Een 'programma' betekent hier een instruktie aan een automaat om, in een vaststaande volgorde, een aantal handelingen met het aan de automaat gegeven getallenmateriaal te ver richten. De instruktie wordt in de vorm van een magneet- band, een ponsband of ponskaarten aangeboden en door de automaat 'ingelezen'. Daarna worden de getallen (eveneens in de vorm van magneet of ponsbanden of ponskaarten) aan de automaat gegeven (b.v. de geografische coördinaten van een punt op aarde of van de snijpunten van meridianen en parallellen). In enkele onderdelen van seconden volgen nu de x en y coördinaten in het kaartvlak, op een schrijfmachine uitgetypt. Het samenstellen van een programma voor een bepaalde projektie neemt echter vaak enkele weken of maanden in beslag. Beschikt men echter over zo'n pro gramma dan hoeft in principe niemand, waar ook ter wereld ooit meer een tabel of een formule te hanteren. Aan de University of Michigan in Ann Arbor is men, voor zover bekend, het verst met de programmering van de graadnet- konstrukties. W. L. Tobler 13 vermeldde in 1962 reeds 28 ver- schillende programma's (dus 28 verschillende projekties). Zijn interval is echter groot 10 graden tussen de meridianen en parallellen. De tijdsduur voor de automaat is 1600 punten per minuut. Inmiddels zijn van een groot aantal graadnetkonstrukties de programma's voor de tekenautomaat beschikbaar. Wenst men het graadnet te tekenen dan moet men er voor zorgen dat het net van snijpunten voldoende dicht is om een vloeiende, met de hand ge- trokken verbindingskromme mogelijk te maken. Wenst men geen handwerk dan moet met intervallen van 0,06 mm geinterpoleerd worden om vervolgens door de tekenautomaat de meridianen en parallellen te laten trekken. Dit kost aanzienlijk meer tijd en geld. Transformatie van graadnetten Het komt nog wel eens voor dat men een wereld- deel of regio in een bepaalde projektie wenst te tekenen, terwijl het voorbeeld dat men gaat overnemen (de eigenlijke inhoud van de kaart) in een geheel andere projektie en bovendien op een andere schaal is uitgevoerd. Er staan dan de volgende transformatiemethoden ter beschikking E a. Een dicht graadnet tekenen in de ge- wenste vorm en op de gewenste schaal. b. Het graadnet op de uitgangskaart ver dichten en daarna de inhoud met dit graadnet als steun op de nieuwe kaart overbrengen. II. a. Als 1 a. b. In een optische pantograaf een diffe- rentiele inpassing uitvoeren (per graad- eenheid). Dit is een methode die alleen bij een niet te groot vormverschil moge lijk is. III. a. Transformatieformules programmeren, en de topografie (kusten, plaatsen, rivie- ren) van het voorbeeld met een coördi- natenlezer digitaliseren. b. De inhoud van de kaart m.b.v. een tekenautomaat, na transformatie op de rekenautomaat in de nieuwe projektie tekenen. IV. M.b.v. een foto-transformator. De oor- spronkelijke kaart wordt met een tele- visiecamera opgenomen en het beeld wordt partieelsgewijs (differentieel) ge- transformeerd, zodanig dat de vorm in het nieuwe graadnet past14. In aansluiting op de vraag, gesteld in de titel van dit artikel, kunnen de volgende Stellingen geformuleerd worden 1. Het is nutteloos om de konstruktie van graadnetten uitvoerig te onderwijzen. Toepassingen daarvan komen in de praktijk vrijwel niet meer voor. 2. Inzicht in de theorie en in de eigenschappen van kaart- projekties blijft onmisbaar. 3. Kennis van de bestaande tabellen en van programma's voor de tekenautomaat is nodig. 4. De praktijkman dient toegang te hebben tot de 'pool' van geprogrammeerde graadnetkonstrukties. 69 CONCLUSIES NOTEN 1 E. A. Reeves, Maps and map making. London 1910. 2 A. B. Gedymin, Kartografija. Moskva 1946. 3 O. M. Miller I. Fischer, World maps and globes. Essential Books. New York 1944. 4 W. R. Tobler, Geographical coordinate computations. Part I and II. University of Michigan. Ann Arbor 1964. 5 D. H. Maling, The terminology of map projeclions. In International Yearbook of Cartography VII. Gütersloh 1967, K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1973 | | pagina 7