Uit de cumulatieve grafieken (zie bijv. fig. 1 en 2) is al gebleken, dat de meeste
aandacht in alle atlassen besteed is aan Europa. Wat de andere werelddelen be
treff, is die verdeling niet zo uniform. Het gebied van de Sovjet-Unie iszeervolledig
weergegeven in de Atlas Mira, de Ceskoslovensky Vojensky Atlas en de Atlas
Swiata; de andere atlassen besteden er te weinig aandacht aan. Aan Azie zonder de
Sovjet-Unie besteden de Atlas Mira en de Times de meeste aandacht. Wat Afrika
betreft zijn de verschillen het grootst. In de Times en de Encyclopaedia Britannica
Atlas wordt er veel aandacht aan besteed; zeer onvoldoende is dat in de Ceskoslo
vensky Vojensky Atlas. Hetzelfde geldt voor de werelddelen Australie en Amerika.
Deze resultaten kan men nog aanvullen door een overzicht van de bedekking per
continent door kaartbladen op verschillende schalen in de verschillende atlassen.
De figuren 5 en 6 geven daarvan een voorbeeld voor de Tsjechoslowaakse en Poolse
atlassen.
Het zwaartepunt ligt bij de Atlas Swiata op Midden-Europa op de schaal 1
2 500 000, en op de rest der werelddelen op de economisch meest ontwikkelde
gebieden, met een schaal van 1 5 miljoen. In de Ceskoslovensky Vojensky Atlas
(fig. 6) ligt het zwaartepunt ook op Midden-Europa met een schaal van 1 1 mil
joen; de kaarten van overig Europa hebben 1 3 miljoen en van ontwikkelde ge
bieden in Azie 1 5 miljoen.
C. De kaartinhoud in detail; mate van kartografische generalisatie
Tijdens het onderzoek naar de inhoud van de kaarten werd de grafische expressie
van fysische en door mensenhand ontstane dementen van het landschap geanaly-
seerd, evenals de mate van de kartografische generalisatie. Objectieve en onderling
vergelijkbare gegevens over de details van de kaartinhoud zijn alleen te verkrijgen
door kartometrisch onderzoek van eenzeifde gebied, dat in alle atlassen afgebeeld is.
Indien dit gebied bovendien in iedere atlas op een aantal schalen is weergegeven, is
het mogelijk zieh een oordeel te vormen en onderling ook de karakteristieken van
de afhankelijkheid van de mate van generalisatie van de kaartschaal te vergelijken.
Zo werden objectieve, vergelijkbare gegevens verkregen door een kartometrisch
onderzoek van de volgende gebieden: Zuid-Engeland, Midden-Europa, Zuid-
Afrika en het zuidoosten van Australie. Het aantal en de lengte van waterlopen
werd berekend, de lengte van wegen en spoorwegen, het aantal nederzettingen en
hoogte-punten. Hoewel de kaartschalen op de onderzochte atlassen niet steeds
identiek waren, is het toch mogelijk aan de hand van de grafieken een oordeel uit
te spreken over de weergave van de aangegeven kenmerken en over de mate en het
karakteristieke van hun generalisatie. De krommen in de grafieken werden getrok-
ken op basis van benaderde waarden, en hebben daarom slechts een orienterend
belang. Dat geldt vooral in de gevallen waarin ze geconstrueerd zijn met behulp
van slechts twee kaartschalen.
Op de situatieschets (fig. 7) ziet men welk deel van Zuid-Afrika in de test betrokken
was; de rechterkaart geeft een gebied aan dat op de Times Atlas op drie verschillen
de schalen weergegeven was. Uit de grafieken (fig. 8, 9, 10 en 11) blijkt, dat de
verschillende onderdelen van de kaartinhoud in de onderscheiden atlassen met ver
schillende exaetheid zijn weergegeven. Dit wordt door de onderzoeken van andere
gebieden bevestigd. Men kan eruit opmaken dat de Atlas Mira nederzettingen en
hydrografie steeds in detail weergeeft, en veel minder aandacht besteed aan de
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift IV 1970) Nr. 4
378
Structuur en conceptie van de hedendaagse grote wereldatlassen