xxxxx naffsitfi
de van verschillende (combinaties van) line-
printersymbolen minder geschikt. Bovendien
zal in geringe mate, t.g.v. het verschil in inkt-
intensiteit, ook de omvang van het bedrukte
oppervlak varieren. Dit is echter een aspect
dat in dit onderzoek niet betrokken is.
De oppervlakte-metingen zijn uitgevoerd door
de Heer D. Schoonderbeek van de Stiboka in
Wageningen met een electronische Scanner, een
Quantimet 720 (image analyzing Computer).
Gemeten zijn de oppervlakken van groepen
homogene Symbolen of symboolcombinaties.
4) Keuze van de symboolcombinaties
Om het aantal te meten symbool-combinaties
terug te brengen tot een overzichtelijk aantal
werd van te voren een aantal eisen opgesteld
waaraan deze combinaties moesten voldoen. De
eerste eis was Symmetrie in verticale richting,
opdat het symbool niet störend en afleidend in
een bepaalde richting zou wijzen. Het moesten
bij voorkeur gesloten of eenvoudige figuren
zijn, en ze moesten een regelmatige verdeling
over het vlak vertonen. Omdat bij lineprinters
de verhouding van de X-coördinaat tot die
van de Y-coördinaat minimaal 5 6 is, Valien
door deze laatste eis alle onderkast-letters uit.
Met de overblijvende Symbolen werd geexperi-
menteerd. Een groot aantal combinaties werd
uitgeprint en gemeten, waarbij Symbolen die
veel op elkaar leken niet alle werden onder-
zocht (bijv. de U niet omdat hij evenals de nul
teveel op de 0 lijkt, evenals C, G en Q; de letter
I en het cijfer 1Y en V, etc,)
De metingen
De oppervlaktemetingen van de symboolcom
binaties met de Quantimet 720 zijn gedaan
in velden van telkens 5 kolommen, met 4 Sym
bolen in elke kolom (zie fig. 4). Ieder veld
is 16 maal gemeten, en het gemiddelde van
die metingen is aangehouden. De verkregen
waarden geven het percentage aan van het
oppervlak dat met de Symbolen bedekt is.
XXXXX
XXXXX
De uitkomsten van de metingen worden gegeven
in tabel 1. Hier blijkt dat de gevonden opper-
vlaktepercentages varieren van 53% tot 9%. Om
de grote sprong tussen deze 9% en het totale
wit te verkleinen werd de waarde van het
lichtste symbool gehalveerd door om het
andere symbool de spatietoets aan te slaan, dus
door een veld wit in te brengen. Hierdoor werd
een kleinste grijswaarde van ca. 5% verkregen.
(Dit invoegen van spaties of velden wit kan
men alleen toepassen als de grenzen van de
administratieve gebieden ook op de kaart
aangegeven worden). Voor een schaal van
grijswaarden is het natuurlijk ideaal als deze
oploopt van 0 tot 100%. Dat kan men echter
alleen bereiken met lineprinters die speciaal
voor dit doel omgebouwd worden (zie Bertin2).
Met normale lineprinters is deze 53% het
maximaal bereikbare.
Aan de hand van de in tabel 1 opgegeven waar
den kan ieder gewenst scala van grijstrappen
opgesteld worden. De onderzoekers hebben
zieh in dit geval gehouden aan Bertin, die
voor een optimaal gelijkmatige oplopende grijs-
waardenschaal de volgende formule hanteert
r "/N/B
waarbij
r de constante verhouding tussen 2 opeen-
volgende grijstrappen
n het aantal trappen
N de waarde van het zwart, ofwel de
hoogste grijswaarde (hier 53/47)
B de waarde van het wit, ofwel de laagste
grijswaarde (hier 5/95)
Voorbeeld. Wenst men de kwantitatieve ver-
spreiding van een verschijnsel op de kaart
weer te geven d.m.v. 7 klassen, dan gaat men
als volgt te werkvul in de formule voor n
het cijfer 7 in. De uitkomst voor r wordt dan
1,67. De eerste trap van de schaal kent men,
die is 5/95; de tweede kan men berekenen
door de verhouding tot de eerste gelijk te
stellen aan r, etc. Vervolgens moet men deze
verhoudingswaarden omzetten in oppervlakte
percentages (van het zwart). Heeft men zo alle
grijswaarden (opp. percentages) voor de ver
schillende trappen van de klasse-indeling ge
vonden, dan kan men in tabel 1 de overeen-
komstige symboolcombinaties uitzoeken. Een
voorbeeld van zo'n trap van grijswaarden
voor resp. 6, 7 en 8 klassen ziet men in
fig. 5.
5) Endresultaten
De kaart in fig. 2 is tot stand gekomen
69
09030
69090
03836
88038
Fig. 4. Voorbeelden van meetresultaten zoals ze versehenen
op de display-unit van de Quantimet 720. Afgebeeld zijn
achtereenvolgens: een veld van het cijfer 8; een combinatie
van de Symbolen 0 en -; van X en Z; en van H en en
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VIII (1974) Nr. I