395 In het aparte hoofdstuk Over thematische kartografie wijkt de indeling en benaming van de kaarttypen af van de eerder gebezigde b.v. 'Representation dyna- mique' in plaats van 'Systeme des Vecteurs'. Dit hoofd stuk geeft een positieve beoordeling van het gebruik van anamorfoses en van de 3-dimensionale weergave van kwantitatieve verschijnselen. De nadruk valt verder op wiskundige maten waarmee men statistische gegevens kan karakteriseren. Veel uitgebreider, en ook homogener van opbouw is het hieraan voorafgaande hoofdstuk over de topografische kartografie. Het behandelt systematisch de opbouw van de kaart, de kaartondergrond, het principe van het symboliseren, en de invloed daarop door schaalwijzi- gingen, en de keuze van Signaturen voor de verschillende elementen van de topografie. Veel nadruk legt Cuenin op de ontwikkeling van de hoogtevoorstelling aan de theorie van de hoogtelijnen- constructie wordt veel ruimte gegeven, evenals aan schaduwing. De evolutie van de hoogtetinten wordt indringend behandeld met ook de bijdragen van Duitsers en Oostenrijkers daarin. Niet alleen dit hoofdstuk maar ook de rest van het boek is uitstekend gei'llustreerd. Niettemin is de aanschafprijs (te) hoog. Tome 2, Methodes et techniques de production, is in 1973 versehenen. Het behandelt de reproductietechnieken en de kaartredactie. F. J. O. Eduard Imhof, Thematische Kartographie. Lehrbuch der Allgemeinen Geographie, Band 10. 370 pp., waarvan 30 pp. bibliografie; 153 afbeeldingen, 24 X 17 cm. Uitg. Walter de Gruyter, Berlin 1972. Prijs DM 68,-. Imhof schreef dit nieuwe leerboek over de thematische Kartografie met de onuitgesproken wens iets praktischers te brengen dan de twee bestaande theoretische kolossen op dit gebied. Dat is zeker gelukt het is een compacte, overzichtelijke handleiding voor de vormgeving van kaarten geworden. Er is terecht geen sprake van een aanpak uitgaande van het kaartthema; er wordt gewerkt vanuit de opbouw van de kaart uit grafische elementen, gegroepeerd tot specifieke vormen van kartografische expressie. Zoals we van deze didactische grootmeester gewend zijn, behandelt Imhof alles op logische en heldere wijze. Voorbeelden van hoe iets wel of niet moet geeft hij vaak naast elkaar en hij neemt bij foutieve oplossingen geen blad voor de mond, wat wel zo verhelderend werkt. Het is jammer dat het boek niet nog meer illustraties heeft. Met al het prachtige materiaal uit de Atlas der Schweiz lagen de voorbeelden voor het oprapen en bij een aantal onderwerpen, zoals generalisering en automatisering, worden ze gemist. Het boek is echter door deze beperking goed hanteerbaar gebleven. De leerstof wordt in drie delen behandeld Algemene grafische elementen; Vormen van kartografische expressie; Opbouw (structuur) van thematische kaarten. Bij de grafische elementen worden ook hun effecten op de kaartlezer (hun waarnemingseigenschappen) nagegaan, aan de hand van hun onderscheidingsmogelijkheden. Dit is een nieuw gebied bij Imhof, dat echter, behalve bij kleur, niet verder uitgewerkt wordt. Dit laatste geldt ook voor de vormen van kartografische expressie. Aanvankelijk worden deze in een nieuw informatica-jasje gehuld, om echter al snel weer op de traditionele manier verder te gaan. De functie van de kaart en verschillen in functie tussen kaarten, tabellen of diagrammen worden niet behandeld. Dit traditionalisme blijkt ook bij vergehjking met Imhof's belangwekkende artikel "Thematische Karto graphie. Beiträge zu ihrer Methode", dat hij in 1962 in Die Erde publiceerde er zijn geen wezenlijke ver- anderingen. Dit heeft als voordeel een weldoordachte geleding van de leerstof. Er is ook een belangrijk nadeel, en dat is de gehechtheid van Duitstalige kartografen aan hun onuitroeibaar vooroordeel tegen wat ze de 'Pseudo-Isolinie' noemen, evenals tegen Anamorfoses ('Karten-karikaturen') en Statistical surfaces ('Block bilder'). Juist hierdoor remt men de mogelijke inbreng van de Computer op het gebied van de thematische kartografie af. Hier staan wel erg veel hoogtepunten tegenover de behandeling van fundamentele kartografische begrippen aan het begin, de behandeling van de generalisering, van geografische namen (kom daar maar eens om in een kartografisch leerboek), van de beschrifting, van de minimale afmetingen van kaartelementen, van de generalisering, en ook de tientallen onmiddellijk bruik- bare tips die hij uit zijn door ervaring zwaargeladen mouwen schudt. Imhof heeft met dit werk bewust geen allesomvattend handboek gebracht. Overal waar op een bepaald deel- gebied van de kartografie al een duidelijk artikel of boek bestond, heeft hij daarnaar verwezen. Hierbij blijkt ook zijn internationale orientatie, wat in de Duits talige kartografie iets bijzonders is. Ondanks de hoge leeftijd van de auteur is het een fris werk niet in het minst door het zieh afzetten van Imhof, praktijkman als hij is, tegen de kartologen ofwel al die lieden die over kaarten schrijven zonder ze zelf te maken. F. J. O. Hugh Johnson, Spectrum Wijnatlas. Onder redactie van Wina Born. Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen 1971, 30 X 23 cm, 272 pp., 143 krtn. Prijs fl 64,-. Deze atlas is een Nederlandse bewerking van The World Attas of Wirte, een produktie van Mitchell Beazley Ltd. te Londen. Vertaling en redactie werden verzorgd door Wina Born. Kartografische supervisie H. Fullard; kartografie Fairey Surveys Ltd. Niet alleen als voorbeeld van een thematische atlas vormt deze wijnatlas een boeiend en smakelijk geheel. Naast kartografisch ge'interesseerden zullen vooral lief- hebbers van fraaie kijkboeken en genieters van edele wijnen zieh met genoegen in dit standaardwerk van allure kunnen verdiepen. In deze encyclopedische atlas wordt de wereld van de wijn in alle facetten belicht. Na een uitvoerige inleiding over de wijnbouw en wijnbereiding (pp. 10-35) en het genieten van wijn (pp. 36-49) volgt een regionale behan deling (pp. 50-237), welke een volledig overzicht geeft van alle wijnbouwgebieden ter wereld. De meeste aandacht krijgt Frankrijk, het wijnland bij uitstek (pp. 50-123), vervolgens Duitsland (pp. 124-147) en overig Europa, Afrika en Azie (pp. 148-211). Ook de Nieuwe Wijnlanden, nl. de Verenigde Staten, Aus- tralie en Zuid-Afrika, worden niet vergeten (pp. 212- 237). In een slothoofdstuk wordt aandacht besteed aan het distilleren van wijn. Deze regionale behandeling vormt een handzame gids van de wijnverbouwende streken op aarde. Vooral voor wat betreft dit gedeelte heeft men de mogelijkheden van kartografische weergave beseft en toegepast. Wijn bouw is immers een plaatsgebonden bezigheid, waarvan K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1973 | | pagina 19