Beneluxkaart het aangeven met naam van allerlei banken in de Noordzee. Daartegenover moet het
gemis van een tweetal flinke kaarten i.z. Grote en Atlantische Oceaan betreurd worden. Er wäre bij
een herdruk hiervoor plaats te vinden door het aantal kaarten uit vroeger eeuwen met twee te
verminderen, bijv. die van blz. 200 en 201. Opvallend royaal kaartmateriaal valt Suriname en de
Ned. Antillen ten deel. In tegenstelling tot het standpunt van de huidige Surinaamse regering geeft
de WPGA nog de grenzen van de betwiste gebieden.
Gemiddeld krijgt elk land, groot of klein, een bladzijde tekst, terwijl het aan de orde zijnde
werelddeel vooraf 66k een pagina van 3 kolommen vult. Dit vereist de kunst van selecteren, het
typerende naar voren brengen en het niet in gemeenplaatsen vervallen. Zij, die zieh van deze
moeilijke taak gekweten hebben, kan men gelukwensen met het resultaat. Niets is gemakkelijker
voor een recensent dan detailcritiek te leveren: waarom krijgt Italie twee pagina's (het opgegeven
aantal Katholieken is wel aan de zeer läge kant) en wereldmachten zoals de VS, China en Japan
maar een? Maar terecht deelde men de USSR twee bladzijden toe: Europees en Aziatisch deel.
Statistisch is de WPGA niet goed bij, zelfs al neemt men in aanmerking, dat de tekst in een
uitgave van 1969 wellicht al in '67 of '68 geschreven is. Een enkel voorbeeld: Marseille Staat te boek
voor 700 000 inw., maar telde reeds in 1968 950 000 inw., Lyon geen 500 000 maar ruim
1 000 000 inw. enz. En geen Fransman zal het over de Riviera hebben, als hij naar Nice of Menton
gaat: hij gaat naar de Cöte d'Azur!
Maar afgezien van dergelijke vlekjes blijft het in de aanvang geuite oordeel ongewijzigd en zij het
hier herhaald: een prachtig werk, een mooi bezit!
A.H.F. BREDEMEIJER
Westermann Schulatlas. Westermann, Braunschweig 1969. 29 x 21 cm, 96 pp. kaarten, 24 pp.
register. Prijs DM 12.-.
Westermann Schulatlas, Grosse Ausgabe. Westermann, Braunschweig 1970. 29 x 21 cm, 152 pp.
kaarten, 36 pp. register. Prijs DM 18.-.
In 1969 kwam de volledig nieuw opgezette Westennann Schulatlas uit, bedoeld voor de lagere
klassen van het middelbaar onderwijs en in 1970 een vergrote uitgave van deze atlas voor de hogere
klassen. De kleine uitgave heeft een meer 'exemplarisch' karakter, de grote uitgave is zodanig
aangevuld, dat hij als basis overzichts- en economische kaarten van bijna de gehele wereld op de
schaal 1:18 of 1:24 miljoen biedt.
De atlassen worden gekenmerkt door een uitstekende kartografische verzorging: veel goede
monothematische kaarten, duidelijke overzichtskaarten en fraaie 'synthetische' economische kaar
ten. In tegenstelling tot de Diercke-atlas is het relief op alle kaarten d.m.v. een knap uitgevoerde
schaduwing afgebeeld; een enkele maal is het echter te donker afgedrukt (Noord-Duitsland, Azie).
Een ander bezwaar geldt de weergave van de dieptelijnen, die door hun zware uitvoering de
duidelijkheid niet altijd bevorderen.
Uit het voorwoord blijkt, dat men tot een algemene quantificering van de economische gegevens
is gekomen. Het is bijzonder moeilijk om inderdaad voor alle op economische kaarten weergegeven
feiten en verschijnselen aan cijfermateriaal te komen, en om die waarden vervolgens proportioneel
juist in de kaarten af te beeiden. Ondanks dit uitstekende uitgangspunt is men er in deze atlassen
dan ook niet helemaal in geslaagd, wat bijv. blijkt bij vergelijking van de weeigave van de produktie
der aardolie-raffinaderijen of der aluminium-fabrieken in de Westeuropese landen. Vooral op de
mijnbouw industrie-kaarten van de werelddelen geeft de visuele indruk der Symbolen de toestand
niet altijd juist weer.
In de kleine uitgave hanteert men nog de Duitse grenzen van 1937. In de grote uitgave wordt
uitgegaan van de 'politieke realiteiten', en het is daarmee de eerste Westduitse schoolatlas die de
huidige de-facto grenzen in Oost-Europa weergeeft. Störend zijn nog wel de Duitse plaatsnamen in
Oost-Europa, waar lang niet altijd de huidige versie tussen haakjes bijstaat.
De manier waarop Nederland gekarteerd is, is niet altijd feilloos. Op vele kaarten van West-
Europa Staat de Oude Rijn nog als een van de twee grote Rijnarmen aangegeven, de Markerwaard is
afwisselend wel en niet drooggelegd en op de kaart van de Zuiderzee-drooglegging wordt met de
zeedijken-signatuur vreemd omgesprongen. Maar voor een Duitse schoolatlas zijn dit bijzaken.
De Duitse schoolkinderen moeten dan ook zeker gelukgewenst worden met de uitgave van deze
beide atlassen, en niet in het minst om de duidelijke en stimulerende combinatie van kaarten met
diagrammen, die de op de kaart geboden informatie verder aanvullen en nog beter onderling
vergelijkbaar maken.
F.J.O. Jr.
510
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VI (1972) Nr. 5