Berichten uit de Kartografie Cartactual is een tweemaandelijkse periodiek met aktueel kartografisch nieuws dat gebracht wordt in kaartvorm. Vanaf 1971 verschijnt als bijlage bij Cartactual een informatiebulletin over nieuwe publikaties op kartografisch gebied: kaarten, atlassen en boeken. Indien men een publikatie in Cartinform vermeld wil zien dan moet men a) zelf een körte beschrijving geven van het werk in het Duits, Frans of Engels, b) deze beschrijving met een exemplaar van het werk toesturen aan de redaktie van Cartactual, Budapest 5, P.O. Box 76, Hongarije. Sommige uitgevers volstaan met het vermelden van de bibliografische gegevens, anderen geven ook nog een körte toelichting op het werk. Het is duidelijk dat we hier te maken hebben met aankondigingen en niet met kritische besprekingen van de publikaties. Besprekingen CARTINFORM G.F. WILLEMS Winkler Prins Gezinsatlas. Elsevier, Amsterdam 1969. Formaat 32,5 x 26,5 cm. ill., krtn en foto's. Geb./45,-. Het is al weer een jaar of tien geleden, dat ondergetekende de voorganger van de WPGA (GT 1961, 5e afl.) besprak en evenals toen onder de naam Winkler Prins Atlas - kan uw recensent opnieuw spreken van een standaardwerk, dat in deze vorm en voor deze prijs in ons taalgebied zijn weerga niet vindt. De technische uitvoering, of het foto (veel in kleur), grafiek of kaart betreft, naast het fraaie zetwerk, verdient alle lof. De criteria, die destijds ten grondslag lagen aan de bespreking: nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, leesbaarheid en actualiteit (het 'bij' zijn inbegrepen) komen na zorgvuldige bestudering ook thans met hoge cijfers uit de bus. Het tussengelaste woord 'gezin' in de nieuwe titel legt thans ook de nadruk op de kring van belangstellende, ontwikkelde leken, zoals deze in allerlei lagen van de bevolking - gelukkig in toenemende mate - voorkomen. Een schat van gegevens biedt het in zeven onderdelen gesplitste compendium, waarin de ruimtevaart niet ont- breekt. Voortreffelijk zijn de fysisch-geografische onderwerpen behandeld, waarvan Prof. dr. Wig gers ongetwijfeld als bekwaam Supervisor optrad. Na het 70 bladzijden teilende compendium volgt een beknopte landbeschrijving, steeds visueel ondersteund door kaartwerk, waarvan sommige met bijkaartjes (niet thematisch) en een drietal goed geselecteerde kleurenfoto's, die wel aan de kleine kant zijn (de grootste 9 x 7,7 cm, de meeste 7,7 x 6 cm). Een winstpunt is, dat alle illustraties met gedegen bijschrift in de desbetreffende tekst staan, wat geblader overbodig maakt. Tenslotte volgen 16 bijzonder fraaie afdrukken van kaarten uit vroeger eeuwen, eveneens met een uitvoerige informatie. Onnodig haast het register op de geografische namen van de kaarten te vermelden, waarbij steekproeven de betrouwbaarheid aantoonden (bij Jalostotitlan dient i.p.v. Mex. te staan Centr. Mex.). Gaan we nu de aparte delen na, dan blijkt, dat het compendium wel enige voorkennis vereist, wil men voldoende profijt trekken. Overigens kan het een vraagbaak wezen voor hen, die zieh nader willen informeren bij hun lectuur. Hoogtepunten vormen: 1. het artikel over de dampkring (samenstelling, circulatie, klimatologie en meteorologie). Ietwat vreemd doet het aan, dat een 20-tal pagina's verderop de periodieke winden en de - helaas in beperkt aantal - wolkenvormen aan de orde komen; 2. de geologie en de geomorfologie, alles helder geschreven en voortreffelijk visueel ondersteund door prachtige kleurenplaten, blokdiagrammen, vooral waar het over erosie in haar soorten gaat (water, wind, temperatuur, ijs). Wel zullen ouderen hier en daar aan een gedeelte- lijk - nieuwe terminologie moeten wennen. Vreemd ook, dat het gedeelte over het leven op aarde in alle toonaarden zwijgt over de mens, behoudens in de laatste zin (en bovenaan in het Schema): „...ergens in het Plioceen ontstaat een tak van aapmensen, waaruit zieh de homo sapiens ontwikkelt". Bestaan er geen verschillende rassen meer (desverlangd Varianten) van de homo sapiens? 'Geografische kaarten en landenbeschrijving', dat het leeuwenaandeel opeist, bevat dus kaarten, tekst en illustraties. De leesbaarheid van de overigens keurige kaarten laat in donkere partijen (bergland vooral) te wensen over, 66k eiders door te kleine, dünne letters. Sympathiek is op de K.N.A.G. Geograjisch Tijdschrift VI (1972) Nr. 5 <-nq

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1972 | | pagina 15