d. complex van open, halfopen en gesloten landschapsdelen
ruigten en moerassige gebieden
e. overige onderscheidingen, die informatie verschaffen over:
oude en recente bebouwing
oude en recente kanalen en plassen
markante opstanden zoals hoogspanningsleidingen, historische bouwwerken, dijkhoog-
ten etc., kortom al datgene wat tot de aankleding van een landschap behoort. Het
criterium mooi of onaantrekkelijk is hierbij buiten beschouwing gelaten
f. relief
het relief is in drie gradaties onderscheiden:
laag gelegen, overwegend vlak
afwisselend laag en hoog
hoog, overwegend vrij vlak.
Deze drie onderscheidingen zijn door middel van arceringen in bruine opdruk
weergegeven. De kleuren van de kaartvlakken zijn hierdoor wel eens nadelig bei'nvloed;
bovendien is het rastereffect niet bevorderlijk voor het beeld van een kaart die toch al
een drukke topografie heeft. Kaarttechnisch gezien zou een aparte reliefkaart de
voorkeur hebben verdiend. Maar omdat landschap en relief onlosmakelijk met elkaar
verbonden zijn, is bewust gekozen voor de bruine opdruk. Wel moet hierbij worden
vermeld dat de hoge kosten die een aparte reliefkaart van het gehele gebied met zieh
meegebracht zou hebben, mede tot de keuze hebben geleid. Of de gekozen karto-
grafische methode voldoet, zal de toekomst moeten leren. Suggesties ter verbetering
die de kosten niet verhogen zijn welkom.1
De uiterwaarden zijn zowel geomorfologisch als landschappelijk per rivier gewaar-
deerd. De waardering is ingedeeld in vier klassen: zeer grote, grote, vrij grote en matig
tot geringe waarde.
De indeling in vier klassen maakte het mogelijk de kaartschaal 1:100 000 toe te
passen, waardoor een handzaam formaat ontstond.
Zij die gei'nteresseerd zijn in de criteria die gehanteerd zijn bij de waardering, vinden
in het Landbouwkundig Tijdschrift jrg. 84 (1972), 8 (aug.) pp. 273-288, een artikel
waarin dieper op deze materie wordt ingegaan.
De waarderingskaarten zijn niet te koop; ze zijn gemaakt voor de interne voorlichting.
Wel zal men bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer te Leersum en de Stichting voor
Bodemkartering te Wageningen inlichtingen over de inhoud van de kaarten kunnen
inwinnen.
*J.P. Heerema, Stichting voor Bodemkartering, Wageningen.
NOOT
1Dat de richting van de arcering voor afwisselend laag en hoog in kaart en legenda gelijk behoort
te zijn, wisten degenen die dit kaartfragment hebben gemaakt ook al, maar ze hebben dit helaas
niet in praktijk gebracht.
DE WAARDERINGSKAARTEN
508
K.N.A.G. Geograßsch Tijdschrift VI (1972) Nr. 5