Berichten uit de kartografie
Kartografie een kunst
Onder deze titel had de kartograaf F.W. Michels in het Stedelijk Museum van Zutphen
van 17 november tot 5 december 1970 een tentoonstelling ingericht van zijn eigen
werk, gecombineerd met een algemene inleiding over de kartografie. Dit inleidende
deel, dat een overzicht gaf van de ontwikkelingsgeschiedenis van het kaartenmakers-
bedrijf, bestond uit handboeken, atlassen en kaarten. Met het gekozen materiaal en de
dummy van een door hem samengesteld boek, 'Werkelijkheid en fantasie in de
kartografie', wil Michels tot uitdrukking brengen, dat de kartograaf zowel 'artisan' als
'artiste' moet zijn, zowel ambachtelijk-technische als kunstzinnige aanleg moet hebben.
Hoogtepunt waren hier de serie oplopende drukken van de Zwitserse topografische
kaart 1:50 000 van het Jungfrau-massief. Alle onderdelen, en de haarscherp sluitende
inpassing hiervan getuigen van een grafisch raffinement; het geheel, de gereedgekomen
kaart, kon echter alleen dankzij artistieke visie gerealiseerd worden.
Het tweede deel bood veel dat op de tentoonstelling van Michel's werk tijdens de
jaarvergadering 1969 nog ontbroken had: voor Djambatan ontworpen kaarten, bijv. uit
de Historical Atlas of the Muslim peoples\ kaarten voor vervoersmaatschappijen, zoals
van het Suezkanaal voor de Kon. Rotterdamse Lloyd, routekaarten voor Alitalia en
Zambia Airways. Van de panoramakaart van Zwammerdam hing er een handgekleurd
origineel, en copieen van deze kaart zijn nu, evenals die van de Zaanstreek, voor een
goed doel 6,50 verkrijgbaar. Er hingen ook de originelen van de serie panoramakaar-
ten die Michels op het ogenblik vervaardigt voor de Grolsche Bierbrouwerij, o.a. een
prachtige, uitvergrote en ingekleurde panoramakaart van Amsterdam, waarop we de
kartograaf zelf ook konden ontwaren. Het pronkstuk was de kaart van het landgoed
'Tongeren' op de Veluwe, een kaart die we de 27e juni 1969 op de kaartenzaal van de
Heer Sijmons (U.B. Amsterdam) reeds in wording zagen. Een detail, zoals een boom, is
hier door twee of drie lijntjes gekenschetst als den, eik, populier, etc., en zelfs voor
hele bossen wekt dit geen eentonigheid op, maar wel de verwachting dat, bij aandach-
tige beschouwing, ook het wild zichtbaar zal worden. Met een heel lichte verandering
van de signatuur voor de bomen is aangegeven tot hoever het landgoed zieh uitstrekt;
gegevens uit verleden en heden zijn tot een evenwichtig beeld gecomponeerd.
Aan de hand van voorbeelden van o.a. Barcelona en van Duitse Steden door
Bollmann werd getoond hoe anderen de panoramakunst beoefenen. Het geheel werd
door een uitgebreide catalogus begeleid, die tegelijk een overzicht vormt van Michels'
werkzaamheden. De tentoonstelling was zö ingericht, dat het lekenpubliek een duide-
lijk beeld kreeg van wat er van een scheppende kartograaf vereist wordt, van het
verzamelen van gegevens, de vormgeving tot en met het toezicht houden bij het
drukken; in andere woorden van de kennis en kunst in de kartografie.
F.J.O.
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift V (1971) Nr. 3
277