dienst bewees, dan hij zelf vermoedde, dient te worden gerehabiliteerd. Wellicht had een vroegere waardering van zijn kaart het probleem, dat thans tot een grenskwestie is uitgegroeid, in de kiem kunnen smoren. *Ir. F.C. Bubberman, Hoofd van de Dienst Landsbosbeheer, Suriname. VERWIJZINGEN, LITERATUUR 1. Zie C. Barrington Brown in: Canoe and Camplife in British Guiana. Londen 1876, p.328. Zie ook H.D. Benjamins in: De grenzen van Nederlandsch Guiana. In: Tijdschrift Kon. Ned. Aard. Gen., Dec. 1898 pp.797-862. 2. Zie R. Schomburgk in: Reisen in British Guiana in den Jahren 1840-1844. Leipzig 1847, deel II p.478. 3. Zie J.I.S. Zonneveld in: Soela's in de Corantijn (Suriname). Geogr. Tijdschr., III/11969 p.51. 4. Johan de Goyer (1710-1715), Eranpois Anthony de Rayneval (1715-1716 en 1717-1718), Johan Mahony (1716-1717) en Jean Coetier (1718-1790). 5. Sanders vermeldt niet hoe lang hij wegbleef. Wel suggereert hij in zijn rapport, dat hij zijn schriftelijke instructie om op 8 juli 1720 te vertrekken heeft opgevolgd en spreekt hij vervolgens over vele weken oponthoud door regenval en ziekte. Uit de wijze waarop hij zijn rapport indiende blijkt echter dat hij terugkeerde na de dood van zijn opdiachtgever, Gouverneur Coetier, die in augustus 1720 overleed. 6. Zie J.W. IJzerman in: Twee reizen van Paramaribo, een naar de Parima in 1718 en een naar de boven-Corantijn in 1720. Tijdschr. Kon. Ned. Aard. Gen. XXVIII, 1911 pp. 653-658. 7. In het Supplement van de Leupe-collectie, inv. no. 589. 8. Zie J.W. IJzerman, 1911, p.660. 9. Zie J.J. Hartsinck in: Beschrijving van Guiana of de Wilde Kust in Zuid America. Amsterdam 1770, p.562. 10. Oudere kaarten van Suriname tonen naast de eigenlijke plantagegebieden hoogstens de kust en de benedenlopen van de voornaamste rivieren. Een onlangs aangevangen onderzoek voor een Surinaamse kartobibliografie heeft geen kaarten van de Boven-Corantijn vroeger dan 1720 opge- leverd, zodat wel mag worden aangenomen dat Sanders' kaart de eerste is. Zie J.I.S. Zonneveld, 1969 pp.50-51. Zie ook J.B. Wekker in: De grensrivier Corantijn tegen historische en geografische achtergronden. Verslag CBL, Paramaribo 1970, p.l. 11. Zie N. Guppy in Wai Wai, through the forests north of the Amazon. Londen 1958 pp.32-33. Zie ook C. Evans en B.J. Meggers in: Archeological investigations in British Guiana. Smiths Inst., Bur. Am. Ethnol. Bull. 177 Washington 1960 pp. 240 en 263. 12. Zie R.H. Schomburgk in: Reisen in Guiana und am Orinoko, während der Jahren 1835-1839. Leipzig 1841 p.308. 13. C. Barrington Brown (1871), W.C. Farabee (1914), W.E. Roth (1925) en N. Guppy (1952). 14. Zie C. Evans en B.J. Meggers, 1960, plaat 41 en 46. 15. Zie C.H. de Goeje in boekbespreking van The central Caribs door W.C. Farabee, W.I. Gids, jrg. 9. 1927 p.92. 16. Zie D.C. Geyskes in: Verslag van de expeditie naar de Coeroeni voor de aanleg van airstrip no.3 in het kader van de Operation Grasshopper. Rapport Surinaams Museum, Paramaribo 1959 p.34. 17. Zie J.W. IJzerman, 1911, p. 661 18. Zie C. Barrington'Brown en J.C. Sawkins in Reports on the physical, descriptive and economic geology of British Guiana. Londen 1875. Zie ook G. Stahel in: De expeditie naar het Wilhelmina- gebergte (Suriname) in 1926. Tijdschr. Kon. Ned. Aard. Gen. XLIV 1927 pp.209-227. 19. Mondelinge mededeling Prof. Dr. Ir. C. Koeman, Utrecht. 20. Zie J.W. Ostendorf in: Nuttige planten en sierplanten van Suriname. Bull. 79 L.P. Paramaribo 1962 p.l05. 21. Zie R.H. Schomburgk in: A Description of British Guiana, geographical and Statistical. Londen 1840 pp.50-51. Zie ook E.E. Im Thum in: Among the Indians of Guiana. Londen 1883 p.272. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VI (1972) Nr. 2 185

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1972 | | pagina 11