toestand kan verbeterd worden, wanneer tientallen bibliotheekassistenten gaan
her-catalogiseren en wanneer alle kaartenbibliotheken van voldoende grote om-
vang een specialist als bibliothecaris gaan aanstellen. Echter, een dergelijk aantal
nieuwe personeelsposten zal, althans in Nederland, niet toegewezen kunnen
worden.
De gebrekkige ontsluiting van Nederlandse kaartenverzamelingen kan op een
minder kostbare en meer effectieve wijze verbeterd worden wanneer men van de
electronische informatie verwerking gebruik maakt. Daartoe is nodig dat het
kaarten- en atlassenbestand via de Computer in een 'data-bank' wordt opgeslagen
en dat de kaartenbibliotheken in Nederland daarop worden aangesloten. Met een
proefproject in die zin is inmiddels begonnen. (Zie de mededeling van Drs. E. H.
van de Waal, De Nederlandse Stichting Informatie- en Documentatiecentrum voor de
Kartograße, Geogr. Tijdschrift 1970, pp. 282-284 en 475-478.)
Het Nederlandse proefproject volgt het Marc II systeem van de Library of
Congress, waarvan de kaartencatalogus reeds gedeeltelijk op magneetbanden Staat.
De kaartencatalogus van de Universiteitsbibliotheek van de Univ. of California,
Los Angeles (200 000 titels) is reeds geheel in een computergeheugen opgeslagen.
Het Departement of Geography van de University of Washington, Seattle heeft
zijn kaartenbestand in een computergeheugen opgeslagen en werkt met een voor de
IBM 7094 geschreven opzoekprogramma.
Uit de bovenstaande voorbeelden blijkt dat kaartenverzamelingen de moderne
technieken van informatie-opslag en -verspreiding volgen. Naar mijn mening is
daarmee het uitzicht geopend op een normalisering van het catalogiseren. Een
normalisering die boven de nationale Systemen Staat wanneer, zoals in Nederland,
de Computer programma's voor catalogiseren en opzoeken met die van 's werelds
grootste kaartenverzameling, de Library of Congress, in overeenstemming gebracht
worden.
Dit artikel werd geschreven in een periode die gekenmerkt wordt door een bij-
zondere activiteit in de groep van de kaarten-bibliothecarissen. Deze activiteit
manifesteert zieh niet alleen in de hierboven geschetste ontwikkelingen op techno
logisch gebied, maar ook op organisatorisch gebied.
Kort geleden werd er een onderafdeling van de International Federation of
Library Associations (IFLA) opgericht: nl. een internationale organisatie van
kaarten-bibliothecarissen. Het eerste project dat door deze onderafdeling van de
IFLA wordt aangepakt is het samenstellen van een internationale gids voor
kaartenverzamelingen: een World Directory of Map Collections.
Zoals die aangekondigde gids een internationale wegwijzer wil zijn voor de
kaartgebruiker, hopen we met dit artikel enige voorlichting verschaft te hebben
over de hulpmiddelen die tegenwoordig de kaartgebruiker bij zijn documentatie-
arbeid ter beschikking staan.
*Het eerste deel van dit artikel verscheen in Geografisch Tijdschrift 1970 I, p. 83.
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift V (1971) Afr. 2
185