Besprekingen
DE ORO-HYDROGRAFISCHE KAART VAN BELGIE J EEN VOORBEELD VAN KRITISCHE
BESCHOUWING
Motto:
„Een schoolwandkaart moet ook kartografisch gefundeerd zijn."
Zeer klassiek van presentatie tracht deze kaart een vrij overzichtelijk beeld te geven van de
relatieve hoogtesituatie en het riviernet van Belgie. De zachte vlakke hoogtetinten geven een
zeer rüstig kaartbeeld weer en bieden de kaart de mogelijkheid bepaalde lijnstrukturen beter
tot uiting te laten komen. Waar het voor de hand lag hiervoor het rivierstelsel in aanmerking
te laten komen, heeft de kaartredaktie de klemtoon veeleer op de schriftuur gelegd, waardoor
het algemeen overzichtelijk beeld van de oro-hydrografie wel enigszins verstoord wordt.
Gaan we iets verder in detail, dan beschouwen we vooreerst de orografie. De hoogtevoorstel-
ling, die zowel kwalitatief als kwantitatief zou moeten opgevat zijn, voornamelijk waar het
om instruktie gaat in het middelbaar onderwijs (waarvoor de kaart hoofdzakelijk bedoeld is),
schiet wel te kort in de plastische reliefsvoorstelling. De relatieve hoogtevoorstelling komt
op de kaart wel zeer voortreffelijk tot uiting in zijn gekleurde hoogtezones, terwijl de weergave
van de absolute hoogte door een dicht net van hoogtecijfers zeker niet de best-aangewezen
manier was. Bij de keuze van de hoogtelijnen en de hoogtetinten moet men zieh zeker laten
leiden door de algemeen geografische betekenis (landschappelijk of geomorfologisch) die ze
kunnen bezitten. Zo duidt de hoogtelijn van 5 meter de grens aan van de polders; die van
50 meter volgt ongeveer de scheidingslijn tussen Laag- en Midden-Belgie enz. Deze morfolo-
gische betekenis zou beter tot uiting gekomen zijn, wanneer men volgens die schaal ook de
kleurentinten had gegroepeerd. De hoogtelijnen zijn wel iets te hard en te zwaar gekleurd en
het verloop ervan nogal gedetailleerd, waardoor - voornamelijk in Midden-Belgie - het vlak
van de hoogtezone minder overzichtelijk als eenheid naar voor treedt.
Het zou de kaartlezer wellicht sterk interesseren moest hij, naast een meer veralgemeende
hypsometrische voorstelling, ook een aanduiding krijgen van de morfologisch-belangrijke
eenheden in Belgie. Waarom niet eens een poging ter voorstelling of accentuatie van typische
vormen zoals: de cuesta's van Lotharingen, de gestrekte ruggen van de Condroz en het
Hageland, de rand van het Kempisch plateau, het talud tussen Laag- en Midden-Belgie enz.
Waarom ook niet de duinen voorstellen ten noorden van de Demer en langsheen de kustlijn
in Frankrijk en in Nederland?
Wat de hydrografie betreff is het onderscheid tussen het rivierstelsel en de kunstmatig-
aangebrachte waterwegen onvoldoende. Meer nog, de kanalen worden in verhouding tot de
rivieren te sterk beklemtoond en een overzicht van het rivierpatroon op zichzelf kan men zo
onvoldoende vatten.
De schriftuur heeft hier een zeer belangrijke eigenschap in tegenstelling tot heel wat andere
soortgelijke kaarten: de leesbaarheid laat in elk geval niets te wensen over. Toch maakt de
zwarte overdruk in zijn geheel de kaart te zwaar-beladen. Vooreerst worden heel wat niet
typische hoogtecijfers op de kaart geplaatst; het situatiesymbool voor de Steden valt nogal
zwaar uit; de hoeveelheid namen van morfologische eenheden is nogal omvangrijk. Enkele
voorbeelden zullen dit laatste best illustreren. Laag-Belgie bevat een hele rij namen van fy-
sische hoogte-eenheden die wijzen op een te verregaande detaillering: Noordelijke laagvlakte,
riviervlakte, Vlaamse laagvlakte, Kempense laagvlakte, Kustvlakte met zeepolders en Scheide
polders (doch zonder duinstreek De Streek van Midden-Belgie is op de kaart bedrukt met
namen zoals: Lage plateaus, Leemplateaus, Haspengouws plateau met Vochtig Haspengouw
en Droog Haspengouw, Brabants plateau, Henegouws plateau, Jekerplateau enz. waarin
benamingen zijn opgenomen zowel van altimetrische eenheden, onderverdeeld in substreken,
als van geografische streken of substreken. Waarom worden verschillende lettertypes gebruikt
om in de Ardennen de volgende eenheden aan te duiden: Plateau van Sint-Hubert en Höge
Venen? In Hoog-Belgie wordt het Lotharings cuestaland op zijn beurt, qua lettertype, gelijk-
waardig geacht aan de Höge Venen, nochtans hoort het cuestalandschap tot een gans andere
orde.
Gelukkig is het totaalbeeld gespaard gebleven van andere verstorende lijn-elementen zoals
provinciegrenzen of belangrijke wegen en spoorwegen, waarvan andere bestaande fysisch-
geografische wandkaarten van Belgie nochtans graag en ten onrechte gebruik maken.
186 K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift V (1971) Nr. 2