miniraalsche compasnaald hebbe bevonden, goud en zilver inzicht te hebben, dat ik
met eenige bewijzen hadden können toonen, maar door gebrek van kleederen en kost
word daar door de goede zaaken verhinderd, ik dan genootzaakt ben geweest wederom
te keeren na beneden in de Corentijn".6
Echter, de in 1722 gekomen nieuwe Gouverneur Hendrik Temming is minder
goedgelovig en ontmaskert zijn bergdirekteur op de Pamassus-berg als een bedrieger. In
Fig. 1. De kaart van Sanders van de Corantijn op ongeveer de helft van de wäre grootte. Zoals
gebruikelijk in die tijd is de kaart op het zuiden d.w.z. land-inwaarts georienteerd. De nummers
verwijzen naar het bijbehorende verslag en zijn, voorzover voor dit artikel van belang, in de tekst
opgenomen. Daar de manuscript-kaart blijkbaar jarenlang op elkaar gevouwen is bewaard is de
tekening enigszins doorgelopen, zodat op beide helften een spiegelbeeld is ontstaan.
178
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VI (1972) Nr. 2