SSR (1961), Atlas Irkoetskoj Oblasti (1962), Atlas Oekrajnskoj i Moldavskoj SSR
(1962), Geografija Kievskoj Oblasti A tlas 1962), Atlas AzerbajdzjanskojSSR (1963),
Atlas Koestanajskoj Oblasti (1963), Atlas Oezbekskoj SSR (1963), Atlas Groezinskoj
SSR (1964), Atlas Komi ASSR (1964), Atlas Tsjelinnogo Kraja {Atlas van de
maagdelijke gebieden, N.Kazachstan, 1964). Een enorme produktie, gezien ook het
kartografisch niveau van het gepubliceerde werk. Zie voor deze en de ook na 1964
versehenen regionale atlassen fig. 5
Deze atlassen zijn niet in de eerste plaats in Moskou vervaardigd, maar door
wetenschappelijke instellingen in de betrokken gebieden zelf. In het eerste enthou-
siasme is er wellicht te weinig koordinatie geweest. In 1964 treedt Salisjtsjef namelijk
op tegen de z.i. te grote onderlinge verschillen in de inhoud van de regionale
atlassen.16 Volgens Salisjtsjef hebben ze geen uniforme opzet; over het doel van de
werken is onvoldoende duidelijkheid, evenals de manier waarop ze in de praktijk te
gebruiken zijn. Er is, vergeleken met de ruimte voor toegepaste kaarten, teveel
aandacht voor zuiver akademische kaarten: de atlassen geven bijv. teveel kaarten van
alle mogelijke eigenschappen van fysisch-geografische verschijnselen en te weinig
kaarten van de grond- en hulpstoffen. Er zijn te weinig kaarten die bepaalde aspekten
van het milieu evalueren op hun nut voor de mens, zoals kaarten van de lengte van het
groeiseizoen; er zijn te weinig kwantitatieve indikatoren en karakteristieken.1 7
Een tweede bron van de verschillen in uitvoering is het bestaan van twee 'scholen'
dat te onderkennen is in de regionale atlassen: die van Moskou en die van Leningrad.4
De regionale atlassen die tot stand gekomen zijn o.l.v. het Geografisch Instituut in
Moskou of van leerlingen daarvan verraden veel extra aandacht voor de bevolking en de
dienstensektor; ze zijn vooral ekonomisch getint. De Leningrad-school (de atlassen van
de gewesten Kiev, Wologda en van de Komi ASSR stammen hieruit) heeft veel minder
belangstelling voor de bevolking, en geeft in zijn atlassen ook meer industriekaarten en
kaarten van het fysisch milieu. De wijze van kartografische weergave is iets grover; de
atlassen bevatten meer kartogrammen met niet-kwantitatieve Symbolen.
Door middel van de Atlas Koestanajskoj Oblasti brachten Salisjtsjef en zijn
medewerkers in 1963 een programma voor regionale atlassen dat de officiele goed-
keuring kreeg, en zo veel mogelijk aangehouden moest worden.16 Wat zijn de
kenmerken van deze en van latere regionale atlassen? De hier bedoelde komplexe
referentie-atlassen teilen 100 tot 200 pagina's, geven informatie over natuurlijk milieu,
administratieve indeling, bevolking, transport, industrie en landbouw. Verder worden
ze gekenmerkt door het gebruik van zowel analytische als synthetische of typologi-
serende methoden. Het is de bedoeling dat ze een nauwkeurige geografische bestands-
opname bieden, met extra-nadruk op de grond- en hulpstoffen, en de mogelijkheden
voor het gebruik ervan.5 Zolang het maar gebaseerd blijft op het Koestanaj-model mag
na 1964 de keuze van de kaartthema's voor de regionale atlassen binnen zekere
grenzen varieren, in overeenstemming met de regionale bijzonderheden van de
gebieden. Op die manier komen de karakteristieken van de verschillende regio's
duidelijk naar voren.
Het Schema voor regionale atlassen van Salisjtsjef1 6 is gebaseerd op 4 punten, en
omvat de weergave van: 1. het fysisch milieu, delfstoffen, hun gebruik en eventuele
verbetering; 2. de produktieve krachten, dat zijn de bevolking en de produktiemid-
delen; 3. de takken van nijverheid en hun regionale neerslag; de ekonomie; 4. de
opvoeding, wetenschap en kultuur en dienstensektor.
Een uniforme uitvoering van een regionale atlas moet de kaartlezers in staat stellen
394
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrifi VI (1972) Nr. 4