Besprekingen
93
economische bloeiperiode van beide Steden is evident, doch verwonderlijk blijft de merkwaar-
dige 'come back' van de Zuidelijke Nederlanden in het werk van vandermaelen en vooral in
diens gigantische Alias Universel de GeographiePhysiqueStatistique et Mineralogique (1827),
een prematuur werk weliswaar, doch van ver vooruitziende conceptie.
Met deze beknopte, doch inhoudrijke Studie, die bovendien ook voor de huidige atlas-
kartografie behartenswaardige opmerkingen bevat (o.m. de eis van steeds de beste topogra-
fische kaarten als basis voor atlaskaarten) biedt de ten deze wel zeer bevoegde auteur van
Atlantes Neerlandici een helder inzicht in enkele belangwekkende tendenzen in de geschiedenis
der atlaskartografie.
A. H. SIJMONS
witt, werner, Thematische Kartographie. Methoden und Probleme, Tendenzen und Aufgaben.
Veröff. d. Akademie für Raumforschung und Landesplanung, Abhandlungen Band 49.
Gebr. Jänecke Verlag, Hannover 1967. XIV, 384 pp., 109 afbeeldingen, waarvan 44 ge-
kleurde kaarten en kaartfragmenten. Tekst in twee kolommen per bladzijde: 1-766.
Delen: I Grundsatzfragen; II Darstellungsmittel und -formen, Grundlagen und Quellen;
III Analytische Karten; IV Generalisierung, Typenbildung und Kartensynthese; V Thematische
Atlanten. Registers.
Dit boek is geen leerboek voor de redaktionele en technische thematische kartografie, maar een
standaardwerk over het gehele gebied der thematische kartografie, waarin het accent gelegd
wordt op de problematiek, de begrenzing der mogelijkheden, de foutenbronnen en de eisen die
aan de neven-disciplines gesteld worden. Het werd geschreven in de jaren 1963 tot 1965 in op-
dracht van de Akademie für Raumforschung und Landesplanung te Hannover, dr. werner
witt, Ministerialrat bij de afdeling Landesplanung van de Staatskanzlei van Schleswig-
Holstein, redakteur van de algemeen bekende en zeer geroemde Planungsatlas von Schleswig-
Holstein, kan zeker als een der beste Duitse theoretici en practici op het terrein der thematische
kartografie beschouwd worden. Een bijna veertigjarige ervaring, een brede kijk op de neven-
vakken en een imponerende verbale begaafdheid maken deze geleerde tot een persoon waarnaar
in binnen- en buitenland geluisterd wordt.
Dat dit werk niet als een leerboek maar als een zeer breed opgezette en diepgaande Studie be-
doeld is blijkt bijv. uit witt's behandeling van het onderwerp: Diagrammen en Kartogrammen
(hoofdstuk II, 2). Ondanks een onderverdeling in 20 kategorieen, waaraan 23 bladzijden gewijd
werden, op een totaal van 365, hetgeen niet veel is voor een leerboek, is dat hoofdstuk niet zo ge-
detailleerd uitgewerkt als in een praktijkleerboek gewenst zou zijn. Hoofdstuk II, 2 is uiteraard
gei'llustreerd, maar niet zodanig dat het enthousiasme bij de kartografen zal verwekken. Het
hoofdstuk over de figuratieve thematische kaarten met puntsymbolen vinden we merkwaardiger-
wijze niet in hetzelfde deel II, maar in deel III, onder 'Analytische Karten'. In tegenstelling tot
het hoofdstuk over de diagrammen etc. zijn de hoofdstukken III, 2.2 en III, 2.3 wel uitvoerig en
benaderen door hun detaillering en illustraties de vorm die men van leerstof verwacht.
Aan de verschillende gebieden waarin we de thematische kartografie plegen te verdelen wordt in
ongelijke mate aandacht besteed. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat een door witt ge
schreven boek zal uitblinken in de behandeling van kwantitatieve kaarten en hun toepassingen,
bijv. in de planologie en de sociale geografie. Aan dit gebied van de thematische kartografie is
het grootste deel van het boek gewijd. De kwalitatieve kaarten krijgen slechts tien bladzijden
voor hun methodologische behandeling toegewezen en vinden voorts een verspreide behande
ling onder de hoofdstukken over de synthetisch-geografische kaarten en de thematische atlas
sen. In zijn behandeling van de statistisch thematische kaarten, zowel wat betreft de analytische
als de synthetische, blinkt dit werk uit door een voortreffelijke indeling, een grondige, kritische
bespreking van de gangbare kaartvormen en een onovertroffen samenvatting van de verbinding
der thematische kartografie met de disciplines statistiek, geografie, economie en ruimtelijke
ordening. De ervaring en bezonkenheid van de schrijver maken dit boek, althans op dit deel-
gebied, tot een moeilijk te evenaren werk.
Het komt mij voor dat dit werk ook grote belangstelling van de zijde der geografen verdient.
Wat er in hoofdstuk IV, 7 'Geographische Gesamtaufnahmen und das Problem der räum
lichen Gliederung' over de gei'ntegreerde bestandsopname van het nederzettingspatroon ge-
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift IV (1970) Nr. I