RIJKSUNIVERSITEIT
GRONINGEN
GEWOOIM HOOGLERAAR IN DE EKONOM ISCHE EN DE
SOCIALE GEOGRAiHE
In de Subfaculteit der Geografie bestaat de mogelijkheid om aan te stellen een
Zijn taak zal omvatten: f
1het leiding geven aan de afstudees^chting 'Onderzoekersdoktoraal Sociale Geo
grafie'. f
2. het onderwijs in methoden en tdchnieken van geografisch onderzoek, in deze dok-
torale afdeling. f
3. bemoeienis met het onderdRel 'onderwijs en oefening in onderzoektechnieken'
van de (ongedeelde) kandiddetsstudie Sociale Geografie.
Gedacht wordt aan een pe/oon met ervaring op het terrein van modern geografisch
onderzoek in binnen- en/o/buitenland. Voorkeur bestaat voor een gegadigde met geo
grafisch gekwalificeerde/elangstelling in de problematiek van perifeer gelegen pro-
bleemgebieden in ontN^kkelde landen (hetgeen het meerjarig onderzoekthema van
het Geografisch Institu/t te Groningen vormt).
Het ligt voor de han/dat hij vaardigheid bezit in het overdragen van kennis. Voorts
moet hij bereid zijn in teamverband te werken en zijn aandeel te nemen in het func-
tioneren van de suwaculteit als zodanig.
Zij die voor dez/functie in aanmerking willen komen en zij die op eventuele kandi-
daten de aand/ht willen vestigen, worden uitgenodigd zieh schriftelijk te wenden tot
de voorzitter/an de commissie die de benoeming voorbereidt, Prof. dr. R. Tamsma,
Geografisch/istituut, W.S.N.-gebouw, Postbus 800 te Groningen.
304
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VI (1972) Nr. 3