R.J.M.J. BERTRAND1
Welke kaarten vraagt het aardrijkskunde-onderwijs?
Wat is het doel van het aardrijkskunde-onderwijs? De exameneisen zijn, dat leerlingen
'inzicht in de problematiek van bepaalde landen, of groepen van landen, krijgen'. Dit
vereist een dubbele operatie: eerst moet de leraar het gebied aan de leerlingen
voorstellen, daarna moet hij de constellatie of structuur ervan uitleggen. Dat dit op
exemplarische wijze gebeurt via zogenaamde keuzelanden, of methodisch door de hele
wereld klassikaal te behandelen, zoals vroeger, doet hierbij niet ter zake.
De eerste fase hierbij is het land voor te stellen door middel van fysische of
topografische kaarten, liever nog door middel van geografische overzichtskaarten,
omdat de generalisatie voor een overzichtskaart gericht is op selectie voor het onder-
wijs; deze kaarten kunnen dus ook thematisch genoemd worden. Het is zelfs zo, dat
een goede schoolatlas-Schummerung (bergschaduwtekening) datgene van de geomor-
fologische struktuur moet doen uitkomen, wat men aan de leerlingen graag wil
overbrengen.
Op deze overzichtskaarten moeten alle dementen met elkaar harmonieren; het is
niet de bedoeling het ene kaartelement boven het andere te stellen. Het is dan wel
duidelijk, dat vooral deze kaarten sober moeten blijven, omdat teveel met elkaar
harmonierende details de onleesbaarheid in de hand werken. (Zie de typisch duitse
kaarten van bijvoorbeeld een Diercke-atlas). Daarom ook hebben deze geografische
kaarten al een bijna thematische tint. Bij deze kaarten zou steller dezes graag de
hoogtetinten door landschapskleuren willen vervangen, omdat de fysische geografie
tegenwoordig minder belangrijk geacht wordt in het aardrijkskunde-onderwijs.
De tweede fase, het 'uitleggen' van het land, gebeurt door middel van de echte
thematische kaart. Deze stijgt met de jaren in belangrijkheid, en is een moderne vorm
van aanschouwelijk onderwijs; de thematische kaart is geboren als visueel hulpmiddel
om de thematische begrippen, die men voorheen in gedachten op de fysische kaart
moest projecteren, beter weer te geven.
Als wij onder kartografie willen verstaan 'het zo getrouw mogelijk weergeven van
een stuk van de aarde met inachtneming van bepaalde conventies', dan zou men bijna
kunnen beweren dat thematische kartografie hiermee in tegenspraak is, gezien het feit
dat op een goede thematische kaart de landschapsgegevens zeer scherp geselekteerd
moeten worden. Er dienen alleen die gegevens op te staan, die als noodzakelijk
beschouwd worden voor een goede orientatie (deze gegevens varieren op schoolkaarten
naar gelang van de schooltypes en van de leeftijd van de leerlingen), en de topo
grafische gegevens die nauw verbonden zijn met de afgebeelde themata, Zo moet men
bijvoorbeeld Hoevelaken opnemen op een kaart van het wegverkeer, en Harlingen op
een visserijkaart.
Ook afhankelijk van het type onderwijs en de leeftijdsgroep waarin de leerlingen
zieh bevinden, is de keuze van de kaartsymbolen. Bijvoorbeeld: chemische Symbolen
zoals Ag voor zilver, kunnen pas heel laat toegepast worden.
Het ligt niet in de bedoeling van deze bijdrage de thematische kaart te definieren.
Gebruikmakend van de bij de lezers bekende en geijkte terminologie, zullen wij nagaan
waaraan wij de voorkeur zouden geven bij de redactie van kaarten voor onderwijs-
doeleinden. Thematische kaarten worden onderscheiden in mono- en polythematische
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift V (1971) Nr. 3
274