76 komen overigens in deze publikatie niet aan de orde, maar zullen het onderwerp vormen voor een van de toekomstige brochures in deze reeks. In de onderhavige publikatie worden drie kaarttypen behandeld, welke alle in de vorm van wereldkaartseries worden gepubliceerd. Böhme bespreekt de Internationale Wereldkaart 1 1 miljoen, Meine de Wereldkaart 1 2,5 miljoen (coproduktie van zeven oosteuropese landen) en Hanle de Deutsche Weltkarte 1 5 miljoen (uitgegeven door het Bibliographisches Institut AG te Mannheim). De auteurs behandelen o.m. de voor- geschiedenis, de conceptie, de ontwikkeling en de orga- nisatie van de uitgave van deze kaarten. Dergelijke gedetailleerde beschouwingen over een aantal min of meer verwante kaartseries binnen het raam van een publikatie verschaffen de mogelijkheid om de opzet van deze kaarten onderling te vergelijken. Van bijzondere interesse is de uiteenzetting van Meine over de wereldkaart 1 2,5 miljoen, die als resultaat van een unieke samenwerking van zeven landen tot stand is gekomen. Vooral de verdeling van de werkzaamheden bij het samenstellen van de kaartbladen verdient de aandacht elk der landen heeft een aandeel in de totale produktie (x aantal bladen), maar heeft daarnaast een algemene taak in het samenstellen en vormgeven van de bladen. Zo is b.v. de Sovjet-Unie verantwoordelijk voor de berekening van de projektie. Hongarije houdt zieh bezig met de bladindeling, de schrijfwijze van geografische namen en de voorstelling van de wegen. Tsjechoslowakije zorgt voor de generalisatie van de nederzettingen, terwijl de D.D.R. de reliefvoorstelling en de kleurschema's ontwerpt. Als bijlagen zijn kaartfragmenten, legenda's en blad- wijzers van de verschillende kaarttypen opgenomen. Deze publikatie verschaff zeer nuttige informatie voor de gebruikers van deze kleinschalige 'topografische' kaarten en mag daarom op geen enkele kaartenzaal, waar deze kaartseries regelmatig worden geraadpleegd, ontbreken. P. W. G. Habel, R., Ihr Atlas Entstehung und Inhalt. Geo graphische Bausteine, Neue Reihe, Heft 5. VEB Hermann Haack, Gotha/Leipzig 1971. 19 x 12 cm, 104 pp. Prijs M 4.20. Het is algemeen bekend dat inzicht in de wijze waarop een kaart of atlas wordt gemaakt, bij zeer veel kaart- en atlasgebruikers ontbreekt. Om hieraan tegemoet te komen heeft men pogingen ondernomen om in körte brochures de totstandkoming van een atlas uiteen te zetten. Bormann Steide o.m. een dergelijke inleiding samen bij de Grosse Bertelsmann Weltatlas. Wat breder opgezet is de publikatie van Habel, waarin aan de hand van de Haack Grosser Weltatlas een uitvoerige beschouwing over de samenstelling, vorm- geving en reproduktie van een atlas wordt gegeven. Deze publikatie is niet alleen een nuttige bron van informatie voor de atlasgebruiker, maar levert ook bruikbaar studiemateriaal voor de toekomstige atlas- redakteur en atlaskartograaf. Na een körte inleiding met enkele opmerkingen over de indeling van kaarten en atlassen, worden eerst de 'bouw- stenen' voor kaart en atlas genoemd projektie, schaal, kaartelementen, Symbolen (pp. 15-47). Vervolgens gaat de auteur in op redaktionele Problemen zoals het ver- zamelen van materiaal, de bewerking van de beschikbare gegevens en het concipieren van de verschillende kaarten (pp. 48-62). Bij de behandeling van de kartografische vormgeving Staat zoals we bij een beschouwing over atlaskarto- grafie kunnen verwachten het probleem van de generalisatie centraal. Het is jammer dat juist bij dit onderwerp enkele goedgekozen illustraties ontbreken (pp. 63-75). De verschillende stadia van het reproduktie- proces worden wel aan de hand van een Serie instruetieve afbeeldingen en overzichten toegelicht (pp. 76-97). Tenslotte wordt het vraagstuk van de bijhouding kort aangesneden. Kortom, een nuttig boekje voor karto- grafen en kaartgebruikers. P. W. G. Kloppenburg, W., Die kartographische Reproduktion. Ferd. Dümmler's Verlag, Bonn 1972. 24 x 16,5 cm, 327 pp., 177 afbeeldingen, 24 tabellen, twee kleuren- platen. Prijs DM 48.-. In het TAG 1957, pp. 554-555 werd het deel Ia van Jordan/Eggert/Kneissl, Handbuch der Vermessungskunde besproken. Hierin komt een uitvoerig hoofdstuk Repro duktion voor. Dit hoofdstuk gold tot op heden als de beste leerstof voor de kaartreproduktietechniek. Hiervoor in de plaats is nu het boek van Kloppenburg gekomen. De vele en fundamentele vernieuwingen in de kaart reproduktietechniek sedert de afgelopen vijftien jaren zijn in het hier besproken boek verwerkt door een auteur die over tientallen jaren praktische ervaring beschikt. Naar mijn mening hebben we hier het ideale leerboek over reproduktietechniek voor de kartograaf. Zoals dat met alle technische vakken het geval is, kan er eigenlijk geen populair leerboek over de kaartproduktietechniek geschreven worden. Want een beschrijving van foto mechanische, fototechnische en druktechnische Processen kan nooit begrepen worden wanneer men niet tevens de optiek, de Chemie en fysica van het licht begrepen heeft. Aan een beschrijving van de handelingen, de apparaten, hun werkwijze heeft men niets wanneer men niet a. er zelf mee bezig geweest is; b. de fysische en chemische achtergrond heeft bestudeerd. Voor dit laatste moest men voorheen een leerboek Chemie der fotografie bestuderen. In het boek van Kloppenburg Staat juist zoveel chemie en fysica als men voor het beoefenen in de praktijk nodig heeft. Het boek ligt op H.T.S. niveau. Wie deze stof en de daarmee samenhangende praktijk beheerst kan een goede repro-fotograaf in een topo grafische dienst zijn. Liever dan een populaire inleiding is mij deze vaklite- ratuur, ook voor geografen en kartografen die de repro- techniek niet als vak beoefenen. In de zes h®ofdstukken 1.Die Fotografie (jawel, de ph is hier afgeschaft); 2. Fotofilme; 3. Die Kopierverfahrer; 4. Farbe und Karte; 5. Raster und Schrift; 6. Entzerrung und Pasz- systeme; worden talloze aanwijzingen voor de praktijk gegeven reeepten, tabellen, enz. Slaat men dit over, dan behoudt men nog een vrijwel alles omvattende behandeling van de repro-techniek, die veel beter in elkaar zit dan enig mij bekend hoofdstuk over dat onderwerp in een algemeen leerboek over kartografie. Voorts bezit het boek een voortreffelijke typografie. De meeste afbeeldingen zijn speciaal voor dit werk getekend. Afbeeldingen van kaarten komen er merk- waardigerwijs nauwelijks in voor, wat er weer op wijst dat men het werk naast de algemene leerboeken karto grafie moet gebruiken. Voor geograaf, geodetisch ingenieur, fotograaf en karto graaf een onmisbaar boek. C. K. K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1973 | | pagina 14