ren van een bibliotheek zijn. Ze worden meestal beheerd door mensen die een
bibliotheekopleiding genoten hebben waarin aan kaarten nauwelijks aandacht
besteed is en die buiten de kaarten om al genoeg werk hebben. Van een aanschaf-
fingsbeleid is dan ook in de regel nauwelijks sprake, de catalogi van de verzame
lingen voldoen slechts in enkele gevallen aan de eisen die men redelijkerwijs stellen
mag. Aspirant kaartgebruikers worden al te vaak met een kluitje in het riet ge-
stuurd. Merkwaardig is het dat de meeste universitaire instituten geen kaarten
uitlenen, terwijl meer op de praktijk gerichte instellingen dit wel doen. Kaarten zijn
vrij kwetsbaar, maar in kokers zijn ze veiliger opgeborgen dan boeken in een tas.
Zeker nu de kaarten over het algemeen zo siecht beschreven zijn is het noodzakelijk
dat de kaartgebruikers zelf in de kästen kunnen zoeken. Bovendien heeft dit het
voordeel dat de aanvrager met andere kaarten vertrouwd raakt dan met die welke
hij, meestal toevallig, al kent.
De verzamelingen van de geografische instituten zijn vaak afhankelijk van de
interesse van de wisselende stafleden, het resultaat is dan een collectie die geen
eenheid is. Van enige kaartseries, b.v. de Internationale Wereldkaart 1miljoen,
de Aeronautical Chart en de Topografische kaarten van Nederland zijn op de meeste
bibliotheken wel exemplaren aanwezig. Deze zouden als basismateriaal, compleet,
op meer bibliotheken aanwezig moeten zijn. Opvallend is de invloed van de Tweede
Wereldoorlog, op vele bibliotheken treft men kaarten en Iuchtfoto's aan die eens
oorlogsbuit waren of gedumpt werden. Ook het aantal kaarten en Iuchtfoto's uit
de laatste periode van onze Indische tijd is opvallend. Het zou toe te juichen zijn
als er wat meer in onderling overleg werd aangeschaft. Dit is ondermeer nodig nu
het aanbod van kaarten en kostbare atlassen zo snel toeneemt. De kaartenbeheer-
ders beschikken niet over zoveel geld dat zij al het benodigde materiaal kunnen
aanschaffen, er zal dus onderling overlegd moeten worden.
Volgens de enquete heeft de Topografische Dienst de grootste verzameling kaarten
met rond 150 000 kaartbladen, 158 atlassen en 110 000 Iuchtfoto's. Buiten het
kaartmateriaal dat de Topografische Dienst zelf vervaardigt, verkrijgt men ook
series door ruil. Zo heeft men vrijwel complete moderne collecties van de topo
grafische kaarten van Belgie, de Duitse Bondsrepubliek, Frankrijk, Oostenrijk,
Denemarken, Noorwegen en Australie. Ook bezit deze dienst een schat aan oude
manuscriptkaarten. Er wordt naar gestreefd een complete catalogus met uitvoerige
titelbeschrijving uit te geven, maar gezien het gebrek aan personeel zal dit op körte
termijn niet uit te voeren zijn. De Topografische Dienst leent moderne en oude
kaarten uit; de laatste moeten echter in depot bij archieven opgenomen worden.
De Universiteitsbibliotheek te Amsterdam bezit een kaartenverzameling (gedeel-
telijk als bruikleen van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap), die thans
ca 80 000 bladen omvat en jaarlijks met 2 3000 bladen toeneemt. De collectie
omvat zowel topografische als thematische kaarten. De aanschaf vindt in de laatste
jaren plaats volgens een van te voren opgesteld programma, waarbij de nadruk
valt op de verwerving van volledige kaartwerken en series. Daarnaast bezit de
bibliotheek een omvangrijke verzameling atlassen, zowel moderne als oude
(ca 1500 stuks), waaronder vooral een vrijwel complete collectie nationale en
regionale atlassen de aandacht verdient.
476
De verzamelingen van moderne kaarten in Nederland
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift IV (1970) Nr. 5