geografen. De taal van de kaart is daarbij van
ongeevenaarde welsprekendheid, al voltrekt deze
zieh zonder omhaal van woorden in een geruis-
loos geestelijk communicatieproces.
De grote interesse die onze generatie voor het
leven in de 19de eeuw heeft, manifesteert zieh
ook in de interesse voor 19de-eeuwse topografica,
waaronder kaarten, tekeningen, prenten, prent-
briefkaarten, reisgidsen, toeristische reclame,
enz. verstaan worden. Voor de Studie van de
topografische gesteldheid van Nederland in de
tijd dat wij dit gewest met slechts drie miljoen
mensen bewoonden wordt bij voorkeur naar
de eerste editie van de zgn. 'Topographische en
Militaire kaart van het Koningrijk der Neder-
landen' gevraagd, omdat deze de eerste uit-
gegeven kaart is die ons land geheel op de
uniforme schaal van 1:50.000 bedekt.
De 'Topographische en Militaire Kaart' is in
de 19de eeuw niet op grote schaal onder het
publiek verspreid geweest. Hiervoor zijn twee
redenen aan te wijzen in de eerste plaats was
de oplage beperkt tot enkele honderdtallen,
maar ook was de verkoopprijs zodanig hoog,
dat niet velen zieh in die dagen de aanschaf
van een of meerdere kaartbladen konden
permiteren. Voor een enkel blad moest immers
fl 2,80 worden neergeteld. Wanneer men bedenkt
dat het dagloon van een steengraveur (een hoog
gekwalifieeerd vakman!) toentertijd ongeveer
fl 3,50 bedroeg, kan men zieh enigszins een
beeld vormen van de kostbaarheid van de kaart.
Hoewel door militaire topografen samengesteld,
was de kaart in de eerste plaats bestemd voor
de civiele kaartgebruiker. Het Departement van
Oorlog achtte de samenstelling en publikatie
ervan voor het hele land niet van militair
belang. Dat het tenslotte toch tot een gedrukte
kaart gekomen is, danken we aan de militaire
kartografen van de Militaire Verkennings Bri
gade en van het Topografisch Bureau, twee
militaire dienstvakken waaruit later de huidige
Topografische Dienst zou ontstaan. Dankzij
hun jarenlang aandringen werd tenslotte de
toestemming tot de produktie en publikatie
verleend, waarmede de voortdurende en regel-
matige topografische kaartering van Nederland,
zoals zij tot op heden voortduurt, een aanvang
kon nemen.
Mede ten gevolge van haar ontstaanswijze
(door verkleining van kadastrale plans op de
schaal 1:2500 en aanvulling hiervan met topo
grafische details in het terrein) heeft de oude
stafkaart naar hedendaagse begrippen een wat
overmatig gedetailleerde inhoud. Voor toeris-
tisch gebruik (zo men daarvan reeds anno 1865
mag spreken) was de "Topographische en
Militaire Kaart" daardoor minder geschikt.
Toen in 1883 de Algemene Nederlandse Wiel-
rijders Bond werd opgericht kon men aan de
fietsers gelukkig een meer doelmatig produkt
ter beschikking stellen de in 1870 gereed
gekomen "Topographische Atlas van het
Koninkrijk der Nederlanden" op een schaal
van 1:200.000, door de Topografische Inrichting
uitgegeven en in 1885 gevolgd door een gekleurde
uitgave. Zowel de groot-formaat bladen van de
in zwart gedrukte Topografische kaart 1:50.000
als de 'in chromo' uitgevoerde kleine blaadjes
van de kaart 1:200.000 verwekken enthousiaste
reacties bij al diegenen die zieh in onze dagen
in de geschiedenis van de 19de-eeuwse neder
landse topografie gaan verdiepen. De waardering
van deze oude kaarten berust niet alleen op de
bekoring die er van zo'n oude druk met zijn
sierlijke letters en mooie zachte kleuren uitgaat
maar ook op de niet te overtreffen rijkdom aan
details en op de uiterst minutieus uitgevoerde
tekening.
Hoewel de leer van de moderne kartografie een
dermate 'volgestouwde' overzichtskaart 1
200.000 afwijst, werd zij in de 19de eeuw zonder
protest geaeeepteerd, ook door de civiele
gebruiker. Immers, de 'Wielrijdersatlas', uit
gegeven door de ANWB omstreeks 1890 en
tot in de dertiger jaren van onze eeuw herdrukt
als de 'Atlas van Nederland' in 36 kleine
blaadjes, was even 'vol' als de 1:200.000 kaart
van de Topografische Dienst. Ook van de
ANWB 'Wielrijdersatlas' gaat een bekoring uit
die voor een groot deel op het sentiment berust
dat een zieh verdiepen in grootvaders tijd met
zieh mee brengt. Afbeeldingen van de allereerste
wegwijzers voor fietsers, op zulke op heel fijn
linnen geplakte kaarten aangebracht, verhogen
de bekoring.
De vroege ANWB-kaarten hebben er veel toe
bijgedragen dat de kaart 1:200.000 van de
Topografische Dienst erg gevraagd geweest is.
Met de populariteit van de kaart 1:50.000 bleef
het in de 19de eeuw door de in het voorgaande
geschetste oorzaken matig gesteld, hoewel zij
voor wetenschappelijk werk wel degelijk haar
kwaliteit bewezen heeft. Pas na de verschijning
van de nieuwe kaartserie op de schaal 1:25.000
vanaf het jaar 1864 (waarvan de bladen aan-
vankelijk echter alleen in de militaire uitvoering
versehenen) valt een aanzienlijke toename in
het gebruik van de grootschalige topografische
kaarten te constateren. Ook de oudste gekleurde
editie van deze kleine blaadjes 1:25.000 is erg
aantrekkelijk voor de kaartenverzamelaar en
384
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VII (1973) Nr. 5