fotozetmachines voor kaartschrift. Op schaduwering wordt niet ingegaan, omdat daarvoor, bij boekdruk, speciale cliche's nodig zijn om de resultaten weer te geven. Toch worden de mogelijk- heden die de offsetdruk biedt, wel uitgebreid nagegaan. Projecties en de generalisering worden in zoverre behandeld, dat men weet dat er Problemen bij bestaan - er wordt echter te weinig over verteld om alle Problemen op te kunnen lossen. Voor generalisering is volgens Hodgkiss: 'intuitive sense of what will 'look right' in the final reduced map' nodig. Wat moet de kaarttekenaar in spe hiermee aanvangen? Het gedeelte over de verschillende drukmethoden en andere reproduktietechnieken is verreweg het beste. Het resultaat van de verschillende reproduktieprocessen en de eisen die ze aan de oorspronkelijke tekening stellen, worden duidelijk en overzichtelijk behandeld. Het boek wordt met een literatuuropgave, een lijst van fabrikanten van tekenmateriaal in Groot-Brittannie en een index besloten. F.J.O. Westermanns Grosser Atlas zur Weltgeschichte. Georg Westermann Verlag, Braunschweig 1969. 29,5 x 22,5 cm. 170 pp. krtn, 80 pp. tekst. Prijs DM 26,80. Dit is de tweede editie van Westermanns Atlas zur WeltgeschichteBraunschweig 1959, uitgebreid met een tekstgedeelte waarin de op de kaarten gegeven informatie beknopt verklaard en aangevuld wordt, en een register op de kaarten. De atlas getuigt van een uitstekende reproduktie, duidelijke basiskaarten, goed gedrukt in frisse en opvallende kleuren. In die basiskaarten wordt de inhoud naast politieke geschiedenis ook vele kaarten over economische, sociale, godsdienst en kunstgeschiedenis - kartografisch knap weerge- geven. Een enkele maal zijn de kaarten hierbij te overladen; door weergave van teveel verschillende soorten gegevens is de beeldvorming soms moeilijk. In de vele lovende besprekingen naar aanleiding van de eerste uitgave is hier ook op gewezen, maar er is in deze tweede editie niet aan deze bezwaren tegemoet gekomen. Wel zijn er 10 pp. kaarten toegevoegd, vooral van Afrika, van de Duitse politieke ontwikkeling na de Eerste-, en van Oost- en Zuidoost-Azie na de Tweede Wereldoorlog. Hoe liggen in deze atlas de accenten, vergeleken met Nederlandse geschiedenisatlassen? In de laatste jaren is er relatief veel belangstelling voor de nieuwe geschiedenis (Gouden Eeuw, belangrij- ke rol van de Nederlanden in de wereld) en de daarop volgende periodes. Westermanns Grosser Atlas zur Weltgeschichte biedt relatief vooral veel materiaal over Oudheid en Middeleeuwen. De regionale verdeling van de belangstelling is ongeveer evenredig aan die van de Nederlandse atlassen - ook bij Westermann blijkt de wereldgeschiedenis nog voor drie-kwart van de inhoud uit Europese geschiedenis te bestaan, en in beide gevallen maakt de eigen vaderlandse geschiedenis daarvan nog bijna een kwart uit. Dat brengt met zieh mee dat deze atlas niet in aanmerking zal komen voor de begeleiding van de vaderlandse geschiedenis van de Benelux-landen - daarvoor is de behandeling van de Lage Landen te weinig gedetailleerd, en ontbreken er gegevens, van Nieuwpoort, Lowestoft en Kijkduin tot en met Decima, plaatsen die geen van alle te vinden zijn in het uitstekende register. Maar als begeleiding voor de Duitse- en wereldgeschiedenis biedt deze atlas met zijn 530 kaarten een schat van meestal goedgebrachte informatie. E.J.O. Jensch, G., Die Erde und ihre Darstellung im Kartenbild. Das geographische Seminar, Westermann Verlag, Braunschweig 1970. 20 x 14 cm., 176 pp., fign en index. Prijs DM 12,80. De auteur, hoogleraar in de kartografie aan de Freie Universität te Berlijn, heeft met dit boek een inleiding voor geografen geschreven over de mathematische geografie, de projektieleer, en de vormgeving van topografische en thematische kaarten. De mathematische geografie is de laatste tijd in geografische leerboeken nogal verwaarloosd - maar er blijkt nu, parallel aan de ontwikkeling van de ruimtevaart, weer meer behoefte aan te zijn. Het hieraan gewijde gedeelte is bijzonder duidelijk opgezet en bevat goede illustraties. Dit geldt ook voor de behandeling van de projekties, die aan de hand van figuren en een duidelijk Schema, naar uitvoering, eigenschappen en hun bruikbaarheid voor verschillende kaartsoorten, behandeld worden. Het derde deel - over de vormgeving van de kaart - is alleen op de theorie gericht en nogal onbevredigend door het ontbreken van illustraties. Kaarten worden volgens de gebruikelijke indeling in topografische en thematische kaarten onderscheiden. Van de topografische kaarten wordt eigenlijk alleen de hoogtevoorstelling in zijn historische ontwikkeling behandeld, en de generalisering zonder illustraties! Bij de paragrafen K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift V (1971) Nr. 3 281

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1971 | | pagina 11