kaarten, dat wil zeggen kaarten waarop een, of waarop meer onderwerpen weergegeven worden. De uitvoering van een monothematische kaart is vrij eenvoudig en, of men al dan niet gebruik maakt van kleuren, het compileren van een monothematische kaart geeft weinig problemen. Het formaat van de kaart kan in het algemeen geringer zijn dan dat van de bijbehorende overzichtskaart. In de meeste gevallen schiet de monothematische kaart iets te kort in de motivatie, en daarom is er vaak tekst en uitleg bij nodig. Leerlingen zijn geen geoefende kaartlezers en bij een monothematische kaart (meer dan bij andere kaarten) hebben ze steun nodig om uit die kaart te halen wat eruit te halen valt. Omdat er zoveel tekst en uitleg bij nodig is, zou de monothematische kaart meer in een leerboek dan in een atlas thuishoren. De polythematische kaarten kunnen in het algemeen in twee groepen ondergebracht worden: a. de kaarten waarop een wezenlijk verband aanwezig is tussen de afgebeelde onderwerpen en b. de kaarten die een gewone opsomming zijn van gegevens. Ofschoon de eerste een uiterst grote didaktische waarde hebben, moet men bij het vervaardigen ervan letten op twee factoren: 1Indien het verband tussen de afgebeelde onderwerpen er een is van oorzaak en gevolg, dan moeten wij zeker zijn dat dit verband aan geen enkele twijfel bloot kan staan. 2. Er dienen hoge eisen gesteld te worden aan de duidelijkheid van de kaart. Het verband dat gelegd moet worden door de leerlingen tussen de afgebeelde feiten moet er echt uitspringen. Het zou zelfs aan te raden zijn op een schoolatlas te neigen naar Sterke overdrijving, en kleinigheden die aan het gestelde axioma afbreuk doen, weg te laten. De kaarten van groep a worden door Dr. F. Aurada in het International Yearbook of Cartography VIII, 1968, analytische kaarten genoemd. De polythematische kaarten waarop de afgebeelde themata niet noodzakelijkerwijs met elkaar in verband staan, maar eerder een opsomming van gegevens zijn, zouden 'thematische overzichtskaarten' genoemd kunnen worden. Dit zijn onder andere de bekende, bijna beruchte, Wirt schaftskarten van de Duitsers, 'Synthetische Themakarten'. Met de 53e druk van de Kleine Bosatlas is men deze weg ingeslagen, zij het met de grootste voorzichtigheid. Het grootste voordeel van de thematische overzichtskaart is wel, dat zij wel groter möet zijn dan andere thematische kaarten, en dus zonder bezwaar op dezelfde schaal getekend kan worden als de fysische overzichtskaart. Dit opent zonder twijfel nieuwe perspectieven op didaktisch gebied, afgezien van het feit dat het aantal orienterings- punten op de thematische kaart iets teruggebracht kan worden, vooral wanneer beide kaarten naast of tegenover elkaar geplaatst kunnen worden. Dergelijke thematische overzichtskaarten beantwoorden goed aan het gestelde doel, namelijk de leerlingen een indruk te geven van (bijvoorbeeld) het economische leven (bodemgebruik, mijnbouw en industrie) in een bepaald land. Als de leerlingen deze indruk vatten en kunnen onthouden, dan is er door de overzichtelijkheid, de generali- satie van de thema's iets bereikt, wat de overladen duitse Wirtschaftskarten niet zo gauw zullen bereiken. (Door de bomen ziet men daar het bos niet meer). Uitgaande van de opvatting dat atlassen een onderdeel zijn van een multimedia- onderwijspakket waar dus ook dia's, filmstroken en uiteraard boeken (ook leesboeken) hun plaats hebben, zou de verfijning, de detaillering, op exemplarische wijze door andere media overgenomen kunnen worden. Uit de kaart krijgt men een algemene indruk van de verspreiding van een verschijnsel; uit de tekst kan men dan bijvoorbeeld leren hoe dat verschijnsel van plaats tot plaats verschilt, en door welke invloeden die verschillen bepaald worden. Door middel van een overhead-projector kan men de historische ontwikkeling of groei van het verschijnsel nagaan, etc. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift V (1971) Nr. 3 275

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1971 | | pagina 5