II. Bibliografieen van recente literatuur
Als het belangrijkste werk op het terrein van de kartografische literatuurdocumen-
tatie geldt Bibliolheca Cartographica. Uitgever: Selbstverlag der Bundesfor
schungsanstalt für Landeskunde und Raumordnung, Bad Godesberg. Redakteur:
Dr. K. H. Meine. Versehenen sedert 1957 in twee afleveringen per jaar. Prijs
DM 6.— per aflevering van ca 120 blz. Deze voortreffelijke bibliografie levert de
recente informatie over alle kartografische literatuur, verzameld door mede-
werkers in 37 landen. Dankzij het bestaan van Bibliotheca Cartographica (B.C.)
kunnen bibliotheken of prive-personen afzien van het zelf aanleggen van een
documentatiekaartsysteem op het gebied van de kartografie. Voor de samen-
stelling van B.C. worden ruim 300 tijdschriften doorgewerkt, een aantal dat nooit
door een lokaal georienteerde bibliotheek bereikt kan worden. De literatuur die in
B.C. vermeld wordt is zelden ouder dan twee jaar en voor het merendeel niet ouder
dan een jaar. Het enige bezwaar dat men tegen de vorm (in boekvorm) van B.C.
kan aanvoeren is dat de literatuurtitels niet op losse kaartjes staan, waardoor
rangschikking in een cumulatieve bibliografie niet onmiddellijk mogelijk is.
Omvangrijke bibliografieen zullen ondanks hun grootte toch onvolledig blijven.
De oorzaak daarvan kan gemakkelijk vastgesteld worden indien men zieh realiseert
dat hun inhoud op de menselijke alertheid berust: alertheid om kartografische
literatuur te signaleren. Het is onmogelijk om de overstelpende hoeveelheid
drukwerk: tijdschriften, congresrapporten, instituutsorganen, jaarboeken en
jubileumboeken, enz. volledig te omvatten. Daarbij nog afgezien van de publi-
katies waarin men geen kartografische onderwerpen zal verwachten en die dus niet
door de medewerkers aan bijv. B.C. ingezien worden. (Zulke publikaties zijn bijv.
De Militaire Spectator of het Marineblad, waarin misschien eens in de tien jaar een
artikel over de topografische kaart of over de zeekaart verschijnt.)
Een andere oorzaak van het niet volledig zijn van een bibliografie ligt op het
terrein van de definitie van kartografie. Hoort de fotogrammetrie en de reproduk-
tietechniek in B.C. thuis? Analyse van de inhoud van B.C. toont aan dat slechts
een klein deel van de fotogram metrische literatuur en van de literatuur over
reproduktietechniek opgenomen wordt, nl. dat gedeelte wat overwegend karto-
grafisch georienteerd is.
De fotogrammetrie en de reproduktietechniek hebben als zelfstandige diseiplines
hun eigen bibliografieen. Er zal echter een overlapping bestaan zoals dat ook het
geval is bij de geodesie, de landmeetkunde, de naamkunde, de geologie etc., etc.
Deze overlapping is noodzakelijk en er bestaat daarom internationale samen-
werking tussen de organisaties die bij de geödeten en bij de fotogrammetristen voor
de bibliografie zorgen en die welke de kartografische literatuur registreren.
Een andere vorm dan de Bibliotheca Cartographica is gekozen in de Sovjet-Unie.
Daar geeft de Akademie van Wetenschappen in de serie 'Bronnen van de Weten-
schappen' geografische reeks, een bibliografie van de kartografische literatuur uit,
getiteld Kartograßja. Het verschijnt eens in de 2 jaar en behandelt aan de hand van
internationale literatuur in 10 12 artikelen onderwerpen uit de kartografie, zoals
afbeeldingsleer, atlassen, thematische kartografie, kartometrie, etc. Door de vele
literatuur die erin wordt aangehaald, is het een soort becommentariseerde biblio
grafie van de kartografie. Hoofdredakteur is Prof. Dr. K. A. Salichtchev. Voor de
geodetische literatuur dient de Internationa! Geodetic Bibliograph))Deze werd in
tien delen gepubliceerd in de jaren 1928-1960. Vanaf 1961 dateert een nieuwe
editie die uit een maandelijks overzicht in vier talen (Engels, Russisch, Frans en
Duits) bestaat, getiteld: Bibliographia Geodaetica.
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift V (1971) Nr. 1 87