbij direkt moet
worden aangetekend dat de fotogrammetrische kaarteringsmethode verre te ver-
kiezen is boven de terrestrisch landmeetkundige voor wat produktiesnelheid be-
treft. Toch kan ook deze fotogrammetrische dubbelbeeld-kaarteringsmethode vaak
niet voldoen aan de wensen van kaartgebruikers als deze op zeer körte termijn de
beschikking willen hebben over een mathematisch aanvaardbaar beeld van het
terrein.
Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn, dat de enkelbeeld fotogrammetrie in Staat
is snel een (foto) beeld van het terrein te produceren, terwijl dat in een stereo
kaarteerapparaat in het algemeen meer tijd kost. Zou men nu een geaccidenteerd
terrein kunnen ontleden in een aantal vlakke gebieden op verschallende hoogten
boven zeeniveau, dan zou men de enkelbeeld ontschrankingsmethode voor derge-
lijke zones in een fotobeeld kunnen toepassen. Daartoe moet men dan de hoogten
van het terrein, voorkomend op een fotobeeld, kennen.
Reeds in 1931, toen de fotogrammetrie nog in de kinderschoenen stond, ontwik-
kelde lacmann en na hem ferber ideeen over de toepassing van deze ontschran-
king in zones. Ook bij hen leefde de gedachte om op snelle eenvoudige manier
de beschikking te krijgen over een fotobeeld, dat vele eigenschappen van een
kaartbeeld in lijnen bezit. Een algemeen toepasbare techniek werd toen echter niet
gevonden.
Het idee om zo n fotokaartbeeld van het (geaccidenteerde) terrein te vervaardigen
liet de fotogrammeters niet los en de Amerikaan russel bean lanceerde in 1955
een bruikbaar apparaat hiervoor dat hij 'orthophotoscope' noemde.
Zijn construktie werd nog niet direkt op de juiste waarde geschat, want het
duurde een aantal jaren voordat ook anderen zieh op de vervaardiging van der-
gelijke apparaten gingen toeleggen. De Russen publiceerden in 1959 gegevens over
een z.g. (in het engels vertaalde naam) 'slit-rectifier' en ook in Oost- en West-
Duitsland vervaardigde men spoedig daarna orthofotoscopen.
De grote toepassingsmogelijkheden van de door deze apparaten vervaardigde
(ortho)fotokaarten hebben vrijwel alle constructeurs ertoe gebracht op het inter
nationale fotogrammetrische congres, in juli 1968 te Lausanne gehouden, een
dergelijk instrument naar voren te brengen.
468
t
DE VERVAARDIGING VAN ORTHOFOTO'S
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968)
V