90 Tenslotte gevoelt de gebruiker het als een gemis dat de locatie der geografische objecten niet op enigerlei wijze is aangegeven. Reeds door middel van een eenvoudige referentie als gebergte in Algerije, stad in Finland, meer in Canada had hierin kunnen worden voorzien. In zijn huidige vorm stelt het Glossarium zelfs de geoefende kaartgebruiker, wiens nieuwsgierigheid wordt geprikkeld door Nederlandse Varianten als Carnatic, Csepel, Taeback San enz., voor raadsels. Overigens is het Glossarium wel een aansporing ernst te maken met de sedert de U.N.Conference on Geographical Names in Geneve in September 1967 ook door de Verenigde Naties aanbevolen standaardisering van geografische namen. De spraakverwarring is groot! Als U straks in een EEG- gezelschap met het Verenigd Koninkrijk van Genova naar Ratisbonne wilt reizen, ga dan niet over Geneva-Stoccarda of over Venise-Vienne maar kies de middenweg over de Brenner en Monaco di Baviera! F.J.O. bertin, jacques, Semiologie graphique. Diagrammesreseauxcartographie. Gauthiers-Villars, Paris; Mouton, Paris, Den Haag 1967. 431 gei'llustreerde bladzijden. 28 x 21 cm. /79. Uitgegeven met steun van het Centre National de la recherche scientifique. Semiologie graphique is een uniek boek. Alleen al het ontbreken van een literatuurlijst en noten geeft ons het recht op deze karakteristiek. De titel is het best te vertalen door Grafische symbool- taal. Het is een leerboek voor het ontwerpen en tekenen van grafieken, diagrammen, kartogram- men en thematische kaarten. Dat daaraan een 'leer' of beter en meer terecht gezegd een weten- schap ten grondslag ligt zal door velen beaamd worden, maar onder die beamers zullen er weinigen zijn die de kenmerken van zo'n wetenschap kunnen formuleren. jacques bertin, 'Directeur d'Etu- des 1 Ecole Pratique des Hautes Etudes; Directeur du Laboratoire de Cartographie' te Parijs heeft de talrijke bestaande leerboeken die er over thematische kartografie geschreven zijn niet nodig gehad. Zijn Semiologie graphique is geheel oorspronkelijk van conceptie en dermate funda- menteel dat andere auteurs over de grafische voorstelling er niet bij betrokken behoeven te worden. bertin bouwt zijn leer vanuit de elementaire beginselen en elementaire wetten op, zoals in een boek over de wiskunde: van 1 1 tot relativiteitstheorie. Het is voor ons, kartografen, tegelijk open- barend en onthutsend om uit zijn boek te vernemen a. dat een kaart een vorm van communicatie is, ondergeschikt aan, maar geintegreerd in een groep van expressiemedia; b. dat de symbooltaal van een kaart berust op universeel geldende wetten uit de communicatieleer. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel'semiologie du Systeme graphique des signes' komt het begrip kaart nauwelijks voor. Maar het bevat wel de fundamentele theorie die naast het construeren van grafieken en kartogrammen ook voor het construeren van thematische kaarten nodig is. Het punt van uitgang is bij bertin de analyse van het uit te beeiden verschijnsel: Tana-^* lyse de 1 information Wanneer men dit goed op zieh in laat werken dan moet men erkennen dat hier de norm aanwezig is waaraan men het goed- of siecht zijn van een thematische kaart dient te toetsen. Vervolgens worden de mogelijkheden van de grafische symbooltaal behandeld. Er wordt daarbij achtereenvolgens gesproken over de 'implantation' van de variabelen, welke kunnen zijn: punt, lijn of oppervlak(zone); over het werkingsniveau (niveau d'organisation), overdrachtelijk bedoeld, binnen het oppervlak van het twee-dimensionale tekenvlak en tenslotte over de variabe len van de derde dimensie: de zgn. 'variables letiniennes', dwz. de karakteristieke eigenschappen van de Symbolen bij het overbrengen van informatie. bertin's boek is niet gemakkelijk te lezen.-" Het kost de beginner tientallen uren, maar het loont de moeite en geeft ons de vreugde van het ont- dekken van geniaal taalgebruik (bijv. op blz. 83 waar hij van ,,le pinceau visuel" spreekt als hij het heeft over het oog dat over de grafische variabelen gaat). De paragraaf over de werkingssfeer of werkingsfunetie van de variables retiniennes' is een meesterlijke presentatie van een fundamen- teel begrip uit de grafische taal. Dankzij de vele en voortreffelijke illustraties wordt de theorie ook voor hen die het Frans niet voldoende beheersen volkomen duidelijk. Het derde hoofdstuk van het eerste deel behandelt de regels voor het gebruik van de grafische symbooltaal. Er wordt daarbij gesteld dat er een optimale doeltreffendheid van de gekozen Sym bolen en van de constructie bereikt dient te worden (Tefficacite'). Zoals het opstellen van regels voor de constructie vergeleken wordt met de regels die gelden voor het componeren van een voor- dracht, zo wordt hier de analogie aangetoond met de beginselen die verstaanbaarheid van een voordracht beheersen. In het tweede deel worden de toepassingen behandeld: resp. de diagrammen, de schema's (re- K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift III (1969) Nr. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1969 | | pagina 8