VJ yv de bossen en natuurgebieden weinig bekend. Wel stond vast dat het recreatiegedrag van het publiek beperkt bleef tot de traditionele vormen van bosrecreatie als wandelen, fietsen, paard- rijden en picknicken. Bij deze activiteiten was het gebruik van toeristische kaarten nimmer duidelijk gebleken. Het waren immers de natuur- liefhebbbers, die bij hun zwerftochten gebruik maakten van topografische kaarten en in het kaartlezen een bij hun pionierschap passende bedrevenheid bezaten. Het was, ten tijde dat de idee van de voetspoorkaart werd geboren, duidelijk dat de gedetailleerde topografische kaart voor de in het kaartlezen minder of niet- gei'nteresseerde bezoeker niet de meest geschikte kaart was om als wegwijzer in het bos te dienen. Het feit dat het merendeel van die bezoekers ook niet of nauwelijks in Staat is een kaart te lezen maakte een andere aanpak nodig. Bovendien bestond er, en bestaat er nog steeds, bij het publiek een zekere schroom zieh zo maar op onbekende bospaden te wagen. Met een kaart alben was het Staatsbosbeheer er dus niet. De mens moest vanuit bekende punten de weg naar de bossen worden gewezen. Hij moest zieh zowel op de kaart als in het veld een wandeling kunnen uitkiezen waarop hij niet verdwalen kon en die hem binnen een gestelde tijd weer naar het beginpunt zou terugvoeren. Aan deze eisen moest een voetspoorkaart voldoen. Vanzelfsprekend hield dit ook in het geven van enige informatie als hoe er te komen, wat er te zien is, welke terreintypen men kan verwachten e.d. Het Staatsbosbeheer dat met zijn circa 70.000 ha bos- en natuurterrein een groot stuk milieu beheert ziet er zijn taak in de Nederlandse burger een eerlijke ontmoeting met de natuur te garanderen. Eerlijk in die zin dat niet een rimpelloze ontmoeting wordt nagestreefd daarvoor zijn bepaalde vormen van vermaak door anderen ontwikkeld en dat b.v. een onweersbui onderweg of een smal, wat mul of wat drassig päd verrassingen zijn die de natuur, grillig als zij is, voor de mens zo nu en dan in petto heeft. Werkwijze Het tijdstip waarop wordt besloten een voet spoorkaart van een gebied te maken wordt bepaald door de stand van het voorzieningen- niveau en het moment waarop het recreatie- beleid op lange termijn voor dat gebied is vastgesteld. Dit laatste is ten nauwste gebonden aan de draagkracht van het gebied, waarmee wordt bedoeld het aantal bezoekers dat een gebied per tijdseenheid zonder schade kan verdragen. Het verschijnen van een voetspoorkaart moet tevens een pauze inluiden in de recreatieve ontwikkeling van dat gebied. De gebruiker moet in de kaart een wegwijzer vinden die werkelijk aangeeft wat er is en niet in de war mag worden gebracht door veranderingen die gedurende de looptijd van een kaart zijn aangebracht. In de praktijk is dit laatste niet altijd eenvoudig, want plano- 321 mvän mOOMXNMKSmN iügBi Bos i tHeide i Staatsbosbeheer Zandverstuiving Bos Heide Zandverstuiving Water Geslofen bebouwing Niet toegankelijlc ANWB- wegwijzer ANWB- paddestoel Ander eigendom Fig. 1Fragment Voetspoorkaart nr. 4. Boswachterij Dwingelo, Uitgave Staatsbosbeheer 1972. (Ver- kleind tot op 2/3). K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1973 | | pagina 11