voor de historisch-geograaf, maar de waarde
ervan wordt voor historisch onderzoek nu
eenmaal minder hoog aangeslagen omdat ze uit
een jongere periode stammen.
Naarmate onze generatie zieh meer en meer
onplezierig begon te voelen bij het toenemende
aantal inwoners in ons land en de daarmee
gepaard gaande aantasting van het natuurlijke
landschap en intensiever gebruik van de ruimte
nam de belangstelling voor 'hoe het vroeger was'
toe. Om een beeld te krijgen van de bewoning
van Nederland anno 1850-1860 diende men
allerlei topografica en statistieken te raadplegen,
en ook de eerste topografische kaart, die immers
tussen 1850 en 1864 was uitgegeven. Op de
bladen van deze eerste editie Staat het jaar van
de terreinopname, de zgn. verkenning, vermeld.
De 62 bladen zijn successievelijk in de boven-
genoemde periode versehenen, maar men blijkt
zieh te kunnen vergissen in de juiste datum van
de werkelijke terreinweergave. Na de eerste
druk heeft men voortdurend revisies op de
druksteen aangebracht opdat een volgende
afdruk geheel up to date zou zijn (b.v. de pas
aangebrachte verharding van wat eerst een
zandweg was, gereedgekomen inpolderingen,
kanaalaanleg enz.). De onderaan het blad
vermelde jaartallen van verkenning en gravure
werden bij deze revisies helaas niet gewijzigd.
In deze tijd van milieubescherming en conser-
vering van het oude landschap en van de oude
bewoningskernen is een betrouwbare en volledige
weergave van die oude toestand natuurlijk
onmisbaar. De oudste Topografische en Militaire
kaart werd in de loop van de jaren 1960-1970
her-ontdekt, waarbij de waardering voor wat
de tekenaars uit de vorige eeuw gepresteerd
hebben in loffelijke woorden alom verkondigd
werd. Helaas zijn er heden ten dage maar
weinig exemplaren van de kaart overgebleven
naar schatting bestaan er op het ogenblik niet
meer dan een of hoöguit enkele complete
exemplaren van de eerste editie van deze oudste
nederlandse topografische kaart op de schaal
1:50.000. Zelfs in de Rijksarchieven en in de
overige gerenommeerde kaartcollecties treft men
geen volledige eerste drukken aan. Het lijkt
dan ook zeer waarschijnlijk dat voor deze
heruitgave van alle zijden veel belangstelling
zal bestaan. De prijs van de oude kaart is op
veilingen, gehouden tussen 1950 en 1973,
opgelopen van fl 20 tot fl 1000, terwijl ook voor
losse bladen, mits in onbeschadigde toestand,
tussen fl 25 en fl 50 gevraagd wordt. Ieder die
op serieuze wijze kennis wilde nemen van de
Nederlandse topografische gesteldheid in de
vorige eeuw was haast wel gedwongen om naar
de bibliotheek van de Topografische Dienst in
Delft te reizen, om aldaar de eerste druk te
kunnen raadplegen. Dankzij de heruitgave is
deze consultatie in Delft niet meer nodig,
hoewel voor het raadplegen van o.a. manuscript-
minuten een bezoek aan de bibliotheek van de
Topografische Dienst noodzakelijk zal blijven.
(Hetgeen trouwens een aangename ervaring is
vanwege de deskundige Service die men aldaar
geniet, waarbij de kaartenliefhebber meestal zijn
kennis kan vermeerderen).
De bewondering voor de prestaties van de
tekenaars uit de vorige eeuw is in de plaats
gekomen voor de kritiek die men op de over-
ladenheid van de kaart soms heeft geuit. Met
behulp van een vergrootglas is het mogelijk
om de kaart op een ontspannen wijze te lezen,
zoals hij indertijd ook onder een vergrootglas
getekend moet zijn. De afwezigheid van kleuren
anno 1850 bracht cje noodzaak van een groot
aantal getekende Signaturen met zieh mee. Deze
Signaturen verschillen onderling in struetuur,
vorm en lijndikte. Ze werden gebruikt om er het
grondgebruik mee aan te geven bouwland met
heggen, weiland met sloten, al of niet met
bomen längs de sloot, hoge weidegrond, laag-
veen, hoogveen, hoge heide, veenplassen,
moeras, ontginning, enz. Voor de vegetatie
werden Signaturen gebruikt die het onderscheid
tussen bos, bomen en heggen, tussen moestuinen,
boomgaarden, parken en buitenverblijven aan-
gaven. Kortom, de kartografische weergave van
bodemgesteldheid, bewoning en grondgebruik is
dermate compleet en karakteristiek, dat men
van de luchtfoto uit de 19de eeuw zou kunnen
spreken. Dankzij de bekwaamheid van de kaart-
tekenaars uit de vorige eeuw, die op dit niveau
vandaag de dag niet meer bestaat, heeft de
historisch-geograaf een afdruk van de realiteit
anno 1860 in handen gekregen. Men zou deze
topografische kaart een fossiel kunnen noemen
het levende landschap van toen, met zijn
bewoners, bestaat niet meer; het is uitgestorven.
Een contemporaine afdruk is dankzij toevallig
aanwezige optimale voorwaarden voor ons,
20ste eeuwers, achtergelaten. Een omstandigheid
die niet hoog genoeg geschat kan worden en
waarvan de betekenis zieh tot redding van het
in verval verkerende Nederlandse landschap kan
uitstrekken.
Tussen 1960 en 1970 werd door beoefenaars van
de historische geografie en van de historische
kartografie bij verschillende gelegenheden de
wens tot heruitgave van de eerste editie van de
Topografische Kaart geuit. Eindelijk, op 21 april
386
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. 5