480
Besprekingen
dickinson, g. c., Maps and Air Photographs. Edward Arnold (Publishers) Ltd., London 1969.
25,5X19 cm, 286 pp., foto's en fign. Prijs 45 sh.
In de inleiding van dit boek stelt de schrijver vast dat de voortdurend groter wordende com-
plexiteit van onze omgeving meer weergave in kaartvorm vereist, en dat er steeds meer kaarten
gebruikt worden door geografen, pianologen en historici, maar ook door toeristen, die voor
het week-end een tochtje voorbereiden.
Voor al deze soorten gebruikers die zelf geen kartograaf zijn is nu dit boek geschreven, het
wil hen een grotere kennis en een beter begrip voor kaarten (en Iuchtfoto's) bijbrengen.
De schrijver - die lecturer is in de geografie aan de Universiteit van Leeds - heeft zijn boek in
vier afdelingen ingedeeld. De eerste (6 hoofdstukken) is gewijd aan de geschiedenis van de
kaartmakerij, aan de projecties, de wijze van weergave, de ontwikkeling van speciaal de Britse
topografische kaart. Afdeling twee (eveneens 6 hoofdstukken) behandelt kwesties als schaal,
lengte en breedte, weergave van het relief en de kaart als historisch document. De derde af
deling - die twee hoofdstukken omvat - heeft als thema de kaart-analyse op fysisch-geografisch
(speciaal geomorfologisch) en mens-geografisch gebied en het laatste deel - met drie körte
hoofdstukken - is gewijd aan de luchtfoto.
Reeds uit dit overzicht van afdelingen en hoofdstukken blijkt dat de titel in zoverre misleidend
is dat de luchtfoto niet dezelfde aandacht als de kaarten verkrijgt. De behandeling, die (in
ruim 30 pp.) aan de luchtfoto gewijd is, is trouwens grotendeels toegespitst op het gebruik
ervan voor de kartografie. Wie dit boek zou aanschaffen om b.v. iets meer over luchtfoto-
interpretatie te vernemen komt bedrogen uit.
Daarmee is uiteraard geen kwaad gezegd van dit boek als informatiebron voor degenen, die
meer over kaarten willen weten. Het zal zonder twijfel, juist ook door het uitgebreide illus-
tratie-materiaal op dit gebied velen van dienst zijn.
J.I.S.Z.
bricker, Charles, De Glorie van de Kartografie. Een rijk ge'illustreerd overzicht van kaarten en
kaartmakers. Vertaald door J. G. Baggerman. Elsevier Nederland N.V., Amsterdam 1969.
28 x 21,5 cm, 240 pp., 139 illustraties. Register en illustratie-verantwoording. Prijs/32,50.
Voor iets meer dan de helft van de prijs van het origineel kan men in het bezit komen van de
Nederlandse bewerking van Landmarks of Mapmaking, besproken in kartografie no. 47.
De tekst is in zijn geheel vertaald. De Iiteratuurlijst, die slechts in het Engels geschreven werken
bevatte, is weggelaten. .Wel werd de illustratie-vermelding die ook in de Engelse editie voor-
komt (en in de desbetreffende boekbespfeking over het hoofd werd gezien), opgenomen.
Om het boek van monumentale afmetingen terug te brengen tot een gewoon boekenkast-
boek heeft men een deel van de illustraties weggelaten en een kleine regelafstand gebruikt.
Enige afbeeldingen werden verkleind. De acht gekleurde kaarten die het werk bevat zijn ge-
deelten van kaarten uit de door Elsevier-Sequoia uitgegeven facsimile-atlassen, die in hun geheel
in Landsmarks of Mapmaking opgenomen zijn. Het is jammer dat men vele illustraties met een
uitvoerige beschrijving moet missen. Maar het oorspronkelijke boek is van een dusdanig
gehalte dat men aan deze bewerking niet merkt met een goedkopere uitgave te doen te hebben.
De Inleiding en het hoofdstuk Europa geven de technische ontwikkelingen vanaf primitieve
methoden tot het verschijnen van The London Atlas of Universal Geography in 1840. De volgende
vier hoofdstukken beschrijven de belangrijkste ontdekkingsreizen in de verschiffende wereld-
delen en de afbeelding hiervan op kaarten. Het boek past uitstekend in de bibliotheek van een
school voor voortgezet onderwijs. Het kan gebruikt worden bij werkstukken en taken met
onderwerpen uit de ontdekkingsgeschiedenis en de historische kartografie. Aangezien dit het
enige in het Nederlands geschreven werk is dat een overzicht geeft van de algemene historische
kartografie en dat wat ermee samenhangt, lijkt het mij voor een school een welkome aanwinst.
Het boek is zeer leesbaar; aan de goede vertaling is het nog te merken dat het origineel door
een journalist geschreven is. De vertaling van de vaktermen zou niet doen vermoeden dat men
met een leek op kartografisch gebied te doen heeft.
De titel is wat misleidend, want het boek behandelt alleen de glorie van de kartografie tot het
midden van de 19de eeuw. Tegenwoordig komen door verbeterde onderzoekmethoden en
reproductietechnieken kaartwerken met een enorme oplage, zoals b.v. Nationale Atlassen, tot
stand. De glorietijd van de kartografie ligt niet achter ons, maar voor ons.
E. H. VAN DE WAAL
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift IV (1970) Nr. 5