Sfejm j - -! - - noir De inventarisatie van onze kennis van de visuele waarneming van kaarten levert ons verder nog het volgende opDe invloed van kleur is reeds uitvoerig behandeld door robinson14, zij het alleen kwalitatief. Er zijn door kartografen nog geen studies gemaakt van de mate waarin de kleur van Symbolen de waarneming van hun lengte, vorm of oppervlak bei'nvloedt; hetzelfde geldt voor hun grijswaarde en grein. Het is bekend, welke grootte Symbolen minimaal moeten hebben wil hun vorm waargenomen worden. De waarneming van de vorm van oppervlakte- symbolen wordt beinvloed door het gebruik van lijnrasters, maar alweer is de mate waarin dit gebeurt onbekend. Optische en semantische leesbaarheid Het tot nu toe behandelde materiaal wordt door a. a. molles15 gerangschikt onder de aspecten van de optische leesbaarheid, dit in tegenstelling tot de semanti sche leesbaarheid. Bij het eerste gaat het erom of de kaartelementen en hun eigen- schappen onderscheiden kunnen worden; bij het tweede ofdeze grafische dementen ook een beeld vormen. Optische leesbaarheid. Deze wordt bepaald door de Vermögens van de mens (scheidend vermögen van het oog, mogelijkheid tot het differentieren van kleuren, van oppervlaktes, etc.) en door de eigenschappen van de grafische elementen. De eigenschappen van de kaartelementen dienen aan de Vermögens van de mens aan- K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift IV (1970) Nr. 5 472 Thematische Kartografie en visuele waarneming BL AHE j-.-.- j B 9 19 31 45 60 74 84 91 N B 10 21 35 52 «I 81 90 N B 11 25 42 61 78 89 N B 14 31 51 74 88 M B 16 38 66 86 N B 20 50 82 N B 30 73 M B 49 N POURCENTAGE DE NOIR Fig. 6. Bepaling van de zwart-wit ver- houding van te gebruiken rasters bij bepaald aantal klassen (uit: j. bertin - Semiologie Graphique).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1970 | | pagina 10