Berichten uit de Kartografie De Nederlandse Stichting Informatie- en Documentatie-centrum voor de Kartografie Op 1 maart 1970 werden in Utrecht de oprichtingsstatuten van bovengenoemde stichting bekrachtigd. Het doel en de werkwijze van deze stichting worden in artikel 2 van de Statuten als volgt omschreven Met het oprichten van deze stichting werd een oud plan van Prof. dr. ir. c. koeman gerealiseerd. Het stichtingsarchief bevat brieven uit 1952 waarin Tr. koeman mede- werking verzoekt voor een in te stellen kartografisch informatiecentrum. De ant- woorden hierop waren zeer welwillend, maar er is niets concreets uit voort ge- komen. Ook contacten met het KNAG in 1965 liepen op niets uit. Toen al werd het insteilen van een centrale katalogus van het nederlandse kaartenbezit gezien als een van de taken van het op te richten centrum. Het was dit bibliothecaire aspect dat de directe aanleiding geworden is om tot de oprichting van de stichting over te gaan. De bibliotheken hebben de taak om enerzijds de snelgroeiende literatuurstroom te verwerken, anderzijds moeten de eveneens snel toenemende en gespecialiseerde aanvragen opgevangen worden. Dit eist een moderne aanpak met de hiermee ver bünden begrippen mechanisatie, specialisatie en coördinatie. Over deze problema- tiek werd in 1969 een rapport uitgebracht met als titel: De wetenschappelijke bibliotheken in Nederland. Programma voor een beleid op lange termijn, opgesteld door de Rijkscommissie van Advies inzake het BibliotheekwezenStaatsuitgeverij 's-Gravenhage. Hierin worden termen gebruikt als: gemechaniseerde centrale katalogi, documen- -tatiepools, coördinatie bij collectievorming en gegevensarchieven (data banks). Het getij was gunstig om het Documentatiecentrum voor de Kartografie weer nieuw leven in te blazen. Medio 1968 werd, op informele basis, de werkgroep C.C.K. (Centrale Catalogus voor de Kartografie) opgericht. Hierin hebben zowel vertegenwoordigers uit de bibliothecaire- als de kartografische wereld zitting. Er werd een enquete opgesteld met als doel een overzicht te krijgen van het kaarten bestand in Nederland en de omstandigheden waarin dit verkeerd. In een der vol- gende afleveringen van Kartografie zal een overzicht gegeven worden van deze enquete. Van het eerste begin af heeft de werkgroep C.C.K, contact onderhouden met de 1. De stichting steh zieh als nationale instelling ten doel het verzamelen van documentatie en het verstrekken van informatie, zowel ten behoeve van wetenschappelijke als particuliere instellingen, op het gebied van de kartografie en al hetgeen daarmede in de ruimste zin verband houdt. De stichting verricht en stimuleert onderzoek onder meer betreffende het automatiseren van kaarteatalogi en het gebruik van kaarten. 2. Zij tracht dit doel d.m.v. alle geoorloofde middelen onder meer te bereiken door het be- heren van een centrale catalogus kartografie, bij afkorting genoemd C.C.K, waarin zoveel mogelijk van het nederlandse kaartenbestand is opgenomen. De stichting onderhoudt contacten met instellingen in het buitenland met een gelijk of aanverwant doel. 3. Het stichtingsbestuur kan voor bepaalde taken werkgroepen en bureau's oprichten. Bij de oprichting worden gevestigd een werkgroep C.C.K, en een bureau C.C.K. K.N.A.G. Geografisch Tiidschrift IV (1970) Nr. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1970 | | pagina 13