Kartografie Fotokaarten Is de toepassing van fotokaarten gedurende de laatste 4 jaren toegenomen en kan de reproductie ervan nog worden verbeterd? In het Geografisch Tijdschrift 1968, pp. 466-479 (Kartografie no 42), is een inleidende beschrijving gegeven over het gebruik van de orthofotoscoop en over de mogelijkheid om fotokaarten te vervaardigen. Ook is toen aangestipt dat, voor vlakke gebieden, fotokaarten door middel van ontschranking van luchtfoto's kunnen worden geproduceerd. Sinds in 1955 door Rüssel Bean het vervaardigen van orthofoto's weer nieuw leven is ingeblazen en door vele fabrikanten orthofotoapparatuur op de markt is gebracht, heeft de (ortho)fotokaart een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Niet alleen de landen zonder traditionele kaarteringsmethoden zijn gestart met de vervaardiging ervan of overwegen dit ernstig, ook in Europa is de fotokaart aanvaard. Fotokaarten worden niet alleen toegepast om er kaarteringsproblemen mee op te lossen, maar ook om uit het fotobeeld, dat nu zo gemakkelijk in handen van de gebruikers komt, veel gegevens te halen die vroeger onbereikbaar waren. Geografen, bodemkundigen, geologen, bosbouwers, archeologen en vele anderen passen de fotointerpretatie op grote schaal toe en meer en meer gaat men inzien dat de luchtfoto een onmisbaar hulpmiddel vormt bij de beoefening van bovengenoemde wetenschap- pen. Een zeer belangrijke factor bij de uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden van het luchtfotobeeld vormt de opleiding van de jeugd. De moderne geograaf, die werkzaam is op onderwijsgebied, heeft zeker tot taak de jongeren reeds vroeg te wijzen op het bestaan en op de toepassingsmogelijkheden van luchtfoto's en fotokaarten. De fotogrammetrische en kartografische instituten in ons land zijn gaarne bereid daarbij de helpende hand te bieden. Naast de fotokaart zal de traditionele lijnenkaart ongetwijfeld steeds moeten blijven bestaan, omdat uit het fotobeeld bepaalde gegevens, zoals wegenklassifikatie, ligging van openbare gebouwen, hydrografische gegevens, e.d. niet kunnen worden gelezen. De foto geeft echter veel interessante zaken, zoals detailgegevens over grondgebruik, vegetatie en relief (bijv. in moerassen, bossen, duinen), die in een lijnenkaart niet kunnen worden weergegeven. Juist het gebruik van de beide beeiden naast elkaar biedt, vooral ook op onderwijsgebied, heel veel mogelijkheden. Een voordeel is dat men de fotokaart veel sneller kan maken dan de lijnenkaart en de eerstgenoemde dus een meer 'up-to-date' beeld van het terrein geeft. Een probleem bij het maken van fotokaarten vormt nog wel de produktie van hoogtelijnen. In het in de aanvang aangehaalde artikel is reeds gesproken over de tot standkoming van 'drop lines' gelijk met de vervaardiging van de orthofoto. Uit deze 'drop lines' zijn hoogtelijnen af te leiden. Voor vele gebruikers is echter de nauwkeurig- heid hiervan onvoldoende en wordt er naar wegen gezocht tot verhoging hiervan. K.N.A.G. Geograßsch Tijdschrift VI(1972)Nr. 5 497 L. VAN ZUYLEN* INLEIDING

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1972 | | pagina 3