Z
AANDEELX
JUNI 1959
le het begrip „hoeveelheid franken", of variatie van het aantal franken;
2e het begrip „tijd" of variatie in de tijd;
3e een individu X van het begrip „verschillende aandelen gequoteerd bij de beurs
van Parijs"dit individu is, per definitie, invariant.
In de grafische voorstelling noemt men informatie, de omschrijfbare inhoud van
een denkbeeld. Zij is samengesteld uit een of meerdere oorspronkelijke verbanden
tussen een beperkt geheel van Variante begrippen en een invariante.
In een om te zetten informatie zal men het begrip, dat gemeen is aan alle oor
spronkelijke verbanden, invariant noemen. De werkzame variantiebegrippen
noemt men de komponenten.
Het aangehaalde voorbeeld bestaat uit twee komponentende variantie van het
aantal franken en de variantie van de tijd. Minstens twee komponenten zijn er
nodig om tot een voorstelling te komen, wat ook het gebruikte tekensysteem zij.
In het grafisch tekensysteem gebruikt men gewoonlijk twee visuele komponenten,
namelijk de twee dimensies van het platte vlak.
Men noemt de komponenten in het grafisch tekensysteem de visuele verander-
lijken; de twee variabelen die ons het platte vlak leveren worden de dimensies
van het platte vlak genoemd. Een informatie zal dus weergegeven worden door het
oorspronkelijk verband tussen verscheidene komponenten en hun grafische voor
stelling door het verband tussen verscheidene veranderlijken.
De analyse van een informatie
1Het aantal komponenten
De visuele waarneming laat slechts een beperkt aantal veranderlijken toe. Het
bepalen van het aantal komponenten zal bijgevolg het eerste punt zijn van de
analyse van een informatie.
2. Het bereik van de komponenten
Komponenten en variabelen zijn, per definitie, verdeelbaar en men zal bv. spreken
van kategorieen 'departementen' van een geografische komponent of van kate-
gorieen 'runderen', 'schapen', 'geiten' van de komponent 'verschillende huis-
dieren'; van schakeringen grijs van de variabele 'waarde'; van de jaarlijkse klassen
De grafische taal en de kartografie
187
LU
z
cc
LL
Parijs gerekend naar de
laatste koers
130
125
120
1 2 3 4 5 8 9 1011 12 15
Figuur 1.
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift III (1969) Nr. 2