criterium b aan te leggen. Men dient dan te kiezen tussen personeelsgrootte en om- vang of waarde der productie. Signaturen De industriekartografie bedient zieh veelvuldig van zgn. puntsignaturen, hetgeen ook in overeenstemming is met het karakter van de industrievestigingen die, rela- tief gezien, een geringe oppervlakte beslaan (puntobjecten). De problemen i.v.m. deze Signaturen ontstaan dan ook vnl. door de grote oppervlakken, die zij kunnen gaan beslaan als gevolg van hun kwantitatief karakter. Bij een zuiver kwalitatieve weergave heeft men de situatie veel beter in de hand dan bij een weergave waarbij het kwantitatieve aspect overheerst. Daar doet zieh het in de industriekartografie zo bekende en gevreesde verschijnsel van de 'wederzijdse verdringing der Signaturen' voor, die de kaart dikwijls zo onleesbaar kunnen maken. Dit heeft weer aanleiding gegeven tot een bezinning op de plaats en de rangschikking der Signaturen, arn berger heeft hiervoor een vijftal rangschikkingsmogelijkheden geformuleerd, die bij verschillende dichtheidsgraden van de verspreiding der objecten kunnen worden toegepast (fig. 1). De gevallen 1, 2 en 3 (van boven af) spreken grotendeels voor zichzelf. Geval 4 wordt speciaal toegepast op kaarten waar sommige objecten extreem hoge waarden bereiken. Nu gaat men ervan uit, dat een signatuur in zijn afmetingen voor de beschouwer nog herkenbaar blijft wanneer niet meer dan 1/3 van de oppervlakte ervan door een andere signatuur wordt bedekt4, zodat een zekere mate van 'inschikken' mogelijk is, maar ook dit heeft zijn grenzen. Is het wonder, dat men het, vooral ook in de industriekartografie, tenslotte in de 3e dimensie is gaan zoeken en allerlei 'stapel- signaturen' heeft ontworpen? Dat kwistige toepassing ervan nog niet altijd een fraai en overzichtelijk kaartbeeld oplevert bewijst de hier afgebeelde kaart (fig. 2), ont- leend aan een grote internationale sociaal-economische atlas. Geometrische figuren: cirkels, schijven, Vierkanten, driehoeken enz. hebben het voordeel van neutraliteit en dus algemene bruikbaarheid, terwijl kwantiteiten er op exaete wijze in tot uitdrukking kunnen worden gebracht. Daarnaast echter maakt de industriekartografie in ruime mate gebruik van andere signatuurvormen, waar- onder de beeldstatistiek, die echter moeilijk is toe te passen, vanwege de grote ruim- ten, die enigszins omvangrijke reeksen isotypen in het kaartbeeld kunnen innemen. Ook worden dikwijls beeldsymbolen gebruikt, die, al dan niet gestyleerd, associa- ties wekken met de weergeven industrieen. Geheel aan het einde van de reeks Staat de zuivere beeld-industriekaart, waarop de afbeeldingen geen enkele grootteverge- lijking meer toelaten (vandaar dat er vaak getallen bij worden geplaatst), en die vnl. gebruikt worden onr een picturele indruk te wekken op tentoonstellingen en voor propagandadoeleinden. Men zou nu de indruk hebben, dat het in de industriekartografie alleen gaat om puntsignaturen, doch ook vlaksignaturen worden er veel gebruikt, vooral om gro- tere industriele gebieden als geheel te karakteriseren. Hiervan vormt een kaart in de Atlas de Paris een voorbeeld, waarin men getracht heeft de verschillende Parijse industriewijken te karakteriseren door verticale kleurbalken, waarvan de breedte relatief is aan het aantal werknemers in de verschillende industrieen in die wijken. De horizontale balk geeft dan, eveneens in relatieve breedte, het aantal werknemers in de belangrijkste industrie in die wijk aan. Ofschoon vernuftig geconcipieerd, Industriekartografie 295 K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift III 1969) Nr. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1969 | | pagina 7