De evaluatie van de ingezonden interpretaties was in handen van deskundigen van het Bundes amt in Wenen. Zij hadden lange ervaring in fotogrammetrisch kaarteren en verkennings- werk in het terrein t.b.v. de Oostenrijkse topografische kaart. De in totaal ingestuurde 39 interpretatie- resultaten van het vlakke gebied, de 54 resultaten van het heuvelland en de 25 van het hoog- gebergte werden door hen vergeleken met de gegevens verkregen uit terreinverkenning en van elke vergelijking werd op een aparte Staat het resultaat ingevuld. Deze resultaten werden ingedeeld naar de volgende criteria I korrekt gelnterpreteerd/herkend (volledige overeenstemming) II gedeeltelijk herkend (aard juist, klassifikatie niet juist); III niet gei'nterpreteerd/herkend (alle niet op- genomen Objekten); IV verkeerd gei'nterpreteerd (alle onjuist ge- interpreteerde Objekten). Na deze vergelijking werd het resultaat uit- gedrukt in procenten. Naast het gescoorde gemiddelde percentage werd in de formulieren ook het maximum en minimum percentage opgenomen. Daarbij werd de waarde 100 vertegenwoordigd door hetgeen door de topo- graaf in het terrein was aangegeven. In de categorie 'huizen in open terrein' bij- voorbeeld werd vermeld dat er in het te bewerken vlakke terrein 60 voorkwamen. In de bijbehoren- de Staat vindt men dan In het vlakke gebied werden 37 elementen vergeleken, in het heuvelland 18 en in het bergland 17. Op deze wijze is een zeer nauw- keurige verwerking van de ingestuurde resultaten uitgevoerd, waaruit zeer veel gegevens verkregen zijn. In de tabellen 1, 2 en 3 is getracht deze grote hoeveelheid zo goed mogelijk samen te vatten. In elf groepen, gerangschikt naar af- dalende percentages van gescoorde gemiddelden is weergegeven hoe de uitslag van de inter pretaties was. Daarachter is tevens nog vermeld met welke schaal/kamera-kombinatie de maxi male score en de minimale score werd behaald. De betekenis van de lettercode in de laatste kolommen is aangegeven onder elke tabel. Uit deze tabellen kan men de mate van de herkenbaarheid van de in de legenda vermelde topografische elementen aflezen. Dit Staat in de tweede kolom. Daar is namelijk het gemiddeld percentage van de scores van alle opnamen vermeld. De percentages, vermeld in de laatste twee kolommen, geven een indruk van de zekerheid waarmee het in de betreffende groep behaalde percentage is behaald. Liggen het minimum- en maximumpercentage ver uit elkaar, dan duidt dat op een geringere zekerheid dan voor dicht bij elkaar liggende percentages. Foutloze of praktisch foutloze interpretaties blijken bij de bewerking van het vlakke gebied betere kansen te hebben dan in het heuvelland en het bergland. Men dient uiteraard terdege in het oog te houden dat bepaalde topografische elementen soms heel zelden voorkomen. Een voorbeeld is in het vlakke gebied de groeve. Daarvan komen er slechts 2 voor. Het blijkt, bij de bestudering van de gedetailleerde gegevens, dat deze slechts voor 20 maximaal zijn herkend en dan nog alleen op de opnamen D (17500/21). De kans om deze groeven bij de interpretatie niet te herkennen is natuurlijk groter dan bij een veel vaker voorkomend topografisch detail. Een opmerking over de talen is hier op zijn plaats. Ondanks het feit dat de legenda zo duidelijk mogelijk is samengesteld (ook de beschrijving bij de details was goed door- gesproken), blijft het natuurlijk toch mogelijk dat er door de interpreteurs uit de verschillende landen niet dezelfde elementen onder dezelfde naam worden gerangschikt. 149 VERWERKING VAN DE RESULTATEN Objekt in de foto Huizen in open terrein Totaal in het gehele gebied, verkregen uit terreinverkenning 100 Goed gei'nterpreteerd gemiddeld max. min. 73 60 stuks 85 65 Fout ge'interpreteerd gemiddeld max. min. Niet gei'nterpreteerd gemiddeld 10 17 22 28 10 K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1973 | | pagina 7