baarheid van de objecten in cijfers te waarderen. Daarbij werden de Objekten van grote omvang (bossen, rotsen) gescheiden behandeld van de kleinere, zoals huizen en bomen. De mate van herkenbaarheid werd uitgedrukt in vijf waar- deringen goed (1), tamelijk goed (2), voldoende (3), matig (4) en siecht (5). Daarnaast werd gevraagd het aantal bestede werkuren per foto paar op te geven. In onderstaande tabel is een Natuurlijk speelt hierbij de conclusie, ge- noemd onder c. een zeer belangrijke rol; f. het uitwerken van het sterk begroeide heuvel gebied vooral op de kleinere schalen meer moeilijkheden opleverde dan het vlakke terrein en het bergland. De waardering- cijfers waren resp. 1,9 (bergland), 2,00 (vlak gebied) en 2,9 (heuvelterrein) bepaald uit alle opnamen op de schaal 1:25.000. samenvatting van deze gegevens weergegeven (gerangschikt naar fotoschaal en type kamera). Hieruit kan worden afgelezen dat a. zoals te verwachten was, de interpretatie van het vlakke, drukke terrein veel meer arbeid vergde dan die van de beide andere gebieden; b. zoals eveneens te verwachten was, de omvang- rijkere Objekten gemakkelijker waren te interpreteren dan de kleinere; c. in het algemeen de interpretatie van de normaalhoekfoto's (f 21 cm) gemakke lijker gevonden werd dan die van de wijdhoek (f 15 cm) en superwijdhoek (f 8,8 cm). Gemiddeld over alle uitkomsten werd de mate van herkenbaarheid uitgedrukt als volgt normaalhoekfoto's 1,57 (tussen goed en tamelijk goed), wijdhoekfoto's 2,17 (tussen tamelijk goed en voldoende), superwijdhoek 3,30 (tussen voldoende en matig); d. uiteraard ook met de verkleining van de schaal de mate van goede uitleesbaarheid eveneens afneemt; e. bij de uitwerking van het vlakke gebied de normaalhoek opnamen ook een lichte voor- sprong tonen t.a.v. de benodigde werkuren. Bij het bestuderen van de resultaten bleek al heel snel, dat ook bij deze interpretatieproef- nemingen, evenals bij de vorige proeven van Kommissie E van de OEEPE, de klassifikatie van de wegen de grootste problemen opleverde. De oorzaak daarvan ligt natuurlijk mede in het feit dat de interpreteurs niet voldoende bekend waren met de wegentypen in Oostenrijk. De eerste beschouwing van de komplete resul taten, die hier natuurlijk niet in alle volledigheid kunnen worden weergegeven, wees ook uit dat ervaring een heel grote rol speelt. De foto- interpreteurs met veel ervaring, vooral ook in het terrein, behaalden de beste resultaten qua volledigheid van de interpretatie. Anders gezegd zij haalden er het meeste uit. De interpretatie van sterk bebost gebied leverde de grootste moeilijkheden op, maar bij kaartrevisie is dit een minder belangrijke faktor, omdat daar meestal weinig veranderingen hebben plaats- gevonden. Uiteraard kon ook al snel de konklusie worden getrokken dat foto-interpretatie alleen niet voldoende is. Verkenningswerk in het terrein is onontbeerlijk als aanvulling op een goed voorbereide foto-interpretatie. In Bijlage I is bij elk instituut ondermeer vermeld welke stereoscopen er voor de uit- werkingen zijn gebruikt. 148 Tabel aangevende de mate van herkenbaarheid van grote en kleine Objekten en het gemiddeld aantal benodigde werkuren per fotopaar vlak gebied heuvelgebied berggebied schaal 12.500 17.500 25.000 12.500 17.500 25.000 35.000 25.000 35.000 21 15 21 15 21 15 8.8 21 15 21 15 21 15 8.8 15 8.8 21 15 8.8 15 8.8 Omvangrijke 12 1 1 1 12 Objekten gem. 1 2 1 3 2 3 3 3 3 1 2 3 3 4 Rel. kleine 2 1 2 2 3 2 4 Objekten gem. 122233433 1 2 3 2 4 Aa"tal 49 65 65 71 56 73 59 werkuren gem. 29 21 26 26 23 22 21 18 21 22 20 18 20 20 Aantal werkuren gem. 23 20 K.N.A.G. Geografiseh Tijdschrift VII (1973) Nr. 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1973 | | pagina 6