de schaduwen geen hoog kontrast behoeft te hebben, maar dat dit wel hoog moet zijn
in de lichtere gedeelten.
In het algemeen geven gerasterde negatieven, gemaakt van een positief origineel met
een negatief raster, de indruk van 'hard' te zijn en zelfs ervaren fotografen zouden zieh
daarin kunnen vergissen, omdat andere negatieven, vervaardigd met een universeel of
met een positief raster schijnbaar meer detail geven, vooral in de donkere gedeelten.
Dit detail komt er echter in de druk niet uit, in tegenstelling tot het goede resultaat
bereikbaar door toepassing van het negatieve raster.
Om deze waardevolle onderzoekingen te kunnen toetsen bij de reproduktie van
fotokaarten zijn, zoals in de bijlage te zien is, drie verschillende rasters gebruikt voor
de vervaardiging van een fotobeeld in offsetdruk. Het zijn gerasterde beeiden (links de
negatieve beeiden en rechts de positieve) van een luchtfoto. De luchtfoto zelf is door
KLM Aerocarto N.V. voor de Topografische Dienst te Delft vervaardigd. De fotobeei
den zijn gerasterd met 54 lijns/cm rasters in positief, negatief en universeel, omdat 70
lijns/cm rasters niet beschikbaar waren. De rastering is uitgevoerd door het IGT en
door de Topografische Dienst. De onderlinge vergelijking van het resultaat wordt
natuurlijk niet bei'nvloed doordat hier een 54 lijns/cm raster is gebruikt i.p.v. het meer
ideale 70 80 lijns/cm raster. Het rasterpatroon is alleen iets grover.
Links staan de resultaten van de geprodueeerde negatieven. Bekijken we die dan
zouden we geneigd zijn fig. B te kiezen omdat deze het meeste tekening vertoont in
het negatief en vooral meer details lijkt te tonen. In de positieve beeiden, verkregen uit
de negatieven, zien we duidelijk dat fig. D, dus gerasterd met een negatief raster
uitgaande van een positief origineel, het beste resultaat oplevert.
Het drukken van de figuren E en F in een donkerder tint zal geen beter resultaat
geven. Zorgvuldig bekijken van deze beeiden laat zien dat in de donkerste partijen de
rasterpunten al 'sluiting' vertonen en dat in de lichtste partijen geen of heel kleine
rasterpunten voorkomen.
Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat het gebruik van de juiste rasters bij het
reproduceren van fotokaarten een grote invloed heeft op de kwaliteit van het
fotobeeld. Door deze en andere pogingen om tot een kwaliteitsverbetering van het
gereprodueeerde fotobeeld te komen zullen wellicht fotokaarten een nog ruiniere
toepassing vinden.
Negatief kontaktraster
Positief kontaktraster
Universeel kontaktraster
Fig. 1.
Ir. L. van Zuylen, Hoofd van de Opnemingsdienst van de Topografische Dienst te Delft en
Lector aan het International Institute for Aerial Survey and Earth Sciences te Enschede.
504 K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VI (1972) Nr. 5