een thematische uitbreiding belangrijke delfstoffen,
olie- en gaspijpleidingen worden nu ook aangegeven.
De kaarten hebben een formaat van 107 X 85 cm,
de prijs bedraagt, op stokken en linnen gemonteerd,
fl 78,00. De hoogtetinten op deze kaarten zijn goed
gekozen; de rode rasters in het gebied hoger dan 2000
meter maken de namen daar echter moeilijk leesbaar.
De schaduwing geeft een plastisch en fraai beeld van
het relief.
De keuze van de weergegeven plaatsen is bij alle kaarten
tegelijk een goede aanduiding van de bevolkingsdicht-
heid. Hetzelfde geldt voor de weergegeven mijnbouw-
symbolen. Op de kaart van Afrika springen bijv. de
'mijnbouwprovincies' Katanga-Copperbelt en Witwaters-
rand er duidelijk uit. Ook de Westafrikaanse en Latijns-
Amerikaanse landen worden d.m.v. deze Symbolen
naar hun belangrijkste uitvoerprodukten gekarakteri-
seerd. Voor alle kaarten blijven er wensen, wat de
algemene goede indruk echter niet wegneemt olie-
pijpleidingen van de Libische aardolievelden naar de
kust dienen opgenomen te worden, de hoofdsteden der
Canarische eilanden kan men beter weglaten. De hydro-
grafie en de hydrografische namen hadden in het algemeen
wat duidelijker gekund. Afgaande op de legenda lijkt
het of het Victoriameer op de kaart van Afrika een
stuwmeer is wellicht kan de legenda op dat punt
verduidelijkt worden; op dezelfde kaart Staat Bakoe als
hoofdstad van de Sovjetunie aangegeven.
Wandkaart van de Sovjetunie
Deze wordt evenals de Derde Wandkaart van Nederland
en de Nieuwe Wandkaart van Europa in een 'econo-
mische' uitvoering gebracht, wat wil zeggen dat men
met kleuren in plaats van hoogtetinten het grondgebruik
en de vegetatie heeft aangegeven; het relief blijkt uit
de bergschaduwing. Het formaat is 100 X 140 cm;
de prijs fl 77.00.
Er is hier, in tegenstelling tot de kaart van Europa, sprake
van eilandkartografie de buiten de Sovjetunie gelegen
gebieden zijn niet van bodemgebruikstinten voorzien.
Met betrekking tot de reliefweergave heeft dit het
volgende nadeel in de Sovietunie is er van de schaduwing
weinig te zien, daarbuiten komt de schaduwing duidelijk
uit. Er is weinig contrast tussen de Signaturen voor
'improduktief', 'ondiepe zeeen' en die voor de gebieden
buiten de Sovjetunie.
De opbouw van de legenda is niet helemaal logisch.
Zo kan men het begrip 'cultuurgrond' beter als verzamel-
begrip voor de verbouw van alle cultuurgewassen nemen,
in plaats van de meer intensieve akkerbouw daar niet
toe te rekenen. Het begrip grasland kan men beter
geheel vervangen door 'extensieve veeteelt', wat nu
tussen haakjes toegevoegd is, des te meer omdat ook
de toendra's längs de Noordelijke IJszee met deze
signatuur aangegeven zijn. In plaats van rijstbouw
verdient het aangeven van katoenverbouw de voorkeur.
Zowel de mijnbouw- als agrarische Symbolen zijn
kwantitatief gezien bijzonder goed geplaatst. Ze geven
nl. door locatie en aantal een proportioneel juiste weer-
gave van de productie van de verschillende gewassen
en mineralen. Misschien is het mogelijk bij een volgende
druk de nederzettingen alleen door vormverschillen
naar grootte te differentieren en niet meer d.m.v. kleur.
Het is nu zo, dat zowel bij nederzettingen als bij mijn
bouw van rode en zwarte al of niet Vierkante Symbolen
sprake is, wat verwarrend werkt. Een andere wens is
het aangeven van de grenzen van het pakijs.
Ondanks deze onvolkomenheden geeft de kaart, dankzij
de juiste kwantitatieve verdeling der Symbolen en de
duidelijk gekleurde en goed gegeneraliseerde grond-
gebruikzones, een bijzonder duidelijk beeld van belang
rijke facetten van de Sovjet-economie. Wat dat betreft
kan men met belangstelling uitzien naar de economische
kaart van de Verenigde Staten, die ook bij Wolters-
Noordhoff in bewerking is.
F. J. O.
Wandkaarten van landen van Europa. Belgie en Luxem
burg,schaal 1 300.000.
Het totaal van het kaartbeeld wordt vooral bepaald door
fysisch-geografische gegevens. De relatieve hoogte-
voorstelling komt op de kaart vrij redelijk naar voren
door de zes hoogtezones, een voor de continentale
depressie's en voorts 0-50 m, 50-100 m, 100-200 m, 200-
500 m en 500 m en hoger. De in het algemeen te kleine
schaal van de kaart speelt hier in zoverre een rol, dat
geen verdere detaillering kon worden aangebracht,
waardoor landschappelijke eenheden als bv. de polders,
begrensd door de 5 m-isohypse, niet afgelezen kunnen
worden. Aanduiding van zee(on)diepten ontbreken
geheel.
De absolute hoogteaanduiding vinden we terug in een
aantal sterk gespreid liggende punten van de Belgische
driehoeksmeting. De plastische reliefvoorstelling door
bergschaduwtekening kan als geslaagd beschouwd wor
den. Een bespreking van de hydrografie van Belgie is
(atgezien van de schaal) aan de hand van deze kaart
vrij goed mogelijk, o.a. door duidelijk ingetekende
kunstmatige waterwegen, hier tegenover Staat dat het
rivierstelsel als geheel op grotere afstand minder goed
afleesbaar is.
De beschrifting van de kaart is vanuit de klas niet te lezen
en verstoort het kaartbeeld in het geheel niet, wel störend
zijn de te zwaar uitgevoerde situatie/grootte-symbolen
voor de Steden en de grove aanduiding van de provincie-
grenzen, die op een kaart als deze nauwelijks funktioneel
te noemen zijn.
Spanje en Portugal, schaal 1 500.000.
Frankrijk, schaal 1 500.000.
Het kartografisch karakter van beide kaarten komt, o.a.
in de keuze van de toegepaste hoogtekleuren, overeen.
Afgezien van de bij deze derde druk gebruikte (matige)
bergschaduwtekening, betreft het dan ook een vrij
klassieke presentatie.
Op beide kaarten wordt door het opnemen van een deel
der wijdere omgeving de relatieve ligging der staten
duidelijk aangegeven. Tegenover dit positieve punt staan
de te kleine schaal en de te sterk overheersende situatie/
grootte-symbolen der Steden, ook de autowegen en
spoorlijnen zijn tegen de ondergrond der hoogtekleuren
wat te zwaar aangegeven.
Wat merkwaardig doet het symbool 'bijzonder gebouw'
aan, het enige wat daarmede op de kaart wordt aange
geven is het klooster Montserrat. Wordt dit geacht een
funktie te hebben in het totaal van het kaartbeeld van
een land? De eenvoud van de totale conceptie der
beide kaarten maakt ze geschikt voor het basisonderwijs.
Noord-Amerika, schaal 1 8.000.000.
Zuid-Amerika, schaal 1 8.000.000.
Azie, schaal 1 10.000.000.
Australie, schaal 1 6.000.000.
Bovengenoemde kaarten hebben allen dezelfde karto-
grafische opzet. Het kaartbeeld is opgebouwd uit een
392
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. 5