Besprekingen 91 seaux) en tenslotte 'la cartographie'. Waarbij we onmiddellijk geconfronteerd worden met een Stelling, even simpel als waar, die ons de oeverloze beschouwingen van Duitse kartografen over dit onderwerp tot hun wäre proporties doet terugbrengen(p. 285) „L'espace geographique etant continu, on peut toujours imaginer un releve plus precis, un affinement de l'inventaire et il est clair qu'une information geographique resulte toujours d'un choix humain. II ne peut donc etre question de 'cartes exactes', mais d'un degre d'exactitude cartographique." Op deze wijze formuleert bertin: kort en bondig, exact: „La carte est un reseau ordonne (ordonne, is een van de vier 'niveaux d'organisation' met associatif, dissociatif en quantitatif). Wanneer men de stof verwerkt heeft en dan, met bertin als toetssteen, gepubliceerde thematische kaarten gaat analyseren, blijkt de evaluatie daarvan vaak negatief uit te vallen. Daaraan kan het studeren in arnberger en witt niets verhelpen. Want er is nog nooit iemand als bertin opgestaan om ons de grammatica van de symbooltaal te leren. - Men kan de situatie waarin de kartografen verkeren vergelijken met het denkbeeidige geval waarin schrijvers zouden verkeren wanneer ie mand hun nog moest verteilen dat er zoiets als grammatica bestond. bertin formuleert dit in zijn 'conclusion' aldus: „Le Systeme graphique de signes est parfaitement defini et independent. II a ses moyens propres et par consequent ses lois, differentes des lois des autres systemes, du cinema, des mathematiques, du verbe Mais il est pratiquement inconnu". Waarom, gaat bertin verder, wel 5000 uren op school aan grammatica besteden of 500 uren om een pot te leren tekenen en geen enkel uur aan de wetten van de 'expression graphique' besteed? Zo is het inderdaad met dit onder- deel van de communicatieleer, waarin kartografen zo'n belangrijke rol speien, gesteld. bertin zal een 'vide stupefiant' opgevuld hebben wanneer zijn superieur werk bij de opleiding van kartogra fen ingang gevonden heeft. De moderne typografie en de doelmatige compositie van illustraties en tekst kunnen de toegankelijkheid bevorderen. Het verschijnen van bertin's Semiologie graphique is als een van de belangrijkste gebeurtenissen in de wereld van de kartografen gedurende de laatste twintig jaar te beschouwen. Voor de 'zoekers' die zieh gedurende die twintig jaar afgevraagd heb ben welke wetenschappelijke inhoud er toch wel in die veelgehoorde term 'thematische kartogra- fie' stak is dit boek het antwoord. Tenslotte een compliment aan het adres van Mouton Co te Den Haag die dit onconventionele stuk typografie voortreffelijk uitgevoerd hebben. C.K. doursther, H., Dictionnaire universal des poids et mesures anciens et modernes, contenant des mon- naies de tous les pays. Anvers, 1840. IV, 603 pp. Facsimile uitgave van Meridian Publishing Co., Amsterdam 1965. Prijs65,-. Ieder die met oude maten en gewichten te maken krijgt heeft behoefte aan het converteren daarvan in het metrieke stelsel. Er zijn echter weinig tabellen beschikbaar die deze omrekening gemakke- lijk maken; ten eerste omdat er een overstelpende hoeveelheid oude maten en gewichten in ge- bruik is gewerfst en ten tweede omdat in moderne boeken (vademecums, encyclopaedia, agen- da's) weinig oude maten en gewichten gegeven worden. Het bovenstaande werk is een wäre encyclopaedie, opgesteld in de tijd dat de oude namen nog in omloop waren. In tegenstelling tot werken van lokale betekenis, geeft dit boek een internationale informatie. Bovendien behandelt het de maten, gewichten, etc, uit historische Perioden (Arabische, Griekse, Egyptische geschiedenis). Het is in het Frans geschreven, hetgeen implieeert dat men voor de 'voet' bij 'pied', voor de 'roede' bij 'perche', voor de 'el' bij 'aune' etc. moet kijken. Hoewel de tabellen van de muntstelsels voor de beoefenaren van de metrologie van weinig belang zijn, geven de overige 500 pagina's een antwoord op, praktisch gesproken, alle vragen die er naar aanleiding van de oude landmaten, oppervlaktematen, schalen etc. gesteld kunnen worden. Omdat doursther in Belgie werkte, is de behandeling van bijv. de oude Belgische maten en ge wichten uitvoeriger dan die van andere landen. Nederlandse gebruikers profiteren daarvan voor zover het Limburg betreft. De Noordnederlandse regionale lengtematen (Friese roede, Drechter- landse roede bijv.) blijken echter niet volledig gegeven te worden. Het bestaan van doursther's dictionnaire was reeds lang vergeten. Dank zij Meridian Publishing Co. is dit boek weer tot leven gewekt. C. K. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift III (1969) Nr. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1969 | | pagina 9