Als resultaat van de test van deze drie apparaten
viel de keuze op de Aristogrid.
De vastgelegde kaartelementen werden tot
besluit van de proef uitgetekend op twee
tekenautomaten n.l. de Zuse Graphomat en de
Contraves.
Het totaal benodigde aantal arbeidsuren van
deze proefneming is vergeleken met de uren
nodig bij de conventionele werkwijze. Deze aan-
tallen bedragen resp. 2010 uur en 3385 uur,
hetgeen wijst op een besparing van 40% op de tijd
van de klassieke werkwijze.
Het LVA Nordrhein-Westfalen deed als tweede
proef het vervaardigen van stadkaarten op de
schaal 110.000 en topografische kaarten op de
schaal 1:25.000, waarbij werd uitgegaan van
gedigitaliseerde gegevens uit de Grundkarte
1:5.000 en de Luftbild-Grundkarte 1:5.000.
Het zou teveel plaatsruimte vergen op deze proef
in te gaan; als resultaat kan worden gemeld
dat ook hierbij 30% tijdwinst werd geboekt. De
kosten van de nieuwe en oude methode lagen
gelijk. Een dergelijk resultaat, kosten gelijk doch
wel tijdwinst, komt men bij de bestudering van
de automatisering in de kartografie veel vaker
tegen.
Ook bij de Zweedse kaarteringsdienst RAK,
waar men al heel veel ervaring met auto
matisering in de kartografie heeft opgedaan
(men werkt met de Kongsberg 1215/DC 300
tekenautomaat) blijkt vooral een grote winst in
produktietijd te kunnen worden geboekt.
Een zeer belangwekkende proef is ook genomen
bij het Institut für angewandte Geodäsie in
Frankfurt am Main. Daar heeft men topo
grafische kaarten 1:50.000 geheel gedigitaliseerd
om daaruit de 1:200.000 te kunnen tekenen op
een tekenautomaat. Hierbij werd de digitali-
sering uitgevoerd op een vergrote kaartschaal
(1 '/2 x De gegevens omtrent deze arbeid, ver-
richt op het kaartblad 1:50.000 Bad Homburg,
blijken uit het onderstaande staatje.
IfaG-Frankfurt Blad Bad Homburg 1:50.000
tijd punten
digitalisering van de
trek 190 uur 407300
digitalisering van de
hoogtelijnen ("time-
mode" voor hoogte
lijnen 5 pn/sec) 203 uur 1084500
Op de onlangs in Budapest gehouden bijeen-
komst van Commissie III (Automation) van de
ICA bleek, dat het IfaG ook zeer interessante
proeven heeft lopen met betrekking tot de
vertekening en "data-base"-vorming. Kort-
heidshalve möge ik daarvoor verwijzen naar de
door het IfaG gepubliceerde Heft no. 30 uit
de Reihe II van de IfaG-publicaties waarin zeer
227
Fig. 11. Aristogrid.
K.N.A.G. Geografiseh Tijdschrift VIII (1974) Nr. 3