zoals West Duitsland, Japan en Italie, die kaarten uitgeven welke slechts een ge- deelte der wereld omvatten. West-Duitsland zorgt voor een gedeelte van de Atlan tische Oceaan en de Indische Oceaan, Japan van de Stille Zuidzee en de Indische Oceaan en Italie voor een deel der Middellandse Zee. Vele andere zeevarende na hes kaarteren hun eigen kusten en aangrenzende zeegebieden en* ook nog een klein aantal kusten van andere gebieden, die ook al door anderen gekaarteerd waren. De huidige situatie is zö, dat vier landen een compleet wereldprogramma van zeekaarten bijhouden en dat er minstens nog drie andere zijn die een programma van een gedeelte der wereld bijhouden, terwijl verscheidene landen behalve hun eigen afgelegen zeegebieden ook nog andere gebieden kaarteren die voor hen van specifieke interesse zijn. Een en ander geeft aanleiding tot de volgende commenta- ren en opmerkingen: 1. De huidige toestand is een logisch gevolg van de historische ontwikkeling, nationale wetgeving en internationale verhoudingen en samenwerking, ver bünden aan eisen van navigatie en kaarteringstechniek. 2. Niettegenstaande het uitstekende werk, uitgevoerd door het Internationale Hydrografische Bureau en de daaraan medewerkende leden (nahes), om te komen tot een meer uniform en gestandaardiseerd systeem van kaartvervaardi- ging, is de tegenwoordige toestand verre van bevredigend. 3. Kaarten die niet opgenomen en gekaarteerd worden door het land dat er op is afgebeeld, maar door het land dat verantwoordelijk is - of zieh als zodanig voelt - voor dat specifieke gebied, zijn meestal achter met de nieuwste gegevens, somstijds zelfs verscheidene jaren. En dit omdat het hydrografische bureau dat de werelduitgave zelve bijhoudt zieh geplaatst ziet tegenover de bijna onmogelij- ke situatie nieuwe edities te verzorgen of Verbeteringen van formaat aan te brengen op alle kaarten en met dezelfde frekwentie, waarmee een uitgever in het afgebeelde land dit zou doen. Zoiets is vooral beängstigend in gebieden waar de alluviale zeebodem onophoudelijk onderhevig is aan belangrijke ver- anderingen. Mankracht en reproductie-faciliteiten zijn de voornaamste beperk- kende factoren. 4. Dezelfde beperkingen gelden voor het generaliseren dat gedaan moest worden voor de publicatie van de werelduitgave, hetgeen resulteerde in minder gede- tailleerde gegevens voor de zeeman en in kaarten op kleinere schaal. 5. Een voorzichtige schatting leert dat de voornaamste hydrografische bureau's sinds de 19e eeuw verscheidene honderden man-eeuwen hebben besteed aan het niet-nauwkeurig copieeren van elkaars kaarten, met het povere resultaat dat alle wereld- en regionale uitgaven van kaarten die tegenwoordig door de zeelieden over de gehele wereld gebruikt worden, minder gedetailleerd en min der bij zijn dan de nationale kaarten waarop ze gebaseerd zijn. 6. Er wordt hier nadruk gelegd op het feit dat de bovengenoemde opmerkingen niet bedoeld zijn als critiek, maar als een weergave van feiten. De hieraan ver bünden problemen zijn de schrijver te welbekend om hierop critiek uit te oefenen, eerder spreekt hij zijn bewondering uit voor hetgeen er op dit gebied volbracht is, niettegenstaande deze buitengewone moeilijkheden. Om te bewijzen dat zeer vele man-jaren verdaan zijn met het niet-nauwkeurig 396 Naar een Internationale Hydrografische Kaart K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift III 1969) Nr. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1969 | | pagina 6