BESPREKINGEN
393
kombinatie van fysisch-geografische en sociaal-econo-
mische gegevens. De relatieve hoogtevoorstelling door
middel van hoogtezones en bergschaduwtekening komt
het beste tot zijn recht op de kaarten van Noord- en
Zuid-Amerika, minder op de kaart van Azie. Merk-
waardig is in dit verband, dat op kaarten uit dezelfde
serie en van 6dn uitgever de indeling in hoogtezones
niet op elke kaart dezelfde is! Voor het snel en juist
interpreteren van een kaartbeeld door een leerling is
het noodzakelijk dat de legenda standaard is! Van de
zeediepten wordt slechts het continentaal plat als aparte
eenheid aangegeven.
Vooral de kaart van Azie maakt door het opnemen van
een hoog aantal relatief grote Symbolen betreffende
mijnbouw en Steden, een overladen indruk, waardoor
het effektief gebruik in de klas sterk beperkt wordt.
De kombinatie van fysisch-geografische en sociaal-
economische gegevens veroorzaakt een minder nauw-
keurig waarnemen der afzonderlijke gegevens.
Voor de serie Wandkaarten van de Werelddelen geldt,
evenals voor de serie Landen van Europa, dat de schaal
der kaarten (mede in verband met de grootte der gebruikte
Symbolen) te klein is.
J. W. SAGIUS
Bakker, P. en J. van Westrhenen, De kaart, model van
de werkelijkheid. Wolters-Noordhoff n.v., Groningen
1973. 21 x 17 cm, 52 pp., 27 ill. Prijs fl 5,25.
Het is voor de maker van kaarten en atlassen voor
schoolgebruik van grote betekenis te weten op welke
wijze deze kartografische Produkten in het aardrijks-
kunde-onderwijs funktioneren. Informatie Over het
behoeftepatroon in het onderwijs is voor hem van levens-
belang.
Anderzijds blijft het een open vraag of de vele gegevens,
die doelbewust en met grote (kartografische) inspanning
in kaart en atlas bijeengebracht zijn, door de gebruiker,
i.e. de leerling, wel maximaal en optimaal benut worden.
Zowel bij de weg van gebruiker naar maker, als ook
omgekeerd bij de overdracht naar de leerling, speelt
vanzelfsprekend het inzicht en de deskundigheid van de
docent een belangrijke rol. Om nu de informatie-
overdracht via kaart en atlas te bevorderen, en daarbij
tevens de docent een bruikbaar hulpmiddel te verschaffen,
is een algemene inleiding over het gebruik van kaarten
in feite onmisbaar. Met de bovengenoemde publikatie
van Bakker en van Van Westrhenen wordt dan ook
voorzien in een duidelijk aanwijsbare leemte. Men
vraagt zieh verbaasd af waarom een dergelijk boekje
al niet veel eerder verscheen
Het boekje geeft in de eerste hoofdstukken een beknopt
overzicht Over het wezen, de inhoud en de vervaardiging
van kaarten (pp. 7-35). Kort gezegd informatie welke
voor een optimaal funktioneren van kaart en atlas
essentieel is. Dat de auteurs, van huis uit geen karto-
grafen, daarbij wel eens een steek laten Valien, doet aan
de waarde van deze körte inleiding weinig af. Enkele
onderwerpen worden echter zo summier en onvolledig
afgedaan (b.v. par. 4.4. en 4.5.) dat ze in deze vorm
beter weggelaten hadden kunnen worden. Verder is de
indeling van kaarten in par. 1.2. niet naar het doel,
maar naar de inhoud gericht. Bij afb. 11 wordt gesproken
over de nulpuntsverschuiving van het Nederlandse
coördinatensysteem; dit is hier echter niet ter zake,
maar hoort thuis bij de behandeling van rechthoekige
coördinaten (pp. 39-41).
De opzet en het resultaat van generalisatie (par. 5.2.)
wordt duidelijk uiteengezet. De accentuering. als belang-
rijk onderdeel van de generalisatiemethode, wordt
hierbij echter met een verkeerd voorbeeld toegelicht.
De keuze van de kleur rood voor doorgaande wegen
op de topografische kaarten valt meer binnen het kader
van een funktioneel gebruik van Symbolen en kleuren.
Een duidelijk voorbeeld van accentuering is b.v. het
verbreed voorstellen (d.w.z. niet in overeenstemming
met de schaal) van de wegen.
Tenslotte wordt in par. 5.3. een onderscheid ingevoerd
tussen de begrippen symbool en signatuur. In kartografen-
kringen is dit nog nooit op deze wijze uitgesproken. De
werkgroep kartografische terminologie heeft voor het
nieuwe internationale vakwoordenboek van de ICA
de begrippen kaartteken, symbool en signatuur niet
onderscheiden!
In het laatste deel van het boekje (pp. 36-51) gaan de
auteurs dieper in op het gebruik van kaart en atlas,
waarbij naast het lokaliseren van Objekten en verschijn-
selen (de meest elementaire vorm van kaartgebruik)
ook de 'hogere funkties' van de kaart aan de orde
komen de weergave van ruimtelijke spreidingspatronen
en de geografische beeldvorming. De behandeling van
het coördinaten-systeem en de toepassing daarvan munt
uit in duidelijkheid. De aanbeveling om bij de opgave
van coördinaten de honderdtallen weg te laten (als het
kaartblad bekend is) volge men liever niet op; mede in
verband met de nulpuntverschuiving is een volledige
opgave van coördinaten zeer gewenst (en ook alom
gebruikelijk).
De uiteenzetting over kaartanalyse en -interpretatie
is vooral toegespitst op de overzichtskaarten uit de atlas.
Over de toepassing van thematische kaarten en karto-
grammen was in dit kader meer te zeggen geweest.
In zijn algemeenheid is de stof, zij het beknopt, goed
leesbaar en begrijpelijk neergeschreven. Sommige onder
werpen krijgen wat te veel aandacht (kaartprojekties),
andere te weinig (thematische kaarten). De illustraties
zijn duidelijk en funktioneel. De opdrachten achter de
verschillende paragrafen nodigen tot zelfwerkzaamheid
en verhogen daardoor de didaktische waarde van dit
uiterst nuttige boekje.
P. W. G.
La France Geographie physique et humaine. Cartes,
schdmas et graphiques pour les travaux pratiques des
classes de 3e, 2e et Hre. Uitgave Michelin, Parijs 1971.
Tweezijdig bedrukt kaartblad. 90 x 50 cm. Prijs fl 4,-.
Met de publikatie van dit kaartblad heeft de bekende
uitgever van auto- en toeristenkaarten, Michelin, zieh
begeven op een nieuw terrein de schoolkartografie.
Op dit kaartblad, dat wordt aangekondigd als een
verlengstuk op de bestaande aardrijkskundeboeken,
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. 5