gaan, om zodoende zijn schip längs de veiligste en kortst mogelijke route te leiden
van het punt van vertrek naar zijn bestemming. Afgezien van militaire behoeften,
is het dit oogmerk van veiligheid geweest dat aanleiding gaf, tegen het einde van
de 18e en het begin der 19e eeuw, zeevarende naties aan te zetten tot georganiseerde
activiteit op het gebied van de hydrografie. Bij de marine-departementen van deze
naties werden hydrografische bureau's opgericht, belast met de taak de zeeen op
te nemen. De resultaten daarvan dienden ter beschikking gesteld te worden van de
zeelieden van die landen in een vorm, afgestemd op de navigatie. Het in kaart
brengen van vaarwaters begint - evenals de weldadigheid - in eigen huis. Daardoor
behoorden de wateren van het eigen land, zijn haveningangen en bevaarbare rivieren
tot de eerste watergebieden, die in kaart gebracht werden. Heden ten dage zijn de
kusten en de kustwateren van de meeste zeevarende landen op een min of meer
afdoende wijze opgenomen en gekaarteerd. Daar de hydrografische opname door
iedere souvereine natie gewoonlijk werd voorbehouden als een eigen recht, werden
dergelijke opnamen gewoonlijk niet uitgevoerd binnen de territoriale wateren van
een ander land, behalve indien dit op uitdrukkelijk verzoek geschiedde, of bij
wederzijdse overeenkomst.
De 19e eeuw was het tijdperk van de koloniale bezittingen. Daarom zijn de
zeeen rond de landen die in de laatste decennia onafhankelijk zijn geworden, in de
regel vrij behoorlijk in kaart gebracht, zelfs wanneer deze naties zelf nog niet over
de diensten van een volledig opgebouwd hydrografisch bureau beschikken.
De kaarten van de oudere zeevarende naties bestaan uit series op een redelijk
grote schaal van de wateren van het eigen land; ze zijn gebaseerd op een nationale
opname, gevolgd door constructie en reproduktie. Normaal zijn deze kaarten
gepubliceerd in de landstaalde aansluiting met de gekaarteerde gebieden voor de
naburige staten, die aan dezelfde kust gelegen zijn, is veelal siecht. Dat wil zeggen,
dat er een hiaat is of een overlapping. In sommige van de ontwikkelingslanden
zijn de originele kaarten, uitgegeven door vroegere (koloniale) regeringen nog steeds
in gebruik; zij zijn nog niet vervangen door meer moderne kaarten.
Hoe het ook zij, zeeverkeer houdt niet op aan de randen van het door de natio
nale zeekaarten afgebeelde gebied, en heeft dan ook behoefte aan werkelijk be-
trouwbare kaarten van alle bevaarbare zeeen en rivieren. Bovendien hadden de
grote zeevarende mogendheden behoefte aan een serie kaarten van de gehele
wereld, al was het alleen maar uit zuiver militaire overwegingen. De zeemacht die
zulk een grote invloed gehad heeft op de geschiedenis van de zeevarende naties,
heeft een even grote invloed uitgeoefend op de opname en de vervaardiging van de
zeekaart, daar machtsvertoon op zee zieh slechts kan doen gelden door het zenden
van marine-eenheden, eskaders of vloten over de gehele wereld. Dit was alleen
maar mogelijk wanneer men de beschikking had over betrouwbare zeekaarten en
een parate vloot. AI met al heeft dit ertoe geleid dat er heden ten dage vier landen
zijn, t.w. Engeland, de Verenigde Staten van Amerika, Frankrijk en de Sovjet Unie,
die een eigen wereld-omvattende serie zeekaarten hebben uitgegeven en deze nog
steeds bijhouden. Deze vier uitgaven, die elk tussen vier en vijf duizend verschil-
lende zeekaarten omvatten, zijn zeer zeker niet gelijk aan elkaar. Behalve
de vier nationale zeegebieden die gekaarteerd werden, hadden deze landen nog
militaire of economische interessesferen, die zieh wijzigden met de toename of
afname van de mate van belangstelling. Een belangrijke vraag is nu op welke bron-
394
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift III 1969) Nr. 4