In de 19e eeuw en in het eerste kwart van deze eeuw beschouwde men de karto grafie als een onderdeel van de geodesie, of beperkte men haar wetenschappelijke betekenis tot topografische karteringen d.w.z. men beperkte haar tot concrete en relatief enge mathematische Problemen. In de loop der tijd begon deze opvatting van de kartografie haar ontwikkeling te belemmeren. Praktische behoeften waren de oorzaak van het verschijnen van een groot aantal in thema verschillende kaarten - geologische, bodemkundige, klimatologische, economische en vele anderen. De methode van kaartmaken werd gecompliceerder en volmaakter. In het begin der 20-er jaren kwam in de Sovjetunie (eerder dan in andere landen) een hogere kartografische opleiding tot stand, aanvankelijk als ingenieursopleiding. Daarom vervolgen we onze historische 'excursie' met het voorbeeld van de Sovjetunie, waar men onder kartografie ging verstaande discipline welke de wetenschappelijk- technische methoden en de processen van redactie en productie van kaarten be- studeert en uitwerkt. Deze opvatting, die een van de voornaamste opgaven van de kartografie op de voorgrond plaatste, was progressief in verhouding tot de daaraan voorafgaande zuiver geometrische behandeling van de kartografie. Vroeger bleef, door de sterke aandacht voor de methodiek van het maken van kaarten, de be- studering van hun wezen in de schaduw, hoewel die bestudering belangrijk is bij het scheppen van nieuwe kaarten, bij de bewerking van hun programma, bij de voorbereiding en bij de analyse van de bronnen. Dit hiaat werd bijzonder voelbaar, toen de Sovjet-kartografie zieh bezig ging houden met het maken van groots uit- gevoerde kartografische werken, waaronder de grote Sovjet Wereld Atlas (1937). Het antwoord op deze behoeften bleek de 'karthologie' te zijn - een afdeling van de kartografie, die zieh aanvankelijk met de analyse der kaarten, de geschiedenis der kartografie en de kartografische bronnen bezighield; in de U.S.S.R. begonnen ju. m. sokal'skij en v. a. kameneckij haar te doceren op de geografische fakul- teiten van Leningrad en Moskou, waar in 1929-1930 de tweede, nl. de geografische tak van de hogere kartografische opleiding ontstond. Dit had als resultaat, dat men de kartografie begon te beschouwen als een wetenschap, die zieh bezighield met de methodes en processen van de samenstelling van geografisch-thematische kaarten. Deze definitie orienteerde de kartografie weliswaar op het uitwerken van vragen, die belangrijk waren voor de opleiding van professionele kartografen, maar hield geen rekening met de interessen van de gebruikers van kaarten, die door de kartografie moesten worden ingelicht over de methoden voor het rationeel ge- bruik der kaarten. De betekenis van dit laatste probleem was bijzonder voelbaar voor universitaire kartografen, omdat de geografen steeds op grote schaal hun toevlucht zochten tot kaarten, als efTectief middel voor wetenschappelijke in- formatie en bij praktische werkzaamheden. Dit was de reden om de definitie van kartografie uit te breiden en haar te beschouwen als wetenschap van de geo grafische kaarten en hun bijzondere manier om de realiteit weer te geven. Naast alzijdige bestudering van geografische kaarten, moest zij ook de uitwerking van methoden en processen van het maken en gebruiken van kaarten tot haar taak rekenen (saliscev, 1954). In deze en in hierop gelijkende vormen werd deze formulering wijd en zijd verbreid en kreeg ze een plaats in Russische encyclope- dieen en in veel leerboeken. Tot dezelfde of een verwante opvatting van de kartografie kwam men ook in een aantal andere landen; er bestonden en bestaan nog steeds verschillende gezichts- punten. In 1949 zag men bijv. in de V.N. de kartografie als een wetenschap van K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift IV (1970) Nr. 2 178 Onderwerp en methode der kartografie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1970 | | pagina 4